Morgen trapt Brazilië in eigen huis het WK af tegen Kroatië. De 29-jarige Braziliaanse verdediger van PSG mag dan nu de kapiteinsband dragen van de Seleção, zijn pad liep niet over rozen.

Voor hij aanvoerder werd van de nationale ploeg, heeft Thiago Silva moeten ploeteren. Op zijn cv prijken: favela’s om van in je broek te doen, mislukte tests bij een aantal clubs, een klotetransfer, tuberculose, depressie en een ziekelijke verlegenheid. Hoe kan zo iemand het bijna-officiële statuut van ‘beste verdediger ter wereld’ verwerven? We laten het hem zelf vertellen.

Toen je klein was, noemde men je ‘ratinho’, de kleine rat. Waarom?

Thiago Silva: “Omdat ik erg timide was. Tijdens mijn jeugd ben ik verschillende keren verhuisd. Elke keer moest ik opnieuw vrienden maken. Dat vergt tijd en het is vooral moeilijk. Toen ik in de wijk Urucania in Santa Cruz belandde, zag ik hoe er op het terreintje tegenover ons gevoetbald werd, zonder zelf naar buiten te gaan. Ik bekeek hen gewoon, gezeten op een betonnen plaat die uit het huis stak. Soms bleef ik daar uren zitten. (lacht) Op een dag merkte een jongen me op en riep hij me toe: ‘Kom daar af en voetbal met ons, ratinho!’ Ik zei: ‘Oké, ik kom’, maar ik ben er niet naartoe gegaan. Ik schaamde me dood. Maar geleidelijk aan schoof ik toch op richting het terreintje. Eerst ging ik naar beneden, om hen vanachter de draad te beloeren. De volgende dag heb ik al mijn moed bijeengeraapt en ben ik met hen beginnen te voetballen. Dat was een soort klik.”

Hoe was het land Brazilië eraan toe in die tijd?

“Alle wijken waar ik gewoond heb, waren heel gevaarlijk. Het waren oorlogszones tussen de politie en de drugsdealers. Op een gegeven moment woonde ik in een kleine favela in Campo Grande. ’s Nachts vond ik soms de weg naar huis niet terug, simpelweg omdat er bijna geen verlichting was. Daarom sliep ik vaak bij een vriend die aan de ingang van de favela woonde. Verschillende van mijn vrienden, die ik sinds lang niet meer gezien heb, zijn intussen overleden. Anderen ondergingen een lot dat niet veel beter is. Maar ik zou geen andere jeugd gehad willen hebben, want zo heb ik geleerd wat goed is en wat slecht.”

Nooit meer Rusland

Waarom ben je bij verschillende clubs afgewezen?

“Ik denk dat mijn speelstijl niet in mijn voordeel was. Er waren jongens die met de bal aan de voet het veld overstaken, terwijl ik in bepaalde wedstrijden maar vijf of zes keer het leer raakte. Ik voetbalde eenvoudig, in één tijd, ik probeerde efficiënt te zijn, zodanig dat mijn schoonvader, die me de hele tijd begeleidde, me op een dag zei: ‘Thiago, als je je beperkt tot het snel afspelen van de bal, dan ga je nooit opvallen! Je moet lopen met de bal en dribbelen, anders gaan ze je niet nemen.’ Maar daar had ik het talent niet voor.”

Diego Godín, de centrale verdediger van Atlético Madrid, gaf onlangs toe dat hij geen plezier had in het voetbal. Vind jij het leuk om te verdedigen?

(verbaasd) “Voetbalt hij zonder zich te amuseren? Dat is heel vreemd… Ik vind verdedigen plezant omdat het is wat ik het best kan. Natuurlijk wilde ik vroeger aanvaller worden. Nu kan ik alleen scoren op stilstaande fases. Maar als ik geen plezier zou hebben op het veld, dan zou ik niet weten wat te doen. Waarschijnlijk thuis zitten.”

Je tackelt bijna nooit. Waarom?

“Omdat ik het zo geleerd heb. Mijn trainers hebben me altijd gezegd dat een centrale verdediger nooit met zijn kont op de grond moet zitten. Een stopper die ligt, is een gemakkelijke prooi voor een spits. En zeker als de verdediger zijn tackle mist. Voor mij is de tackle een laatste toevlucht die je alleen uitvoert als je honderd procent zeker bent dat het gaat lukken. Nog een reden waarom ik altijd recht blijf, is dat ik redelijk snel ben. Ik ben dus niet echt gebaat bij een tackel, ik verlies er alleen maar tien meter mee.”

Je eerste ervaring in Europa bij FC Porto was niet echt een succes…

“Dat zou ik niet zeggen. In principe moest ik bij de A-ploeg spelen, maar ik ben in de B-ploeg terechtgekomen zonder dat men mij uitleg verschaft heeft. En vooral: men heeft mij nooit voorgesteld aan de spelers van de eerste ploeg. Ik wist zelfs niet wie de trainer was (Víctor Fernández, nvdr). Kortom, ik heb vijf maanden bij de reserven getraind en ben slechts één keer in het Estadio do Dragão geweest… Het is ook in Portugal dat ik de eerste symptomen gewaar werd van de tuberculose die ik daarna in Rusland, bij Dynamo Moskou, heb gekregen. Ik klaagde elke dag over pijn in de borststreek, maar niemand bij FC Porto maakte zich daar zorgen over. Ik moest daar ook geen enkel medisch onderzoek ondergaan. Gevolg: mijn gezondheid is er sterk op achteruitgegaan. Ik vind echt dat Porto zijn deel van de verantwoordelijkheid droeg in mijn ziekte. Het is zo erg geworden dat ik bij aankomst in Moskou onmiddellijk gesommeerd werd om me te laten onderzoeken.”

Was die tuberculose de moeilijkste periode uit je carrière?

(ernstig) “Het was zelfs de moeilijkste periode uit mijn leven. Beeld je in: zes maanden lang lag ik in een ziekenhuis in Rusland, terwijl ik geen Russisch en geen Engels sprak…”

In welke omstandigheden leefde je daar in dat ziekenhuis?

“De kamer was wat kleiner dan dit zaaltje (ongeveer vijftien vierkante meter groot, nvdr). Het was echt heel hard. In de linkerhoek stond het bed met daarnaast een minuscuul wastafeltje. Tegenover het bed stond een heel kleine tv met een spelconsole en een aantal videospelletjes. Dat was mijn enige tijdverdrijf daar. Aan de rechterkant van het bed bevond zich een groot raam dat uitgaf op de straat. In een andere hoek was er ook een kleine ijskast en ten slotte was er ook een badkamertje. Nu ja, badkamer… Een douche met een gat om het water te laten weglopen. Dat deed tegelijk dienst als toilet. Ik deed mijn behoefte en douchte me dus op dezelfde plaats.”

En dat zes maanden lang… Werd je daar niet depressief van?

“Ja. De koude, het gebrek aan natuurlijk licht, het feit dat er bijna niemand was om mee te praten,… Dat maakte het allemaal heel moeilijk. En dan had ik nog het geluk dat mijn financiële situatie stukken beter was dan die van de andere patiënten (in Rusland sterven elk jaar ongeveer 24.000 mensen aan tuberculose, nvdr). Ik denk trouwens dat ik de enige patiënt was die toen bijgekomen is. (lacht) Toen mijn moeder in Moskou was, is ze me komen bezoeken met een karrenvracht aan chocolade. Dat heeft me wel geholpen, want de ziekenhuiskost was niet te vreten.”

Ben je daarna nog teruggekeerd naar Rusland?

“Neen, zeker niet! Daar zien ze mij nooit meer! Ik heb daar heel slechte herinneringen aan… Ik ben trouwens hals over kop uit het land vertrokken, zonder bagage. Mijn spulletjes, mijn kleren, die van mijn vrouw, mijn huis, alles heb ik er achtergelaten alsof ik het einde van de wereld ontvluchtte. Ik wou terug van nul af aan beginnen. Alles wat ik daar meegemaakt had achter me laten.”

Zlatans zelfvertrouwen

Je tekent dan bij Fluminense en daar word je ‘o monstro’. Inter zit achter je aan maar uiteindelijk overtuigt Leonardo je op het laatste moment om voor AC Milan te gaan voetballen. Wat heeft hij gezegd om je van gedachte te doen veranderen?

“Het klopt dat ik eerst zou tekenen bij Inter. Het contract lag klaar, alleen mijn handtekening ontbrak nog. Het probleem is dat Inter me eigenlijk van de ene dag op de andere heeft laten vallen door de financiële crisis die op dat moment Europa paralyseerde. En toen kwam Leonardo op de proppen. Ik zat in de wagen met mijn vrouw en mijn telefoon ging. Aangezien het een onbekend nummer was, gaf ik het toestel aan haar. Ze nam op en zei me: ‘Het is Leonardo van AC Milan.’ Ik aarzelde even om hem te woord te staan. Ik vroeg me af wat hij van me wilde. Toch nam ik de telefoon vast. En dan ontwikkelde zich een bijna surrealistisch gesprek. ‘Hallo? Wil je naar Milaan komen?’ Die vraag had ik totaal niet verwacht, dus het duurde een paar seconden voor ik kon zeggen: ‘Natuurlijk wil ik dat.’ Hij reageerde onmiddellijk met: ‘Oké, super.’ En hij hing op.”

Het is ook Leonardo die je naar PSG gehaald heeft. Hoe speelde hij het klaar om je de club te doen verlaten waar je een legende was geworden en je te laten tekenen voor een club die geen titel meer had gepakt sinds 1994?

“Dat was een van de moeilijkste beslissingen uit mijn leven. Ik was gefocust op de Olympische Spelen 2012 met Brazilië. We zaten op afzondering en ik was bang dat de transferperikelen een negatieve invloed zouden hebben op mijn rendement en dat van de ploeg. Maar Zlatan Ibrahimovic en Leonardo belden me geregeld om te vragen hoe de zaak evolueerde. Uiteindelijk heb ik het erover gehad met mijn vrouw. Om me gerust te stellen zei ze: ‘Waar je ook gaat, je kinderen en ik zullen je volgen.’ Daarna heb ik naar Paulo Tonietto (de makelaar van Silva, nvdr) gebeld om hem te zeggen dat ik naar PSG wilde. De vergelijking Milan-PSG heb ik in mijn hoofd nooit gemaakt, anders zou ik wel in Italië gebleven zijn. Een kwestie van prestige. Maar op korte termijn was een club als PSG interessanter, zeker omdat ik wist dat Milan problemen zou krijgen. En daarin heb ik me niet vergist.”

Heeft algemeen directeur Adriano Galliani niet geprobeerd om je in Milaan te houden?

“Hij heeft me altijd de vrijheid gelaten om te kiezen wat goed voor me was. Ik herinner me ook dat toen hij vernam dat Parijs me wilde halen, hij onmiddellijk geprobeerd heeft om me een evenwaardig contract voor te leggen. Dat was bijna een blijk van liefde. Uiteindelijk heb ik het niet gedaan voor het geld, maar voor het project, want diep vanbinnen ben ik een winnaar. Aan de ene kant kon ik kiezen voor een club waarin ik me op mijn gemak voelde maar die in verval was; aan de andere kant was er PSG dat me een project voorstelde dat nog pril was maar zeer ambitieus. Wat ik wil, is titels pakken en Parijs heeft me dat beloofd. Bovendien denk ik dat Milan het bod moeilijk kon weigeren: ze hadden me voor 10 miljoen euro gekocht en kregen de kans om me voor 32 miljoen euro méér te verkopen. Op een contract van drie jaar was dat een enorme meerwaarde.”

PSG is toch kleiner dan Milan qua prestige, maar ook qua structuur. Hebben jij, Ibra en de andere spelers uit grote clubs raad gegeven aan het PSG-bestuur om hen te helpen groeien?

“Ja, Ibra, Alex, Thiago Motta, Maxwell en ik hebben geprobeerd ons steentje bij te dragen. Zlatan heeft bijvoorbeeld iets gezegd over de keuken in het Camp des Loges (hettrainingscentrum van PSG, nvdr). En kijk: vandaag hebben we een restaurant en professionele koks. Voordat Ibra er iets van gezegd had, waren de mensen die ons eten klaarmaakten werknemers uit een vorig tijdperk. Ze kwamen er eigenlijk gewoon wat depanneren. Dat was niet normaal voor een club die groot wilde worden.”

Wat is het moeilijkst: verdedigen in de Serie A of in de Ligue 1?

“In Frankrijk. Gewoonweg omdat ik niet noodzakelijk vertrouwd ben met de aanvaller tegenover me. Of dat nu een goeie of een slechte spits is, je moet hem kennen. Tijdens mijn eerste seizoen in Parijs was dat niet altijd het geval. De naam van sommige ploegen kende ik zelfs niet. Zo kon ik soms niet antwoorden op de vraag: ‘Tegen wie spelen jullie dit weekend?’ Ik ga je iets bekennen. In het begin bij PSG dacht ik: ‘Ik ben Thiago Silva en die aanvaller, wie is dat?’ Ik had geen respect voor mijn tegenstander, ik onderschatte hem en dat heeft me schade berokkend. Door zo te denken heb ik mezelf soms in nesten gewerkt. Om gerespecteerd te worden moet ik mijn tegenstander respecteren. Zo werkt het. Vandaag de dag informeer ik me voor elke match over de ploeg en de spitsen.”

Eigenlijk wil je zeggen dat je vroeger een beetje was zoals Zlatan, die zei: ‘Ik ken de Ligue 1 niet, maar de Ligue 1 kent mij wel’?

“Ja, een beetje. Maar oké, Zlatan is Zlatan. Hij legt er elk seizoen dertig of veertig in het mandje. Daar kun je niks tegen inbrengen. Ik kan 35 goeie wedstrijden spelen en drie minder goeie waarin we de titel verliezen. Een verdediger ziet meer af en wint minder… Een aanvaller kan eerst drie kansen missen, er dan eentje maken waardoor de ploeg met 1-0 wint en vervolgens de man van de match zijn. En ondertussen loop ik negentig minuten te ploeteren in de schaduw.” (lacht)

Blijven zingen

Hoe kijk je naar de vele betogingen die Brazilië al enkele maanden moet ondergaan? Ben je bezorgd?

“Ja… Wanneer een land een evenement organiseert dat zo belangrijk is als de Wereldbeker, zijn er altijd mensen die profiteren van de mediabelangstelling om zich te tonen en dingen te doen die in mijn ogen slecht zijn. De grote meerderheid van de manifestanten is vredelievend. Die krijgen mijn steun, want we willen allemaal een beter Brazilië en alles wat dat kan bewerkstelligen is welkom. Maar wat ik niet verdraag zijn malafide mensen die vitrines kapotslaan en handelaars en betogers beroven, vaak dan nog met bedekt gelaat. Het is belangrijk de straat op te komen, maar iets kapotmaken, daar bereik je niks mee. Nu, het Braziliaanse volk is intelligent genoeg om te begrijpen dat de Europese landen ons met een scheef oog gaan bekijken als er iets misloopt tijdens het WK. Ze vinden nu al dat we een natie van dieven, bureaucraten enzovoort zijn. Wij kunnen, als spelers, bijdragen tot de nationale kalmte door de Wereldbeker te winnen. Dat is het enige wat wij van onze kant kunnen doen.”

Een goed jaar geleden floot het Braziliaanse publiek de Seleção uit. Vandaag lijkt het beter te gaan. Hoe komt dat volgens jou?

“Alles is begonnen tijdens de openingsmatch op de Confederations Cup. Ik kan me die dag nog goed voor de geest halen, want spijtig genoeg werd onze president Dilma Rousseff toen voor de aftrap uitgefloten. Ik was daar een beetje door aangeslagen. Dat mogen we onze president niet aandoen, zeker niet in die context, maar goed… Uiteindelijk klopten we Japan met 3-0 door goed te voetballen. We straalden ook plezier uit.

“Direct na de wedstrijd zijn we naar Fortaleza gevlogen. Toen de bus van de selectie de luchthaven verliet, liep een horde supporters achter ons aan. Dat was indrukwekkend en het verraste ons. Op dat moment had Júlio César een idee dat misschien banaal kan lijken, maar dat, volgens mij, een verschil gemaakt heeft. De bus had geblindeerde ruiten, dus konden wij de feestende fans zien maar zij konden niet zien hoe wij daarop reageerden. Júlio César vond dat niet normaal en vroeg om de verduistering te verwijderen. Toen dat gebeurd was, hebben we elkaar in de ogen kunnen kijken. Dat creëerde een groot moment van eensgezindheid tussen het publiek en ons.”

Het afspelen van het nationale volkslied tijdens de Confederations Cup, dat was toch wat, niet?

(hij rilt, wrijft zich over de armen en denkt na) “75.000 toeschouwers zo horen zingen… Na de finale van de Confederations Cup zei Vicente del Bosque dat Spanje al een eerste doelpunt moest incasseren tijdens de volksliederen. Het verschil is misschien wel toen gemaakt. Del Bosque had dat snel begrepen. Bij de spelers had Marcelo het idee om te blijven zingen nadat de muziek van de nationale hymne gestopt was. We hebben dat een eerste keer gedaan in Fortaleza. Marcelo stond tussen Júlio César en mij tijdens de hymne. Toen de muziek stopte en ik hem wilde loslaten om te applaudisseren, hield hij me tegen met een blik in zijn ogen als om te zeggen: ‘Jij gaat nergens naartoe, Thiago, blijven zingen!’ (lacht) En plotseling waren we allemaal aan het zingen. Vandaag is dat een ritueel geworden. Als de supporters het volkslied op die manier blijven brengen tijdens het WK, dan staat het al 1-0 nog voor de aftrap gegeven is.”

Mauro Silva vertelde onlangs dat bondscoach Carlos Alberto Parreira en hij in 1994 een heel duidelijk plan hadden om de wereldbeker te winnen. Zijn jullie iets gelijkaardigs overeengekomen met Scolari?

“Neen. En dat hebben we ook niet meteen nodig, want we hebben al hard gewerkt op de automatismen op het veld. De laatste oefenwedstrijden en de matchen op de Confederations Cup tonen dat we op de goeie weg zijn. Als we vertrouwen hebben in onszelf, kunnen we voetballen zoals wij alleen dat kunnen. Brazilië heeft altijd voor offensief en feestelijk voetbal willen staan, dat mogen we niet vergeten. Vroeger wilde iedereen voetballen zoals Brazilië. Dat moet nu weer het geval zijn.”

DOOR WILLIAM PEREIRA EN JAVIER PRIETO – BEELDEN BELGAIMAGE

“FC Porto droeg zijn deel van de verantwoordelijkheid in mijn tuberculose.”

“Zes maanden lang lag ik in een ziekenhuis in Rusland, terwijl ik geen Russisch en geen Engels sprak.”

“Vroeger wilde iedereen voetballen zoals Brazilië. Dat moet nu weer het geval zijn.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content