Met het afslanken van de eerste klasse naar zestien clubs en de invoering van play-offs moet onze competitie vanaf het seizoen 2009/10 een nieuw elan krijgen. Of dit echt zo zal zijn, is nog maar de vraag. De roep naar een hervorming weerklinkt al maanden, er werden tal van plannen op tafel gegooid, zonder ze echt tot op de bodem te onderzoeken. Daarbij werd bijvoorbeeld geen rekening gehouden met ervaringen in Nederland. Daar worden de play-offs – die wel zonder de eerste uit het klassement en dus volgens een iets andere modus worden georganiseerd – volgend seizoen afgeschaft. Omdat de publieke respons te gering was en omdat de trainers klaagden over een te grote overbelasting.

Daar maakt men zich in dit land geen zorgen over. Voor de zes topclubs wordt het aantal competitiewedstrijden van 34 naar 30 teruggebracht, maar gezien de kampioen uiteindelijk bepaald wordt in een play-off met zes teams komen daar dus nog eens tien matchen bij. Dat betekent 40 competitiewedstrijden in plaats van 34. René Vandereycken zal er niet mee kunnen lachen. Normaal zullen bijvoorbeeld Anderlecht en Standard vier keer tegen elkaar spelen maar omdat je maar de helft uit de reguliere competitie in de eindronde meeneemt, tellen de eerste twee matchen maar voor de helft. Zo luidt het althans in het voorstel dat op tafel ligt en dat is bedacht in het kader van het tv-contract.

Toppers bieden normaal meer spektakel, het gegeven dat de eerste zes plaatsen belangrijk zijn, kan de competitie een extra dimensie geven, maar er is een schaduwzijde aan de voorgestelde formule: als het wat tegenzit, dreigt de geloofwaardigheid van de competitie te worden aangetast. Als je in de play-off een mindere periode doorworstelt, kan je de titel verliezen aan een ploeg die in die tien wedstrijden plots wel op volle sterkte draait. Het is eigenlijk een devaluatie van de eerste schijf van de competitie. Te weinig is er over dat soort dingen nagedacht. De indruk ontstaat dat er hervormd is om te hervormen.

Aan de voorstellen rond het nieuwe concept hangen nog tal van andere vragen. De ploegen die tussen de plaatsen zeven en veertien geëindigd zijn, moeten, in welke vorm dan ook, een onderlinge competitie spelen waarin het beste team dan mag uitkomen tegen de nummer vier uit de competitie om eventueel een UEFA-ticket te bemachtigen. Daar zullen niet veel mensen op afkomen. Nog veel grotesker is de situatie in de tweede klasse. Daar zou er volgend seizoen eerst een eindronde met vier clubs worden georganiseerd, waarvan de beste twee nog eens met de nummers 15 en 16 uit de eerste klasse een tweede eindronde spelen. Theoretisch kan je als tweedeklasser dus 12 supplementaire wedstrijden spelen om dan toch niet te promoveren. In totaal maakt dat 46 matchen.

Dat de tweedeklassers, die verweesd achterblijven en nauwelijks iets zouden overhouden van de herverdeelde televisiegelden, zich roeren, valt te begrijpen. Zij overwegen naar de rechtbank te stappen. Het is onduidelijk of daar voldoende juridische argumenten voor bestaan. Dat groeperingen die onder de koepel van dezelfde federatie opereren mekaar voor de rechtbank zouden bekampen, is nog nooit vertoond. Zo ver hoeft het echter niet te komen. Zeker bij de Belgische voetbalbond hebben ze zich bekwaamd in het sluiten van compromissen.

Los daarvan vinden specialisten al langer dat de economische markt in dit land te klein is voor een competitie met achttien clubs. Dat los je uiteraard niet op door het aantal verenigingen met twee terug te schroeven. Zelfs een rigoureuze afslanking naar tien of twaalf clubs biedt geen enkele garantie. In Schotland en Oostenrijk, waar ze trouwens constateerden dat te veel toppers tot een overkill leiden, gingen clubs ook binnen dit opzet failliet.

In het voetbal gaat het om beleid. Meer inkomsten betekent niet noodzakelijk een beter beleid, dat zich bijvoorbeeld zou vertalen in de verbetering van de infrastructuur of de jeugdwerking. Gegarandeerd wordt het verhoogde budget gebruikt om meer spelers te kopen. Liefst op de buitenlandse tweedehandsmarkt. Het ontbreekt het Belgische voetbal aan visie. Ook in het uittekenen van een hervormingsplan. S

door Jacques Sys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content