Ongeacht de uitkomst van de titelepiloog, is de tijd rijp voor een balans van het tijdperk- Anthuenis op Anderlecht. Te meer omdat dat ten einde lijkt.
In juli 1999 overgekomen van Racing Genk, leidde Anthuenis in zijn eerste seizoen als trainer van een topclub Anderlecht naar de landstitel. De tevredenheid was groot, want het was de eerste paars-witte titel in vijf jaar. Mede daardoor werden Anthuenis het onevenwichtige spelsysteem en het lang niet altijd briljante spel vergeven. Al wezen sommigen erop dat Anthuenis een door Jean Dockx en Frank Vercauteren geboetseerde groep in handen kreeg, die het seizoen voordien een memorabele 50 op 57 had gepresteerd en op een haar van de titel was gestrand. Die kwaliteit van het voetbal ontbrak wel eens in het titelseizoen en aan het eind was er het onbegrip van publiek én erevoorzitter Constant Vanden Stock toen de trainer zijn regelmatigste speler, Bart Goor, niet opstelde in wat de kampioenswedstrijd had moeten zijn tegen AA Gent.
Voor zijn tweede seizoen beloofde Anthuenis meer spektakel én Europese uitschieters. Geen sinecure, gezien het late en onverwachte vertrek van Pär Zetterberg (waarvoor naast financiële overwegingen ook de aanpak van Anthuenis aan de basis lag) en de quasi perfecte heenronde van Club Brugge. Het lukte echter wonderwel : niet alleen verlengde Anderlecht zijn titel met acht punten meer dan het jaar voordien, er waren ook historische triomfen tegen Porto, PSV, Kiev, Manchester United, Real Madrid en Lazio. Niettemin hoorde je verzuchtingen om meer speelgelegenheid voor artiest Stoica en een rotatiesysteem om overbelasting bij de spelers te voorkomen. Anthuenis liet er zich niets aan gelegen.
In zijn (allicht) laatste jaar bij Anderlecht kreeg Anthuenis plots met minder aangename werkomstandigheden af te rekenen. De Champions Leaguesuccessen kosten Sporting hun productieve én bijna steeds beschikbare voorhoede en linkerflank. Een nieuw elftal smeden bleek een heelwat lastiger karwei, nog bemoeilijkt door blessureleed en/of conditionele achterstand. Zó bekeken, mocht de Anderlechtsupporter eigenlijk niet mopperen dat een derde oppergaai op rij nog een reële optie was na de heenronde. De regelmatige volger ergerde zich echter blauw aan Anthuenis’ inconsequente en tactisch falende keuzes.
Hoe anders verklaren dat je constant van systeem verandert en dat je sommige spelers maandenlang ongestraft laat aanmodderen ? Terwijl Stoica om de haverklap naar de bank verwezen wordt – toppunt van ironie want zonder een resem knappe invalbeurten van de Roemeen was Anthuenis’ ontslag al een feit – en jonge talenten als Karaca en Junior na goede prestaties uit de ploeg vallen ?
Hiermee zijn drie van de zes grote fouten van Anthuenis samengevat : op Koller en De Bilde na heeft nog geen enkele inkomende transfer een meerwaarde gebracht, werkvoetballers krijgen de voorkeur op technici, en de jeugd krijgt maar een kans als alle Anthuenis-aankopen onbeschikbaar zijn. De vierde fout is dat hij niet roteerde en daardoor nu met geblesseerden zit.
De vijfde en zesde fout van Anthuenis gaan hand in hand : zijn tactische onbeholpenheid en zijn onachtzaamheid voor de huisstijl van Anderlecht. De voorbeelden zijn legio : met een vijfmansverdediging degradatiekandidaten als Lierse en Aalst in eigen stadion bekampen, hetzelfde doen bij een op een revanche belust en hoog pressend Club Brugge, rechtsvoetigen als Traoré en Crasson op links zetten omdat je het vertikt jongeren als Deschacht, Fleur of Nicolay een kans te geven. Naast niet des Anderlechts is dat alles ook gewoon bijzonder onverstandig.
Inderdaad, Anderlecht heeft thuis nog niet verloren. Maar Anthuenis’ verdienste is dat niet : tegen RWDM verving hij bij een gelijke stand spits De Bilde door verdedigende middenvelder Hasi. Wat deed Emilio Ferrera ? Middenvelder Smid door spits Butera vervangen, omdat hij zag dat Anderlecht te pakken was ! Dàt noem ik een trainer ! Molenbeek-Anderlecht is niet ver weg : welkom, Emilio Ferrera !
Heren van het bestuur, laat Vercauteren ons naar de derde titel op rij leiden en serveer volgend seizoen mooi en efficiënt voetbal. Versterk je met een scorende spits en met Zetterberg. Hij kan perfect met Baseggio en Stoica in één ploeg : Zetterberg achter de spitsen, Baseggio in zijn rug en Stoica zwervend vanop links of rechts. Maar haal dus vooral gauw Emilio, voor hij na zijn puik bulletin bij Beveren en Molenbeek ook in Mechelen een huzarenstukje brengt.
Jeroen Tanésy, Schiplaken, ,
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier