Cercle versus Club, Sergiy Serebrennikov kan als een van de weinige spelers de derby van beide kanten beschouwen. Net als zijn eigen carrière trouwens. ‘Als ik niet naar een topclub kan, kan Cercle misschien een topclub worden.’

Na vijf jaar kent het Brugse voetbal nauwelijks nog geheimen voor Sergiy Serebrennikov. Maar dat Cercle zich een ‘vereniging’ noemt en de omschrijving club strikt voorbehoudt voor dat andere ploegje in de stad, is hem nieuw. “Ah, dat heb ik nog niet gehoord.” (lacht) Dat de derby leeft, hoef je Serebrennikov dan weer niet duidelijk te maken. “Ik ben hier al lang, ik vóél dat die match speciaal is. Ook toen ik bij Club speelde.” Maar niemand, zegt hij, heeft hem op dat verleden bij de ander al aangesproken.

“Voor de supporters, weet ik, is het belangrijk dat we tegen Club Brugge winnen. Vorig seizoen pakten we vier punten tegen hen. Eén jaar lang heb ik hen daar ‘dank u’ voor horen zeggen en zien lachen. Ik vind de sfeer bij Cercle echt heel tof nu. Als je in de kleedkamer binnenkomt, zie je alleen maar lachende gezichten. Bij Club lag dat destijds anders : ik raakte geblesseerd en voelde me daardoor rustelozer. Bij Club begon ik als aanvallende rechtermiddenvelder, maar ik liep overal. Van Sollied heb ik geleerd om op mijn positie te blijven. Maar het laatste jaar heb ik als verdedigende middenvelder gespeeld, zoals bij Charleroi. Ook een interessante periode in mijn carrière trouwens, want Charleroi, dat betekende bijna voetballen in een ander land. (grijnst) Ik speelde er als enige verdedigende middenvelder en moest meer op mijn positie geankerd blijven ; hier zijn we met twee en heb ik meer mogelijkheden om naar voren te trekken. Dat bevalt me beter.”

Met nagenoeg de halve ploeg van Club Brugge heeft hij nog samengespeeld : Clement, Maertens, Leko, Blondel, Engelbert, Klukowski … “En Sterchele ken ik van bij Charleroi. Ik zie er geen graten in om tegen hen te spelen. We moeten óns spel doordrukken. Het mag dan wel een speciale wedstrijd zijn, de wedstrijd van het jaar zou ik het ook weer niet noemen. Er volgen er nog en elke match is belangrijk. Maar als we winnen van Club, zijn we wel ploeg van ’t stad en dat geeft toch wel een goed gevoel . (grijnst) Europees voetbal ? Neen, daar zijn we niet mee bezig. Wij denken alleen aan de volgende wedstrijd. Europees voetbal ambiëren we niet dit jaar : belangrijker voor ons is om naar een rijpere ploeg te evolueren en naar een hoger niveau te groeien. Hoe meer supporters we naar hier krijgen, hoe meer kracht we ontwikkelen. Als je ziet dat er eerst vierduizend man zat en nu bijna twintigduizend, motiveert dat je nog meer.

“Ik voel, ook aan mezelf, dat we groeien. We zetten dit jaar een grote stap vooruit. De nieuwe trainer brengt meer professionalisme op training en in de voorbereiding van de wedstrijden. Hij communiceert open met de spelers : de een moet je vertrouwen geven, de ander moet je erop wijzen dat hij moet werken. Hoe hij de tegenstander analyseert, hoe hij ons laat voetballen : niet met lange ballen, maar over de grond. En we kenden een goede start, dan voel je toch meer zelfvertrouwen tijdens de wedstrijden.”

Dat klinkt alsof hij Glen De Boeck een betere trainer vindt dan Harm van Veldhoven. “Het zou niet correct zijn van mij om dat te zeggen. Harm was ook een goede trainer, Glen is alleen anders en hij heeft de resultaten mee.”

Verrassing

Toen Serebrennikov bij Club voetbalde, speelde Oleg Iachtchouk bij Anderlecht. Bij Cercle Brugge vonden beide Oekraieners elkaar. “Vissen is mijn hobby en soms gaan we samen naar de vaart in Hoeke. De vorige keer hebben we niks gevangen, maar de grootste was 2,2 kilo. Een snoek.”

Op het veld, zegt Serbrennikov, geeft Iachtchouk de aanval meer volume. “Maar met hem, De Sutter, Gombami en De Smet hebben we eigenlijk vier verschillende types van aanvallers. De Sutter is een targetman zoals Ibrahimovic, als hij zo blijft voortdoen, zal hij een van de toppers in België worden. Gombami is een van de snelsten in de competitie, De Smet kan met zijn dribbels in sommige wedstrijden in zijn eentje het verschil maken en Iachtchouk heeft veel doorzicht. Dus de balans is heel goed. Vorig seizoen scoorden we niet zo veel en dat is nu anders. Vooral omdat we aanvallender spelen. Vorig seizoen zouden we tegen de nummer twee verdedigend en op de counter gespeeld hebben. Nu denken we in de eerste plaats aan óns spel en vallen we aan.”

Maar hoe goed is de verdediging ? “In de wedstrijd tegen Anderlecht waren onze verdedigers de beste spelers op het veld. Qua organisatie hebben we dit jaar veel vooruitgang geboekt. Glen De Boeck was zelf verdediger en hij werkt heel tactisch, legt uit hoe ze moeten staan én samenwerken. Mijn rol in de ploeg is bijna dezelfde. Onder Harm begon ik als defensieve middenvelder, maar in de loop van de wedstrijd mocht ik meer aanvallen. Nu spelen we een beetje volwassener voetbal : we controleren meer het spel in balbezit. Het belangrijkste is dat we ervan genieten. Tegen Standard verloren we met 4-1 en de ontgoocheling was groot, maar we brachten wel goed voetbal.”

Cercle speelt in balbezit een 4-2-4. “Méér zelfs, want van de twee centrale middenvelders ga ik vaak naar voren. Hasi is ervaren genoeg om te weten welke positie hij dan moet innemen om de controle over het middenveld te behouden. Hij doet dat goed en áls het eens te snel zou gaan, maakt hij met zijn ervaring heel veel goed : de juiste positie, kalm aan de bal, het spel controleren, goed passen. Hij is belangrijk voor ons. (lacht) Veel mensen zitten waarschijnlijk af te wachten wanneer Cercle een buiklanding zal maken. Ook voor ons betekent het succes een verrassing. Maar ik hoop dat we zo blijven voortdoen en onze lijn van voetballen blijven volgen tot het eind van het seizoen.

“Het kan best dat we een terugval kennen, een of twee wedstrijden verliezen, maar geen vijf of zes op rij, denk ik. De trainer heeft de ploeg nog niet veel moeten wijzigen. Wel zou het moeilijker kunnen worden als veel spelers gele kaarten pakken en we blessures oplopen, maar gelukkig beschikken we ook over een sterke bank.”

De tweede Shevchenko

Serebrennikov is misschien geen kapitein van Cercle, maar wel een van de leidende figuren in de groep. “De trainer vroeg mij voor het seizoen wie ik dacht dat er kapitein kan worden. Ik heb hem gezegd dat DenisViane en JimmyDe Wulf dat vorig jaar heel goed gedaan hebben. Ik vond het niet nodig om te veranderen. Ze liggen ook goed in de groep. Het is niet mijn grote ambitie om kapitein te worden. Wat telt, is dat ik, of anderen, een leider op het veld kunnen zijn.”

De belofte van een grote carrière heeft hij altijd in zich gedragen. Drie en een half jaar woonde hij als geboren Siberiër in Oekraïne, het land waarvan hij de nationaliteit draagt. Zes maanden speelde hij in die periode samen met Andriy Shevchenko, die daarna naar AC Milan verhuisde. Serebrennikov heette toen een van de kandidaten te zijn om diens positie over te nemen, “maar de tweede ShevWchenko zijn, is moeilijk. Ik ben 31 nu. Het kan altijd beter, natuurlijk, maar ik ben tevreden met mijn carrière.”

Dinamo Kiev, Club Brugge, Sporting Charleroi, Cercle Brugge : zijn carrière lijkt nochtans te plafonneren in de subtop. “Op mijn leeftijd getuigt het niet van realisme om nog van een topclub te dromen. Oké, als de ploeg het goed blijft doen, kan het natuurlijk altijd dat een grote ploeg mij wil. Maar daar denk ik niet aan. Ik zal mij goed voelen als ik tot het einde van mijn carrière bij Cercle kan blijven. Onze ploeg groeit en ik hoop dat we nog meer zullen groeien. Als ik niet naar een topclub kan, kan Cercle misschien wel die topclub worden. (grijnst) En we stáán nu in de top. We moeten alleen met de voeten op de grond blijven, maar we hebben de ambitie om nog te groeien.”

Hij tekende bij Cercle Brugge een contract voor vier jaar. “Dat was wat ik wou. Ik verlang stabiliteit, want ik ben niet iemand die zich gemakkelijk aanpast aan telkens een nieuwe ploeg. Ik heb mijn tijd nodig. Pas als ik mij deel van de ploeg voel, haal ik honderd procent van mijn niveau. We kochten een huis in Varsenare. Normaal gezien zullen we hier blijven. Mijn vrouw en mijn dochters spreken Nederlands. En ook ik schopte het intussen tot niveau drie van mijn lessen.”

Soms, zegt hij, missen ze hun vaderland wel. “Maar elk jaar probeer ik eens naar de Ardennen te gaan. Dat ziet er een beetje uit als thuis in Rusland. Temperaturen onder nul, sneeuw, bergen. Ik had Didier Frenay (zijn zaakwaarnemer, nvdr) na Charleroi gevraagd om voor mij een ploeg te vinden in België. Ik had geen zin om ergens anders naartoe te gaan. Mijn gezin begon het verhuizen moe te worden. Mijn vrouw zei : no more. (grijnst) Zo ben ik bij Cercle terechtgekomen.”

En ondertussen spreken de supporters hem, na een jaar bij de vereniging, al eens aan in de stad. “Ik hoor ook dat veel mensen voor Cercle supporteren, maar niet naar het stadion komen. Nu zie je dat ze dat wel doen, dus dat is een nieuwe stap. Dat is dankzij het goede werk van de mensen op de club … euh … Cercle.” S

door raoul de groote

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content