Marc Wilmots reageert verrast wanneer hij wordt geconfronteerd met twijfels in de spelersgroep over zijn vakmanschap om deze Rode Duivels naar een hoger niveau te tillen. “Het verbaast mij dat zij er zo over zouden denken”, zegt hij tijdens een gesprek met Sport/Voetbalmagazine, geflankeerd door business directorBob Madou. “Ik ga het de spelers vragen en hoop dat het er dan ook uitkomt. Ik ben bereid om over alles te praten, maar ik ben er niet zeker van dat dat het niveau van de ploeg zal optrekken. We staan vijfde op de wereldranglijst. Denken ze dat ze nummer een kunnen worden? Laat me de volgende twee jaar werken en we zullen wel zien. Maar als ze denken dat ze beter af zijn met een andere trainer, zeg ik: doe maar.”

Wilmots relativeert het belang van een bondscoach. “Kan die spelers beter maken? Nee. Ik gebruik de kwaliteiten die een speler laat zien in zijn club. Op basis daarvan probeer ik een systeem neer te zetten waarmee we succesvol kunnen zijn. Duitsland heeft Dortmund en Bayern, Spanje Barcelona en Real. De spelers van hun nationale ploegen zijn het van in hun clubs gewoon om samen te spelen. Dat is bij ons niet zo. Als iemand denkt dat je er met twee, drie trainingen automatismen in krijgt, dan is hij gek. Er is bij ons de laatste twee jaar hard gewerkt. De spelers hebben plezier, ze lachen de hele tijd. De trainingen zijn leuk, altijd met de bal, maar ook altijd gebaseerd op snelheid. Vaak zeiden ze: ‘We willen méér.’ Maar dan antwoordde ik: ‘Jongens, over drie dagen is er een wedstrijd, maak je niet kapot.'”

“Iedere trainer heeft zijn filosofie”, vindt hij. “Ik heb zes maanden in Keulen gestudeerd, in het land dat vier keer wereldkampioen werd. Drie verdedigers, twee man ervoor, een op elke zijkant, twee spitsen en een nummer 10 erachter: zo heb ik zelf gespeeld bij Schalke. Ik gebruik dat systeem graag, maar de vraag is: heb ik er de spelers voor? Tegen Argentinië heb ik gezegd: we starten met zijn drieën achterin. De filosofie bij balverlies was dat Witsel individuele dekking speelde op Messi. Niemand heeft dat gezien.”

Van de toegevoegde waarde van een veldtrainer is hij niet overtuigd. “Ik neem er geen bij. Niet nu. Misschien wel op een volgend toernooi, dat laat ik open. Maar dan moet het iemand zijn die goed begrijpt hoe ik wil spelen. Op dit moment leid ik zelf de trainingen. In de voorbereiding op het WK hebben we drie oefeninterlands afgewerkt en nog eens twee keer elf tegen elf met mezelf in het midden. Ik zei de spelers op welke momenten ze druk moesten zetten. Maximaal twee, drie baltoetsen. Zijn dat geen tactische trainingen? Je kan oefeningen bedenken om een verdediging neer te zetten. Zes tegen vier, zes tegen vijf, zeven tegen vijf. Je kan dan coachen. Meer kan je niet doen. Mijn verdediging geeft amper iets weg. Wie kan dat zeggen? Om die reden heb ik er Vital (Borkelmans, nvdr) bij genomen. We hadden problemen op onze backposities en Vital is zelf een back geweest. In Brazilië waren de backs onze beste spelers.”

Het is ook niet door erop te trainen dat de hoekschoppen beter zullen worden getrapt, meent Wilmots. “Alles is individueel afgesproken met de spelers. Ik zie wat ze bij hun clubs doen. Wie trapt de hoekschoppen bij Wolfsburg? Kevin De Bruyne. Bij Napoli? Dries Mertens. Moet ik zo’n speler dan leren een corner te trappen als hij dat al een heel seizoen bij zijn club deed? Ik spreek ook met de spelers over de looplijnen bij de corners. Als de ballen daar dan niet komen: wat kan je daaraan doen?”

Waar werkt de bondscoach dan wél op? “Passvormen, wedstrijdvormen en balbezit. Wij hebben spelers om de bal in de ploeg te houden. Geef ons ruimte en we zijn sterk, want onze omschakeling is verschrikkelijk snel. Toch zullen we misschien anders moeten spelen. Na twee jaar stel ik vast dat iedereen inzakt tegen ons en op de counter speculeert. Daar moeten we ons aan aanpassen. Tegenstanders geven ons geen ruimte. Men zei dat we die maar moesten vinden, maar wáár? Aan de buitenkant, maar we misten Benteke die kopbalsterk is, terwijl Lukaku de bal meer in de ruimte vraagt. Hoe gaan we dat oplossen? Daar zit ik nu op te denken.”

Het is niet het enige wat de bondscoach zorgen baart: “Veel internationals spelen niet in hun clubs. Vermaelen maakt een mooie transfer, maar zal hij in de basis staan? De drie bij Tottenham: moeilijk. Hoe gaan we dat regelen? Daar heb ik nog geen antwoord op. De vraag is: hebben we zo veel kwaliteit als iedereen denkt? Ik wil dat we met de voeten op de grond blijven. Want geloof me: het is moeilijk om te blijven waar we nu staan.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content