Zulte Waregem slaat verder de weg van het professionalisme in. De club wil een technisch secretariaat opbouwen en trok Rik Vande Velde aan om alle sportieve geledingen op elkaar af te stemmen.

Het was Francky Dury die bij de clubleiders hard aandrong op de komst van Rik Vande Velde (42). De ex-trainer van onder andere KV Mechelen en KV Oostende en gewezen rechterhand van Emilio Ferrera bij Lierse krijgt de supervisie over een technisch secretariaat dat de scouting, de jeugdwerking en de individuele spelersbegeleiding moet optimaliseren.

Even leek het erop dat Vande Velde Ferrera zou volgen naar Brugge, maar Club koos voor Jan Van Winckel. “Dat Emilio mij er graag bij had,”zegt hij, “is misschien wel waar, maar tussen een trainer die u graag wil en een contract ondertekenen is er nog een groot verschil. De weken dat Emilio vorig seizoen bij Club Brugge aan de slag was, heb ik wel zijn videocompilaties gemaakt en ik ben daar toen een paar keer geweest om die dvd af te geven. Dan wordt de link vlug gelegd.

“Club Brugge wou vooral iemand die op een universitair niveau gespecialiseerd is in physical training, en dat ben ik niet. Jan Van Winckel is dat wel. Ik heb wel het voordeel dat ik van alle markten thuis ben. In Nederland volgde ik twee jaar een opleiding tot fysiektrainer, ik doe videocompilaties en ik kreeg van spelers altijd heel veel appreciatie voor mijn veldwerk.

“Het verrast mij niet dat Club Brugge kiest voor iemand met een universitaire achtergrond. Het is een beleidslijn die zij volgen. Het is zelfs een goeie zaak dat zij heel specifiek willen werken. De andere kant van de medaille is dat de feeling van een physical trainer met het voetbal soms ontbreekt. Het is inderdaad nuttig en wetenschappelijk, maar de groep staat daar niet altijd achter omdat het niet met de bal te maken heeft. In België is een aantal clubs begonnen met een physical trainer, maar die zijn daar vaak opnieuw van afgestapt. We moeten jammer genoeg vaststellen dat we in België een stapje achterkomen, maar veel clubs in het buitenland werken op die manier.

“Nu gebeurt net hetzelfde met die videocompilaties. De eerste reacties zijn een beetje sceptisch, maar eens een trainer het gezien heeft en ze het rendement kennen, willen ze het ook. Dat moet groeien, maar in het buitenland werken er al veel ploegen mee.

“Vroeger werden heel veel analyses mondeling gedaan. Maar als er over een bepaalde fase discussie is, probeert een speler zich vaak in te dekken. Als er beelden zijn, is dat moeilijk. Beelden zijn er niet altijd om iemand op fouten te wijzen, maar moeten constructief gebruikt worden. Een tegendoelpunt ontstaat vaak uit een fout of uit een opeenvolging van fouten. Dan kan je de spelers zeggen : hoe kunnen we die fout in de toekomst vermijden ?”

In de schaduw

Voor Rik Vande Velde is een terugkeer naar het Regenboogstadion een opportuniteit. Het hoofdtrainerschap heeft hij voor onbepaalde duur langs de kant geschoven, maar met evenveel vuur en ambitie begint hij aan zijn nieuwe taak.

“Zulte Waregem heeft mij zekerheid aangeboden door een contract voor vijf jaar voor te leggen en die club heeft toekomstmogelijkheden. Ik heb nu een job achter de schermen en werk voor iemand die passioneel bezig is met zijn werk en die omringd is door mensen die ook heel gedreven zijn. Ik kom in een nieuwe groep terecht en wil me daar 200 procent op focussen. Zulte Waregem is nog altijd mijn club. Ik heb van klein af bij SV Waregem gespeeld en ik ken ook de mensen van Zulte, dus is het een gevoel van thuiskomen.”

Vande Velde, die ook lesgeeft in de Pro Licence, krijgt bij Zulte Waregem de supervisie over het technisch secretariaat. Concreet moet hij alle geldingen van de sportieve structuur verder professionaliseren en op elkaar afstemmen.

“Wat betreft de trainingen zal ik vooral individueel werken. Dat zullen hersteltrainingen zijn de dag na de wedstrijd, revalidatietrainingen voor spelers die net uit blessure terugkomen, samen met de kinesist, specifieke trainingen voor bepaalde spelers of compartimenten en misschien ook een aantal conditionele trainingen.

“Daarnaast is er de wedstrijdscouting. Daniël Declerck is hoofd scouting en blijft dat ook. Hij zal zich bezighouden met de spelersscouting. Ik zal samen met iemand anders de wedstrijdscouting doen. Als Zulte Waregem tegen Standard speelt dan ga ik de week voordien Standard bekijken. Daarvan maak ik dan de volledige analyse met de videocompilatie en doe de presentatie voor de spelersgroep. Als Daniël Declerck mij daarvoor inschakelt, zal ik ook aan spelersscouting doen.

“De jeugdtrainers zal ik bijstaan bij mogelijke spelproblemen en ik zal clinics geven. Ze hebben het zelf de naam van ‘personal coach’ gegeven. Ik sta ter beschikking van de jeugdtrainers maar zal mij zeker niet opdringen.”

Tot op het bot

Zijn eerste werkweek als technisch adviseur was de week voor de bekerfinale. In vier dagen en zeventig uur lang analyseerde hij de ploeg van Gil Vandenbrouck. Vande Velde wil in zijn werk tot op het bot gaan met oog voor elk detail.

“Alles wat in de finale gebeurd is, heb ik voorspeld. Zulte Waregem scoorde twee keer op een stilstaande fase, dat is geen toeval. Ik neem wekelijks onder meer alle doelpunten op van eerste nationale en klasseer alles per ploeg. Moeskroen heeft 43 doelpunten gemaakt en 43 tegen gekregen. Ik heb die allemaal geanalyseerd. Ze hadden zeven doelpunten geslikt op indirecte vrije trappen vanop de flank, waarvan vijf inswingers vanop links. Ik heb die allemaal getoond aan de spelers, aan Francky en zijn eerste reactie was dat alle vrije trappen moesten indraaien. Tim Matthys is mij komen vragen of de muur van Moeskroen opspringt. Ik heb hem verteld dat ze dat niet doen en dat het kon volstaan om de bal over de muur te krijgen om te scoren. Als hij daar dan de wedstrijd mee beslist, is dat schitterend. Na de bekerfinale zei Francky tegen de voorzitter en de manager : ‘Voilà, zijn transfer is al dubbel en dik terugbetaald.’ Al wil ik niet gezegd hebben dat Zulte Waregem anders niet gewonnen zou hebben.

“Voetbal wordt beslist op details. Iedereen weet tegenwoordig wie de corners trapt en hoe de tegenstander speelt. Maar als je weet dat 60 procent van de doelpunten die Moeskroen maakt vanop rechts bij Custovic vertrekken en dat er een lage voorzet richting de eerste paal komt, dan kunnen de verdedigers en de doelman zich daarop instellen. Dat is de meerwaarde van die analyses.

“Bij de vrije trappen van Barcelona in de finale van de Champions League zette Arsenal twee spelers op de doellijn. Het gevolg is dat de spelers van Barcelona niet buitenspel kunnen staan. Daar is geen doelpunt uit voortgevloeid, maar ik heb een beeld van Moeskroen-Genk waarbij Genk bij een vrije trap van Moeskroen een speler op de doellijn naast Moons zet. Moeskroen liet een speler voor Moons postvatten die niet buitenspel kon staan en die kon in de rebound scoren. Het zijn details maar wel belangrijke details.”

ARNE HOUTEKIER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content