Het was een regenachtige dag in mei 1985. Club Brugge had net Jean-Pierre Papin aangetrokken en in Valen- ciennes maakten we een interview met de nieuwe spits van blauw-zwart. Samen met zijn echtgenote en zoontje woonde Papin op een kleine flat in deze grauwe arbeidersstad. De living deed dienst als slaapkamer. Françoise, de vrouw van Papin, leefde in deze desolate omgeving tegen de rand van een zenuwinzinking. Het gezin moest rondkomen met omgerekend 30.000 Belgische frank per maand. De bankrekening, zo vertelde Papin zonder gêne, stond constant in het rood. Toen we hem en zijn vrouw ’s middags inviteerden om een hapje te eten was de dankbaarheid groot. Françoise vertelde dat de aanbieding van Club Brugge een geschenk uit de hemel was. Want, sprak ze, het was hier vertrekken of scheiden.

Toen Jean-Pierre Papin een paar weken bij Club voetbalde, organiseerden de spelers een feestje om de banden met de nieuwkomers te verstevigen. Er werd een koude schotel in de kleedkamer gebracht. Terwijl de spelers onder de douche stonden, begon Papin meteen een aantal broodjes op te eten en maakte aanstalten om met die schotel naar huis te vertrekken. Birger Jensen, de ook buiten het veld explosieve doelman, zag het net op tijd, grabbelde Papin vast en duwde hem met de rug tegen de muur. Een paar maanden later was Papin met zijn snelheid, beweeglijkheid en staalharde rechter de absolute vedette van Club. Geen buitenlander van blauw-zwart die achteraf zo’n internationale carrière maakte als de huidige trainer van Lens.

De geschiedenis van Club Brugge telt precies 100 buitenlanders die een officiële wedstrijd speelden. Verderop in dit blad stellen we ze in een uitneembaar document voor: hoe lang stonden ze op de loonlijst van Club, hoeveel competitiematchen speelden ze en hoeveel competitiegoals tekenden ze aan, wat typeerde hen als voetballer en wat doen ze nu. We koppelen dit aan een wedstrijd: de lezers kunnen de beste buitenlander uit de geschiedenis kiezen.

Dit overzicht staat bol van de nostalgie. In een tijd dat scoutingsystemen nog niet zo waren geperfectioneerd, slaagde Club Brugge erin met zijn koopmanskunst talent goedkoop te strikken. Zo werd destijds de erg timide Rob Rensenbrink bij DWS Amsterdam weggehaald. Omdat Rensenbrink geen woord zei, haalde Club nog snel een andere Nederlander om zijn aanpassing te vergemakkelijken. Dat werd Henk Houwaart. Rensenbrink woonde vier maanden in bij Houwaart en betaalde hem daarvoor 500 frank per week. Op het veld trok hij alle registers open. Toen Raoul Lambert op een bepaalde dag in zijn voortuin werkte, zag hij Constant Vanden Stock passeren. Lambert vroeg Vanden Stock lachend of hij voor hem kwam. De voorzitter van Anderlecht antwoordde dat hij in Brugge geen revolutie wilde ontketenen. Lambert wist uiteraard wel beter: hij wees Vanden Stock het huis aan waar Rensenbrink inmiddels was ingetrokken. Anderlecht legde die dag meteen het fundament voor een memorabele periode.

Ooit was België nog een interessant land voor buitenlandse toppers. In 1971 koos de betreurde Nico Rijnders voor Club Brugge nadat hij met Ajax de Europacup voor landskampioenen won. En nog een jaar later arriveerde de Deen Ulrich Le Fèvre van het toen vermaarde Borussia Mönchengladbach bij blauw-zwart. Hij zou er vijf seizoenen blijven. Soms bepaalden toevalligheden wie er bij Club neerstreek. Zo vroeg de legendarische trainer Ernst Happel ooit aan Le Fèvre of hij in Denemarken geen doelman kende. De middenvelder liet de naam van Birger Jensen vallen. Die meteen werd aangetrokken.

Dat soort romantiek heeft in het voetbal al lang plaatsgemaakt voor kille zakelijkheid. Dat België op de internationale waardeladder achterop hinkt, blijkt ook uit het niveau van de buitenlanders. Helemaal onmogelijk is het bijvoorbeeld dat twee voetballers die in de finale van het WK staan, in België spelen. Nochtans gebeurde dat in 1978. Met Rob Rensenbrink en Arie Haan bij Anderlecht. Zij speelden met Nederland de WK-finale in en tegen Argentinië. S

door Jacques Sys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content