Het flegma van een halfgod

© BELGAIMAGE

Geen publiek in België dat kritischer omgaat met zijn spelers dan Anderlecht. De laatste in een lange rij die geviseerd werd, is Sofiane Hanni. Vanwaar de hostiliteit van de fans tegenover hun aanvoerder?

‘Beste supporters: op aangeven van Sofiane Hanni scoort Pieter Gerkens de 1-0.’ De vrouwelijke speaker van KV Mechelen springt vrijdag net geen gat in de lucht wanneer Anderlecht na ruim een kwartier spelen op voorsprong komt. Het is het begin van een bewogen en diep ontroerende wedstrijd voor Hanni. De Algerijn zet Anderlecht voor rust op weg naar een overwinning met twee geniale assists en bij zijn vervanging weerklinkt er vanuit het bezoekende vak zelfs luid applaus voor de captain. Alsof de supporters van Anderlecht, die hem een paar weken terug nog hadden uitgespuwd tegen Standard, willen zeggen: zand erover.

En dan moest hét emo-moment van de avond nog komen. Wanneer zijn ploegmaats al lang binnen zijn loopt Hanni, begeleid door het ritmische geklap van de thuissupporters, een ereronde in het AFAS-stadion. Op het einde van zijn zegeparcours geeft hij een stoet mindervalide fans een welgemeende high five. Geen enkele Mechelaar haalt het in zijn hoofd om Soso uit te fluiten. Ze zijn hun publiekslieveling niet vergeten. Bij Malinwa waren ze zot van Hanni. Hij moest soms een uur selfies maken of handtekeningen uitdelen na een match, En wie een fout op hem maakte, liep het risico opgevreten te worden door het publiek. Of hoe je de status van halfgod kan hebben in Mechelen en een miskende held kan zijn op Anderlecht.

Verkeerde lichaamstaal

Met de supporters van paars-wit heeft Hanni een knipperlichtrelatie ontwikkeld. Althans met een deel ervan. Daarom was hij zichtbaar aangedaan door de vocale steun die hij vrijdag kreeg van zijn eigen fans. Anderlecht is de club bij uitstek waar je in drie weken van publiekslieveling naar zondebok kan degraderen. Sinds zijn verhuis naar Brussel zat Hanni té vaak in de laatste categorie. Al trekt hij er zich bitter weinig van aan. Het verbaast hem en occasioneel denkt hij dat er iets anders schuilgaat achter het gefluit van sommige supporters, maar het raakt de Franse Algerijn nauwelijks. Het respect van zijn ploegmaats, de trainer en het bestuur is hem ook al veel waard.

‘Hij vindt het hoogstens een beetje ambetant om uitgefloten te worden’, zegt zijn vader Nordine Hanni. ‘Na de match tegen Standard hebben we er twee minuten over gebabbeld en daarna zijn we met twee iets gaan eten. Dat wijst erop dat hij goed kan relativeren. Hij weet dat het een minderheid is en er nog geen grens werd overschreden. Ik zal mij pas zorgen maken de dag dat ze hem lichamelijk bedreigen of zijn auto beschadigen. Laat die enkelingen dus maar fluiten. Ze zullen er keel- en koppijn aan overhouden. Al vind ik fluiten of schelden een teken van machteloosheid. Iedereen heeft recht op een mening, maar je moet wel met fatsoenlijke argumenten komen.’

Bij zoveel animositeit zou negentig procent van de spelers zich verstoppen of op safe spelen, maar Hanni gaat liever drie keer de mist in dan een risicoloze pass te geven waar zijn ploegmaats niets aan hebben. Dat bleek ook in Mechelen. Zijn twee assists waren van een volmaakte schoonheid, maar hij verkwanselde minstens evenveel doelpogingen. Met zijn vormpeil gaat het net zo: hij wisselt goede met matige prestaties af. Nordine: ‘Ik neem alle wedstrijden van Sofiane op en ik wil gerust met de mensen die kritiek hebben een paar matchen herbekijken. Misschien zullen ze dan zeggen: ‘Oké, ik was fout.”

Maar het zit blijkbaar veel dieper bij een groepje hardliners. Zijn lichaamstaal wekt hier en daar wrevel op. Hij zou een soort je-m’en-foutisme, flegma en melancholie combineren en te weinig spelplezier uitstralen. Een deel heeft het moeilijk met de aanvoerdersband die Hanni erfde van Silvio Proto. Het joeg zelfs een schokgolf door bepaalde supporterskringen. ‘Overloop de lijst met aanvoerders van de laatste twintig jaar en je zal merken dat er iets niet klopt’, aldus Christophe Hooreman, een van de leiders van sfeergroep Purple Heart Fanatics, kortweg PH 09. ‘Het aanvoerderschap moet volgens mij gekoppeld worden aan het aantal dienstjaren bij een club. En je moet présence hebben. Aanvoerder zijn, is niet alleen een stuk stof dragen rond je arm. Pär Zetterberg speelde per seizoen ook een pak mindere matchen, maar hij slaagde er wel in om het niveau van de andere spelers op te trekken. Dat kan Hanni nog niet.’

De andere helft van Hanni’s criticasters vindt dat hij zijn potentieel te weinig benut. Zijn verfijnde bewegingen en fluwelen baltoetsen zijn de uiterlijke tekenen dat hij het DNA van Anderlecht in zich heeft. Maar het komt er volgens Hooreman nog te weinig uit. ‘Ik heb mij misrekend toen ik dacht dat het vertrek van Youri Tielemans hem zou bevrijden. In België herinnert iedereen zich dat doelpunt op Oostende, waarbij hij enkele verdedigers op een hoopje dribbelde. Hij zou dat soort uitspattingen een paar keer per seizoen moeten hebben.’

Lastige klanten

Bij Anderlecht is het een weerkerend fenomeen dat sommige spelers het hard te verduren krijgen. De laatste twee seizoenen werden naast Hanni ook Nuytinck, Kara, Thelin en Badji zwaar aangepakt. ‘Onze supporters kunnen soms meedogenloos zijn’, erkent Dennis Appiah. ‘Supporters hebben áltijd gelijk en ze hebben bijgevolg het recht om hun boodschap over te brengen. Maar ik vind het te verregaand om thuis je aanvoerder uit te fluiten. Er zijn andere manieren om je verzuchtingen te laten horen… En toch moet je daar tegen kunnen. Ik heb liever dat ze mij in het stadion uitjoelen dan dat ze mij kwetsende berichten sturen via de sociale media. Ik kan dat incasseren – het is inherent aan de job – maar ik zou niet willen dat mijn familie zulke dingen leest.’

Tijdens wedstrijden in het Vanden Stockstadion valt het op dat de vele fracties hun ongenoegen of frustraties op een andere manier uiten. De ultra’s van Mauves Army, de belangrijkste sfeergroep van Anderlecht, en South Leaders, een sectie die dicht aanleunt bij de ultra-scène, laten zich niet in met fluitconcerten en moedigen de ploeg negentig minuten aan. Bij PH 09 gaat het er heel gemoedelijk en speels aan toe. Het is het soort tribune waar een grootvader en zijn kleinkind op hun gemak naar het voetbal kunnen kijken. ‘Bij ons zal je dus niemand kunnen betrappen op gefluit. Niet op de ploeg en niet op een speler’, aldus Hooreman. ‘De grondvest van onze groep is duidelijk: in onze tribune is er geen plaats voor racisme of haat.’

Hooreman heeft zo zijn idee over de locatie van waaruit het gekanker opstijgt. Hij noemt ze liefkozend ‘de toeristen’. ‘De mensen die in de lengte van het veld zitten, zijn de lastige klanten. Ze betalen vier- tot vijfhonderd euro voor hun abonnement, zijn enkel uit op spektakel en ze gaan niet mee op verplaatsing. Ze komen al sinds de jaren zeventig en tachtig naar Anderlecht en zijn in die periode blijven steken. Ze denken dat Robbie Rensenbrink nog op het veld staat, niet beseffende dat hij al lang gestopt is. Ik denk dat ze het moeilijk hebben met de huidige situatie en met nostalgie terugkijken op het verleden.’

Het Vanden Stockstadion is volgens Hooreman geen ruwere plek om als speler te gedijen dan de andere Belgische arena’s. ‘Is het zoveel beter op Standard? Die blijven massaal thuis als de resultaten tegenzitten, gaan met de rug richting veld staan of verlaten een kwartier voor het einde het stadion. Bij Anderlecht zijn we bijzonder kritisch, maar ik zie weinig mensen hun zitje verlaten voor er afgefloten wordt. Wij schreeuwen en steken spreekkoren af tegen de scheids en heel soms fluiten we een speler van ons uit…’

De vraag over de manier waarop ze bij paars-wit hun eigen spelers koesteren dringt zich op. De voorbije jaren haalde het Anderlechtpubliek wel meer rare stoten uit. Probeer maar eens aan een leek uit te leggen waarom een stilist als Hanni minder populair is dan een rudimentaire voetballer als Marcin Wasilewski. Hooreman: ‘Denk bij Wasyl zijn afschuwelijke beenbreuk tegen Standard en zijn tatoeage van Anderlecht weg en je krijgt een heel ander verhaal, hoor. Bij Wasilewski hebben vooral emotionele motieven zijn populariteit opgewekt. Ik zal nooit vergeten dat hij zich naar onze tribune heeft begeven op de dag dat hij weer kon stappen. Een beer van een vent zo zien krijsen, is indrukwekkend. Hij is een symbool geworden op Anderlecht.’

De formule om geliefd te zijn bij de Brusselse aanhang is dus simpel: hen emotioneel raken. Intussen vormt Hein Vanhaezebrouck een menselijk schild tussen Hanni en de balorige fans. In zijn eerste contacten met de supporters vroeg hij hen om Hanni niet meer uit te fluiten. Hij maakte enkele jaren geleden gelijkaardige incidenten mee met Rafinha en Neto en hij was er naar eigen zeggen even niet goed van. ‘Ik heb een dik vel, maar ik kan er niet tegen als één van mijn spelers geviseerd wordt. Ik hoop dat de fans hun goede wil zullen tonen want Sofiane blijft in elk geval mijn aanvoerder.’

DOOR ALAIN ELIASY – FOTO’S BELGAIMAGE

In zijn eerste contacten met de supporters vroeg Hein Vanhaezebrouck om Hanni niet meer uit te fluiten.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content