Nys en Wellens zou hij vlotjes van de troon stoten. We wachten er nog steeds op. Sven Vanthourenhout (26) zat met een vernauwde buikslagader twee jaar lang in het sukkelstraatje. Maar hij is terug.

Onmogelijk dat jij met die blessure nog zulke prestaties hebt kunnen neerzetten.” De chirurg uit het AZ van Brugge stond met open mond te kijken naar de beelden van de binnenkant van Sven Vanthourenhouts lichaam. De buikslagader was over een lengte van zeven centimeter vernauwd. Eindelijk werd duidelijk waarom de West-Vlaming altijd zo veel pijn had in zijn linkerbeen.

De chirurg windt er begin juli geen doekjes om : “Een simpele operatie. We hebben die zelf nog nooit uitgevoerd, maar we gaan het proberen. We knippen dat slechte stuk slagader weg en vervangen het door een ader uit je bovenbeen. Of we deze operatie niet kunnen uitstellen tot na het crossseizoen ? Ja hoor, maar de kans dat dat ding in je buik op een dag scheurt, is niet onbestaande. En dan ben je dood.”

Vanthourenhout schrikt en zegt gauw toe. Ook de bazen van Sunweb-Projob tonen begrip. De gezondheid primeert. Met wat geluk haalt hij het veldritseizoen nog wel, is de redenering. Enige vertraging daargelaten, is dat inderdaad gelukt. Het heroptreden, voor eigen volk in Ruddervoorde, was alvast geen tegenvaller.

De geruchten

Sven Vanthourenhout : “Er klopte iets niet. Telkens ik een zware inspanning leverde, zwol mijn linkerbeen op. Ik kon minder kracht zetten en had pijn. In het veldrijden is mijn start altijd mijn sterkste wapen geweest. Ik kon vroeger op de vierde startrij staan, maar toch nog bij de eerste tien het veld induiken. Het afgelopen seizoen daarentegen … Na tien meter waren renners die op de derde rij stonden mij al voorbij. Tot half december kon ik nog top vijf rijden in de grote crossen, maar dan was het gedaan. Het ging van kwaad naar erger. Bij loopwerk leek het telkens of iemand me met een mes in mijn been aan het prikken was. Ik liep met tranen in de ogen. In juni, na de wegwedstrijd in Goes, was de maat vol. Ik verging van de pijn. De hele nacht kon ik niet slapen. Er moest iets gebeuren.”

Zijn vader, Ronny Vanthourenhout, treedt hem bij : “Het sluimerde al twee winters lang. We wisten alleen niet wat precies. Sven was vroeger altijd welgemutst. Nu kwam hij bij ons in de zetel zitten, zonder iets te zeggen. Hij zat gewoon voor zich uit te staren. Hij zag er bleker uit dan normaal, stond ook veel te mager. In zijn hoofd zat het helemaal niet goed meer. En dan de geruchten : ‘Hij is verbrand door bij Quick-Step te rijden. Hij is te snel prof geworden.’ Al bij al heeft hij nog niet slecht gepresteerd hoor, maar de mensen vergeten dat. Hij is nog altijd maar 26, maar hij heeft al wel 33 A-crossen gewonnen, waaronder twee Superprestigewedstrijden en één manche van de Wereldbeker. Hij stond al twee keer op het podium van het prof-WK en hij werd wereldkampioen bij de beloften, maar wie weet dat nog ?”

Sven Vanthourenhout : “Waarom krijg je zo’n blessure ? De artsen vermoeden dat het te maken heeft met mijn positie op de fiets. Ik zit altijd diep gebogen en zo moet die slagader constant een knik gekregen hebben. Ondertussen heb ik mijn positie aangepast. Geef me enkele weken en ik sta er weer. De artsen zeggen dat ik 25 procent sterker voor de dag ga komen. Dat lijkt me overdreven, maar het staat vast dat ik beter zal zijn. Ik mag al niet klagen over mijn vooruitgang. Begin juli was er de operatie en tien dagen ziekenhuis. Vervolgens vier weken platte rust thuis – ik kwam enkel uit bed om te eten en naar de wc te gaan – om dan in augustus voorzichtig te beginnen met kleine wandelingen. Half augustus was ik aan het joggen. Dan begon ik te zwemmen en te fietsen. Het tempo van mijn vader en schoonvader (ex-renner Ronny Devos, nvdr.) lag onder de 28 kilometer per uur en toch kon ik niet volgen.”

Dan gaat het echter snel. Ploegleider Hans De Clercq : “Geen maand later rijdt Sven zijn eerste wegkoers, de Omloop van het Houtland. Hij koerst urenlang in de gietende regen en maakt deel uit van de kopgroep van 26 die zal strijden voor de zege. Sven is een ware klasbak. Uit voorzichtigheid is hij afgestapt na drie uur koers, maar hij was toch mee. In zijn tweede wegkoers, begin oktober, eindigde hij al 17de. Vergeet ook niet dat Sven echt een supergoede wegrenner is. Toen Tom Boonen enkele jaren geleden een laatste man zocht om hem af te zetten in de spurt, zei Patrick Lefevere dat hij zo al iemand had in de ploeg : Sven Vanthourenhout. Alleen zag Sven zelf dat niet zo zitten.”

Tweede ploegleider Mario De Clercq : “Nu Sven genezen is, gaan we wat meemaken dit seizoen. De eerste crossen komt hij gegarandeerd nog wat te kort, maar in de maand van de waarheid zullen ze moeten opletten voor hem. Kijk maar eens naar wat Jonathan Page vorig jaar deed : hij kwam pas in december in actie, maar werd wel bijna wereldkampioen. Een seizoensstart missen hoeft dus echt niet dramatisch te zijn.”

Hans De Clercq : “Sven is een crème van een gast. Op hem moet je nooit wachten. Klagen en zagen kent hij niet. Doen we met de ploeg een techniektraining, dan is Sven bijna de enige die niet mompelt dat hij alles al kan. Wie denk je dat er dan zo dicht mogelijk in Mario’s wiel zit ? Sven blijft leergierig. We gaan nog mooie dingen zien.” S

Door Philippe Maertens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content