Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

In Sint-Truiden is het al Danny Boffin (37) wat de klok slaat. Hoe komt dat en hoe lang nog ? Een rondvraag op Staaien.

De orkestmeester

“Het belang van Boffin is ook groot naast het veld”, zegt materiaalmeester Benny Liebens. “Danny bepaalt een beetje wat er gebeurt, is de baas in de kleedkamer, de orkestmeester. De tweede wedstrijd komt hij naar mij en zegt : vandaag spelen we met witte kousen. Hij is dan ook altijd met dat soort zaken bezig, met kledij, met schoenen. Danny doet ook veel voor anderen. Voor mij bracht hij van het WK het truitje van Cafu mee, en van Ono, en ook eentje van Tunesië. Danny is een hele grote meneer. Danny is ook altijd aan het dollen, houdt het zo zowat aan de gang in de kleedkamer. Ofwel heeft hij badschuim in iemands schoenen gedaan of ergens reflexspray in iemands broek gespoten. Dat is positief, want dat typeert de sfeer in Sint-Truiden.”

“Op zich is die populariteit van Danny en de aandacht die hij krijgt prachtig”, zegt trainer Jacky Mathijssen. “Niemand heeft daar problemen mee. Danny is trouwens zelf ook altijd de eerste om het aan te geven : het is dankzij de anderen, dankzij de ploeg, dankzij de werkkracht van een aantal jongens in functie van hem dat hij kan en mag schitteren. Ik denk dat iedereen dat graag wil en kan blijven doen als hij dat omzet in echt rendement, in assists, in doelpunten, in gevaarlijk zijn.”

“Dat is zo”, zegt verdedigende middenvelder Wouter Vrancken. “Danny probeert anders ook wel defensief zijn werk te doen. Doet hij dat niet, dan zal ik even goed op hem roepen als op iemand anders. Een van zijn sterke punten is dat hij dat zeer goed verdraagt. Hij neemt het aan, doet het direct. Er zijn er andere, met vedetteallures, die reageren : wat gaat die mij zeggen, ik heb alles meegemaakt. Bij Danny is het net andersom, hij zal een extra inspanning leveren.”

“Ik denk,” zegt technisch directeur Guy Mangelschots, “dat Danny al voldoende bewezen heeft dat hij de motor en de kracht van de ploeg is. Ook de manier waarop hij nog voorop gaat in de strijd maakt indruk op die jonge gasten. Hij is niet iemand die alleen maar uitlegt hoe het zou moeten zijn. Danny geeft het voorbeeld, hij is diegene die de lijnen uitzet, de spelers meesleept en ook nog het verschil kan maken. Niet enkel gouden passen en doelpunten, neen, Danny is ook altijd iemand geweest die nooit de moed laat zakken en ons ook al menige keer door zijn inzet, zijn kracht om tegen de stroom in te roeien over de streep heeft getrokken.

“Als je zoals wij met veel jongeren werkt, is het belangrijk enkele personen in de ploeg te hebben waar een beetje naar wordt opgekeken, maar in deze moderne maatschappij is dat niet zo gemakkelijk. Naar Danny wordt opgekeken. Niet de schoolmeester die erboven staat, maar iemand die met hen meedolt en tegelijkertijd ook zegt hoe het moet.”

De international

“Danny sprak onlangs zijn voorkeur uit voor een positie centraal in de ploeg met twee jongens in zijn rug in plaats van aan de linkerkant, maar het is inmiddels uitgepraat waarom hij niet altijd centraal kan spelen”, zegt Guy Mangelschots. “Ik denk dat onze trainer zeer goed weet waar Danny het meest rendabel is. Het is ook niet omdat je internationale speler bent dat je op de lat mag gaan zitten, hé. Ik bedoel : in het belang van de ploeg moeten ook die spelers nog in een lijn lopen. Stel dat de hele ploeg zich aan Danny aanpast, wat dan als hij wegvalt ? Belangrijk bij Danny is wel dat hij loopt, werkt. Ik heb nog van die spelers gehad die zegden dat ze centraal moesten spelen, maar daarmee bedoelden ze stààn, hé, en : laat de anderen maar lopen. Danny niet, hé, hij loopt als eerste.

“Het belangrijkste,” zegt Jacky Mathijssen, “is dat we hetzelfde doel hebben : we willen hem zoveel mogelijk aan de bal hebben, in een zo gevaarlijk mogelijke zone en zo ambetant mogelijk voor de tegenstrever. Soms ben ik van mening dat het niet altijd vanuit de centrale positie moet. Vergeet niet dat we dit seizoen onze eerste overwinning hebben geboekt toen hij eigenlijk verdedigende middenvelder speelde. Weliswaar centraal, maar wel twintig meter verder van doel, omdat : als er een ploeg is die het verstaat om mensen die creatief zijn en initiatief nemen te blokkeren, dat wel La Louvière is. Dan trekken we Danny achteruit, omdat we allemaal beseffen hoe belangrijk hij is. Ik probeer het voor hem eigenlijk zo gemakkelijk mogelijk te maken. Als hij vanaf de linkerkant moet spelen, is dat ook alleen maar een vertrekpositie, geniet hij wel wat vrijheid. Een club als STVV, die niet elke week de betere is maar meestal de gelijke of de mindere, mag het evenwicht niet uit het oog verliezen. Iedereen, ook hij, speelt daar een bepaalde rol in.”

De fratsenmaker

“Dat Danny Boffin dit op deze leeftijd nog allemaal kan, is een combinatie van de twee : dat wat je bij de geboorte meekrijgt en dat wat je in je leven afdwingt”, zegt Jacky Mathijssen. “Hij is altijd met zijn job bezig geweest. Optimaal zijn lichaam verzorgen, nooit drinken en uitgaan, dat zijn randgegevens die ervoor zorgen dat hij een aantal jaren extra op dit niveau kan voetballen. Het merkwaardigste is dat de explosiviteit, dat waaraan je op een zekere leeftijd merkt dat een speler niet meer hetzelfde kan brengen, bij hem gewoon op het niveau van een twintigjarige blijft. Als je daaraan de ervaring, de voetbalwijsheid koppelt die hij in de loop der jaren heeft opgedaan, dan maakt hem dat momenteel veel gevaarlijker en veel nuttiger voor een team dan hij misschien een aantal jaren geleden was.”

“Ook naast het veld zou je niet zeggen dat Danny 37 is”, zegt Wouter Vrancken. “Hij heeft zo meer de manieren van de jongere generatie. Niet iemand die daar rustig zit en al eens tegen zijn goesting komt trainen alleszins. Neen, iedere dag is hij er met evenveel, ontzettend veel enthousiasme. Er wordt gespeeld en gelachen en iedere keer is hij erbij. Zeker met Buvens naast hem is er constant animatie. Worden er fratsen uitgehaald, dan is Dany er negen keer van de tien bij; wie een frats met hém uithaalt, weet dat hij het dubbel en dik terugkrijgt. Laatst nog vond ik niet geheel toevallig mijn schoenen vol water boven de bank waar ik in de kleedkamer moet gaan zitten. Danny is gewoon één van ons, een jonge gast van 37.”

“Hij heeft die speelsheid, die hem ook centraal en geliefd bij de ganse kleedkamer maakt, behouden”, zegt Jacky Mathijssen. “Het helpt denk ik. Zolang je dat kan, voel je je jong, straal je dat uit, bén je jong en blijf je het ook op het veld. Ik denk dat Danny daar misschien wel de exponent van is. Het WK is vorig seizoen ongetwijfeld een extra stimulans geweest, maar laten we dat niet overschatten : de echte wil om er nog iets van te maken, de echte voetbalgoesting zit diep in zijn hart en dat blijft. Ik hoop zo lang mogelijk. Ik hoop ook dat de dag dat het ophoudt de relatie met STVV niet ophoudt. Ik hoop er ook mijn steen toe bij te dragen om met hem verder te denken dan zijn actieve voetbalcarrière.”

“We zijn aan het onderhandelen over een nieuw contract”, zegt Guy Mangelschots. “Wij proberen een jaar, hij wil twee jaar. Daar hebben wij wel oren naar, maar wat als het voetballen in die termijn opeens ophoudt ? Daarover zijn we nu aan het praten en ik moet zeggen dat Danny ook wel begrijpt dat de dag dat hij niet meer voetbalt, hij niet meer kan verdienen wat hij nu verdient. Er zijn twee dingen die hij dan kan gaan doen. Eén : ergens iets in de sportieve staf, want Danny gaat nu ook een trainerscursus volgen. Vraag is natuurlijk : kan hij dat, trainer zijn ? Zowel voor hem als voor ons is dat een vraagteken. En twee : Ergens iets met sponsoring, maar alleen de eerste jaren, zolang zijn naam nog klinkt. Niet iedereen is Jean-Marie Pfaff, hé.”

door Christian Vandenabeele

‘Danny is gewoon één van ons, een jonge gast van 37.’ (Wouter Vrancken)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content