OP KV MECHELEN WAS HIJ AL DE UITBLINKER EN THUIS TEGEN CLUB BRUGGE BEVESTIGDE HERVÉ KAGE. DE WILDE JAREN LIJKEN ACHTER DE RUG, EEN MAAND IN DE GEVANGENIS HEEFT DE MIDDENVELDER GELOUTERD.

Kunnen we even terugblikken op je woelige zomer?

Hervé Kage: “Natuurlijk, ik heb er geen enkel probleem mee om te vertellen wat er is gebeurd. Ik ben er sterker uit gekomen.”

Beginnen we met de titel in tweede klasse. Dat zorgde voor veel emotie, op YouTube staat een filmpje waarin je uithaalt naar Bergen, Eupen en Roeselare.

“De euforie was kort, maar intens. Na de thuiszege tegen Antwerp hebben we ontzettend gevierd. Champagne in de businessseats, ik was er lelijk aan toe. Dat filmpje… We verloren in Roeselare met 3-0 op de openingsspeeldag, hebben nadien het kampioenschap gedomineerd, in de euforie heb ik me laten gaan. Ik wist niet dat iemand aan het filmen was. Wat ik zei, moest binnenskamers blijven. Ik heb niks tegen de andere clubs. Ik vrees alleen dat die video mijn reputatie van ‘groot bakkes’ versterkt heeft.”

Met 0 op 6 zijn jullie maar belabberd gestart.

“We zijn sterk op mentaal vlak. Daar moeten we ons op baseren in plaats van op de intrinsieke kwaliteiten van de groep. Op dit moment kent niemand ons echt, dat moet een van onze voordelen worden. De nieuwe coach, Yannick Ferrera, is een voorstander van technisch en offensief voetbal. Zijn komst en de terugkeer van Luka Peruzovic hebben de ploeg de stabiliteit gegeven die nodig was, want toen we herbegonnen was dat hier één grote janboel. Een profclub die naam waardig mag nooit die werkomstandigheden aan zijn spelers aanbieden.”

Hoe slaagde jij erin om je op voetbal te concentreren, terwijl je in de gevangenis zat?

“Dat is achter de rug, maar ik steek niet weg dat het me nog bezighoudt. Als thuis de bel gaat, ben ik soms bang dat het opnieuw de politie is.”

Nachtmerries van je arrestatie?

“Ik kwam terug van een interview op een beurs in Charleroi. Het was laat en ik was doodmoe. Terwijl ik lag te slapen, werd plots met veel aandrang gebeld. Toen ik, nog helemaal verdwaasd, opendeed, stonden er acht politieagenten voor de deur. Cowboys waren het, alsof ze Tony Montana (hoofdpersonage uit de film Scarface, nvdr) zelf kwamen arresteren. Ik moest zelfs handboeien om. Alsof ik zou vluchten. Op het commissariaat legden ze me uit waarom. En dan moet ik zeggen dat ik me amper de reden kon herinneren.” Wat was de reden?

“Een verre kennis had geen vervoer, daarom heb ik haar gevoerd naar de bank. Terwijl ik in de auto achterbleef met een vriend, heeft zij daar schriftvervalsing gepleegd, met dat geld informaticamateriaal gekocht en later doorverkocht. Pas daarna heb ik vernomen dat ze veel schulden had en mij noemde als een van haar medeplichtigen. Zij heeft alles bekend, maar mijn vriend en ik moesten de gevangenis in.”

Heb je echt niks gedaan?

“Wacht eens. Ik ben profvoetballer en verdien behoorlijk. Denk je echt dat ik zo’n risico zou nemen voor 3000 euro? Dan ben je beter af met het overvallen van een bank, dat brengt tenminste op. Dat heb ik de politie ook duidelijk proberen te maken, maar tevergeefs. Vijf dagen opsluiting, zegden ze. Ik denk dat ze een voorbeeld wilden stellen.”

Hoe heb je het beleefd?

“Het was vreselijk. De eerste drie dagen deed ik geen oog dicht. Ik dacht dat ik gek werd, dat ik koortsdromen had. De muren kwamen op me af. Het comfort is zeer rudimentair, met drie man op tien vierkante meter. Vanwege mijn statuut kreeg ik wat privileges: elke dag fitness en tijdens het luchten een bal. Uitgerekend toen ik in de cel zat, werd een lijstje gepubliceerd met de beste voetballers uit tweede en ik stond bovenaan. Toen ze dat wisten, speelden we elke dag vijf tegen vijf. Zonder scheidsrechter, vrij ruw, dat zorgde voor vonken.”

Uiteindelijk bleef je geen vijf dagen, maar een maand in de gevangenis.

“Na vijf dagen stond mijn valies klaar. Toen ze verlengden, stond ik op ontploffen, maar gelukkig bleef ik kalm.”

Kon je het gewoon worden?

“Op de duur ontwikkel je wel een routine. Elke dag hetzelfde, ’s morgens koffie, ’s avonds Monopoly op cel. Mijn zoon is nooit op bezoek geweest, hij heeft het zelfs nooit geweten. Voor hem was ik een maand op school. Later ga ik het hem wel vertellen, zodat het hem nooit overkomt. Toen ik uiteindelijk werd vrijgelaten, heb ik niet één keer durven omkijken. Ik was bang dat de directeur zou roepen: ‘Stop, het is een grap, je moet terugkeren.'”

DOOR ROMAIN VAN DER PLUYM

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content