Na een ongelukkige passage bij Ajax en een moeizaam begin bij RC Genk, voelt Tom Soetaers zich opnieuw voetballer. En één met ambitie : ‘Dit Genk haalt top-3.’

De resultaten die RC Genk dit seizoen boekte geven niet meteen aanleiding tot grote euforie. In de competitie wil het niet echt vlotten en de Europese uitschakeling tegen Litex Lovech zadelde de club op met een nog steeds nazinderende kater. Ook Tom Soetaers (25) erkent de sluimerende sportieve malaise “maar”, voegt de voormalige Ajacied eraan toe, “het loopt steeds beter. Ik ben ervan overtuigd dat jullie binnenkort opnieuw het echte Genk zien.”

Jonge garde

De terugkeer van Orlando Engelaar lijkt alvast een gunstig voorteken. De Nederlander staat voor balvastheid en injecteert opnieuw wat maturiteit in de kern. Door de overvolle ziekenboeg teert RC Genk vandaag vooral op jongeren. Soetaers : “Het mag geen excuus zijn, maar de blessurelast waarmee de ploeg op dit ogenblik kampt, is surrealistisch. Genk mag dan een grote kern hebben, bepaalde spelers zijn gewoon onmisbaar. Het uitvallen van Koen Daerden betekende een enorme klap voor het team, hij is op en naast het veld een leider. Jan Moons is dat ook, maar vanuit het doel kan je een ploeg niet echt sturen, vind ik. Onlangs was ik de tweede oudste Genkenaar op het veld, dan probeer ik ook af en toe wat te corrigeren, maar eigenlijk ben ik vrij introvert. Als leider word je geboren, zoiets leer je niet.

“De jongeren lieten inderdaad tot nog toe een degelijke indruk, al mankeert het hen soms nog wat aan durf. Het maakt dat we te snel vervallen in stereotiep spel. Maar, let op mijn woorden : er zitten potentiële internationals bij onze youngsters. Van Defour weet ik al lang wat hij kan : hij is erg goed, al mist hij misschien nog een beetje body. Plus : hij is ook mentaal sterk. Of er geen gebrek aan automatismen is ? Wat mij betreft niet, je traint elke dag samen, dat volstaat. Geloof me, zonder extrasportieve beslommeringen speelt dit Genk top-3.”

Psycholoog Broos

Top-3 of niet, in Genk vond Soetaers het voetbalplezier terug. Tijdens zijn laatste maanden bij Ajax was daar nog weinig sprake van. De linkspoot kende een dipje, stond enkele kilo’s te zwaar en sleet meer tijd op de tribune dan op het veld. De fout voor zijn falen in Amsterdam legt Soetaers vooral bij zichzelf. “Tijdens mijn tweede seizoen pak ik in een van de eerste wedstrijden een domme rode kaart. Resultaat : drie weken schorsing, vanaf toen was het over. Plots ben je niet eens meer bij de achttien, dat komt aan. Soms mijmer ik er wel eens over hoe het had kunnen lopen, maar misschien moet ik gewoon toegeven dat Ajax iets te hoog gegrepen was. Al bij al was mijn verblijf in Amsterdam een verrijking : Ik heb Champions League gespeeld en werd kampioen van Nederland.”

Bij Genk kreeg Soetaers opnieuw de kans om belangrijk te zijn en zich volwaardig voetballer te voelen. Nochtans kende hij een moeizame start. Onder René Vandereycken kwam hij amper aan de bak, maar ook onder Hugo Broos fungeerde Soetaers aanvankelijk als supersub. “Ik heb nooit een probleem gehad met Vandereycken – ik heb zelfs veel respect voor hem – maar zijn manier van werken ligt me niet. Vanaf dinsdag trainde hij wedstrijdgericht. Al kan hij dan misschien toveren met een tactisch bord, een speler heeft toch vooral nood aan fysiek labeur. Vandereyckens trainingen waren extreem licht en als gevolg daarvan boette ik aan startsnelheid in. Onder Broos wordt er scherper getraind, fysieker en meer op de korte ruimte. Misschien ligt daar wel een verklaring voor een aantal blessures : de overschakeling tussen beide trainers, qua trainingsintensiteit dan, was erg groot.

“Ik hou niet van het woord supersub, maar in het begin van dit seizoen stond ik inderdaad weinig aan de aftrap. We speelden toen vooral 4-3-3, zonder echte flanken, met Vandenbergh, Stojanovic en Bob (Peeters, nvdr) vooraan. Maar de motivatie is er weer. De trainer heeft me te gepasten tijd ook uitleg gegeven. Dat is trouwens nog een verschil met Vandereycken, die communiceerde amper. Bij hem kon je een hele week de indruk hebben dat je speelde, terwijl in het weekend plots niets meer overbleef van de type-elf. Meestal gebeurde dat dan zonder enige commentaar. Hugo Broos vind ik op het psychologische vlak een sterke trainer, hij weet zijn spelers te motiveren, weet precies wanneer hij kwaad moet worden of bepaalde uitspraken moet plaatsen. Je voelt gewoon dat hij ervaring heeft bij topclubs. Ik vind hem behoorlijk dicht bij Ronald Koeman aanleunen, noem hem een menselijke vorm van Koeman.”

Trouwe patriot

Wanneer het gesprek naar de Rode Duivels kantelt, blijkt Soetaers een zwak te hebben voor de nationale elf. Zijn laatste selectie dateert van negen februari – al was hij dat zelf even vergeten – een vriendschappelijke wedstrijd tegen Egypte. Momenteel telt hij dertien selecties. Soetaers hoopt dat het daar niet bij blijft. “Ik vind het een eer om voor mijn land te spelen, noem het een bekroning voor goed presteren. Jongens zoals Herpoel, die plots een selectie weigeren, kan ik niet begrijpen. Al is dat natuurlijk ook weer een karakteriële kwestie. Persoonlijk zou ik het nooit doen, zélfs al moest ik ballenraper spelen, ik zou nog gaan. Als ik opgeroepen word ga ik voluit, ongeacht of ik een hele wedstrijd of twee minuten speel. In beide gevallen loop ik mezelf gegarandeerd kapot.”

Dat de Rode Duivels na het EK nu ook voor het WK verstek moeten laten gaan, ziet de linkerflank als een manco. “Onlangs hoorde ik Kompany zeggen dat het allemaal niet zo erg was, dat er nog tal van kansen zouden komen. Niet akkoord : het WK is absoluut een gemiste kans voor jonge spelers zoals Kompany zelf, Vanden Borre of zelfs Buffel. Een schat aan ervaring gaat verloren.”

Over de opvolging van Aimé Anthuenis blijft het ook voor Soetaers voorlopig koffiedik kijken. “Namen noemen is een gevaarlijke zaak natuurlijk (lacht), maar ik denk dat er valabele kandidaten genoeg zijn. Misschien is Vandereycken wel de geknipte man : tweetalig en meester tacticus, waarom niet ? Ook Jacky Mathijssen heeft de laatste tijd herhaaldelijk bewezen dat hij top is. En het enthousiasme van Wilmots heeft ook zijn charme. Hugo Broos, zeg je ? Ik dacht dat die al een club had (lacht).” l

BERT BOONEN

‘HUGO BROOS IS DE MENSELIJKE KOEMAN. ‘

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content