Op paaszaterdag ontvangt RC Genk in de eigen Cristal Arena AA Gent. ‘Tegen alle topclubs hebben we vrij goed gepresteerd thuis’, is Mario Been hoopvol. Ondertussen telt hij de krassen op zijn ziel. Interview met een naar erkenning en liefde smachtende coach.

in de eigen Cristal Arena AA Gent. ‘Tegen alle topclubs hebben we vrij goed gepresteerd thuis’, is Mario Been hoopvol. Ondertussen telt hij de krassen op zijn ziel. Interview met een naar erkenning en liefde smachtende coach.

Maandenlang hield hij de boot af met als argument dat hij er niets bij te winnen had, maar pas heeft RC Genk zijn plek in play-off 1 veiliggesteld, of Mario Been doet zijn belofte gestand. Een interview! “Ik was de media een beetje beu”, vertelt hij op het zonovergoten terras naast de Cristal Arena. “Ik heb al zo vaak mijn verhaal verteld, over mijn jeugd en mijn clubs, en dat ik ondeugend ben geweest. Ik werd het moe om over mezelf te praten. Vaak was ik ook teleurgesteld over zo veel pertinente onwaarheden die ik las. Maar als coach kan je je nooit eerlijk uiten. Je moet je spelers en de club te allen tijde beschermen.”

U bent het moe uzelf te moeten verdedigen?

Mario Been: (zucht diep) “Kijk, waar ik niet tegen kan, zijn onwaarheden. Ik ben heel vaak teleurgesteld geweest in mensen. In spelers, in bestuursleden, in mensen in wie je heel veel energie hebt gestoken.”

Wat hebben de voorbije acht maanden in België u geleerd?

(denkt lang na) “Het is hier een stuk gemoedelijker. Rotterdam is een keiharde stad, Genk is rustiger. Ik kan hier meer in de luwte werken, al was ik me er heel goed van bewust dat ik op een moeilijk moment ben binnengekomen. Genk was de kampioen van België, ging Champions League spelen en ik had geen aandeel gehad in het aankoopbeleid. Dat zorgde best voor een moeilijke instapfase. Alles werd vertaald naar het kampioensjaar en daar moest ik mee afrekenen. Maar ik hou te veel van dit vak. Ik wil met spelers bezig zijn en dus ik wilde zo snel mogelijk weer aan de slag. Ik was ook zeer trots dat ik als favoriet uit het lijstje van mijnheer Degraen kwam.”

Bent u niet te gretig geweest?

“Dat vraagt mijn vrouw me soms nog weleens. Of ik niet nog meer rust had moeten nemen na die hectische periode bij Feye-noord. Maar als liefhebber denk je daar niet bij na. Ik heb hier natuurlijk heel goed over gepraat met mensen rond mij, zoals Leo Beenhakker, die me zei dat ik dom zou zijn, mocht ik dit laten lopen. Nogmaals: ik hou van dit vak. Plus, de Champions League spelen: dat is niet veel coaches gegeven. Zo eerlijk moeten we ook zijn.”

Die Champions League was een te grote verleiding voor u om eraan te weerstaan.

“Kijk, het was schitterend, maar het was wel een geweldig bijkomstig iets. Zo heb ik het toch wel ervaren. Maar het is de absolute top in mijn vak en ik wilde het absoluut een keer meemaken.”

Vergiftigd geschenk

U had het almaar over ‘genieten’. Zelfs na de 5-0 bij Chelsea hield u vol dat u had genoten.

“Wat had ik moeten doen? Zeggen dat we hadden moeten winnen? We zijn een ervaring rijker en een illusie armer. Ons niveau op dat moment was niet goed genoeg. Daar kan je op twee manieren naar kijken: als een gefrustreerde coach of door ervan te genieten en er lering uit te trekken. Het zou raar zijn als je het niet relativeert. Ik ben iemand die heel goed relativeert.”

Na de 7-0 in Valencia heeft u het woord ‘genieten’ niet meer in de mond genomen.

“Ach, het is maar net wat je wil horen. Ik blijf erbij: met een degelijke achterhoede hadden we er geen zeven gepakt tegen Valencia en geen vijf bij Chelsea. Ik vond het fantastisch hoe we dat thuis hebben omgebogen. Niemand had ons toegedicht dat we thuis drie keer ongeslagen zouden blijven. Ik had misschien een wedstrijdje willen winnen, maar je moet je ook niet te veel begoochelingen maken tegen dit soort ploegen.”

Is de Champions League een vergiftigd geschenk gebleken?

“Zo mag je er niet naar kijken. De jongens hebben dit afgedwongen. Dan mag je niet zeggen: dit had ik liever niet gehad. Maar we waren er misschien niet klaar voor.”

Omdat de club u onvoldoende gewapend het strijdperk instuurde?

“Dat is dan mijn eigen schuld. Ik heb ja gezegd tegen het contract en ik moest het doen met wat er voorhanden was. De vier nieuwe jongens ( Mohamed Sarr, Abel Masuero, Leonardo Grimi en Grzegorz Sandomierski, nvdr) kende ik helemaal niet. Ik had goede hoop dat het goeie spelers waren, maar tot vandaag is dat nog steeds niet gebleken. Kijk, je kan allerlei verklaringen gaan zoeken. De fysieke paraatheid, het drukke programma, heel veel blessures, de aankopen die niet helemaal zijn gegaan zoals we hadden gehoopt. Maar ik heb enorm genoten ook van een heleboel mooie dingen, al was het met vallen en opstaan. En natuurlijk stel ik me soms vragen. Maar goed: dat moeten we allemáál doen.”

Hebt u zich verkeken op de spelersgroep?

“Ik vind nog steeds dat we genoeg voetbalkwaliteiten hebben voor de top zes. Mochten we die niet hebben gehaald, zou dat een enorme teleurstelling zijn geweest, al had het gekund: laat daar geen misverstand over bestaan. Dat had je dan onder de noemer ‘falen’ mogen betitelen.”

Hart onder de riem

Als u Genk nu niet in de top vier plaatst, blijft het een mislukt seizoen.

(denkt lang na) “Maar zo praten ook Standard, Gent, Brugge en Anderlecht. Zij hebben allemaal een constanter seizoen dan wij. Maar nu we de eerste doelstelling, het behalen van play-off 1, hebben bewerkstelligd, hoop je dat er een stukje druk wegvalt. Tegen alle topclubs hebben we vrij goed gepresteerd thuis. We verloren alleen van Anderlecht en speelden gelijk tegen Kortrijk. Van Brugge, Standard en Gent wonnen we. Dat is positief. Ik denk dat KRC Genk financieel enorm gezond is, mede door het huidige seizoen. Dat er veel jong talent op de deur heeft geklopt. En dat we ons heel goed zullen moeten versterken voor de toekomst. Als Europees voetbal je doelstelling is en je haalt dat onverhoopt niet, dan heeft dat zijn oorzaken gehad en daar moet je dan ook naar kijken.”

Hadden u en ik hier gezeten als Genk buiten play-off 1 was gevallen?

“Ik had misschien thuis gezeten. Het is me nooit verteld, maar dat zou zomaar kunnen. Er is veel geïnsinueerd rond mijn persoontje.”

Heeft dat u geraakt?

“Tuurlijk. Mocht het niet zo zijn, rij ik toch gewoon naar huis, blijf lekker bij mijn vrouw en kinderen en denk: jongens, zoek het lekker allemaal uit. Dat ik zo vaak hier ben, zegt genoeg. Ik heb alles op mijn schouders genomen. So be it. Villas-Boas is eruit gegaan, Rutten ook, en Ranieri. Dus waarom zou Mario Been niet ontslagen kunnen worden? Ik ben de eindverantwoordelijke, ik stel de ploeg op en ik moet ze voorbereiden op een wedstrijd – laat dat duidelijk zijn. Maar ik sta niet op dat veld. Het wordt allemaal zo gefocust op één persoon.”

Hoe eenzaam heeft die persoon zich gevoeld in de drie dagen na het verlies in Westerlo tot de beslissende partij tegen AA Gent?

“Feit is dat ik hier ben gebleven om die wedstrijd voor te bereiden. Gelukkig heb ik een schat van een vrouw en kinderen die hier naartoe zijn gekomen. Ik heb hier wat vrienden om me heen die niet alleen over voetbal praten. En ik heb mensen als Gunter Jacob, Dirk Degraen en de voorzitter die me een hart onder de riem steken – en dat zeg ik niet omdat ik dat moet zeggen. Ik heb nooit de indruk gehad dat ik eruit gegooid zou worden. Maar nogmaals: garanties heb ik niet.”

U bekleedt de eenzaamste job ter wereld.

“Ach. Winnaars hebben een plan, verliezers hebben altijd een excuus. Ik heb geen excuses. Als het zo moet zijn, is het zo. Ga er niet elke dag mee in je hoofd lopen, want dan word je gek.”

Na de 7-0 tegen Valencia werd uw contract met twee jaar verlengd. Na amper drie maanden. Hoe kan dat?

“Ze waren ongelooflijk blij met me, denk ik. Maar je weet ook: als je van mekaar af wil, dan kom je van mekaar af. Als dat uw achterliggende gedachte is.”

De club had het over ‘continuïteit’ en ‘een langetermijnvisie’, maar verzweeg dat er zachte opzegmodaliteiten werden opgenomen. Dat maakt het engagement net iets minder groot.

(lacht) “Hoe weet jij nu wat er in een contract staat? Snap je nou waarom ik af en toe gek word van deze wereld? Degene die jou dat vertelt, is al bezig met de volgende stap: als we hem eruit gooien, hebben we het nog zo slecht niet gedaan en komen we er goedkoop vanaf. Als jij juiste informatie zou hebben, zegt dat heel veel over mijn wereld. Maar ik ben blij dat ik bij de continuïteit van de club hoor, want ik vind dit een mooie club om voor te werken.”

Collectief falen

U hebt bij herhaling de instelling en de beleving van de spelers een probleem genoemd. U zei dat wel, maar echt boos werd u er nooit bij.

“Ik ben milder geworden. Toen ik hier pas was, ben ik best weleens uit mijn slof geschoten, maar ik heb geleerd dat dit niet de Belgische manier is, toch? Dus heb ik een paar keer op mijn tong gebeten. Ik merkte dat het averechts werkte bij sommige spelers. Je kan als coach keihard zijn, die spelers moeten het wel voor je doen. Daarin had ik ook in Nederland al harde lessen geleerd. Maar neem van mij aan dat ik intern wel het nodige zeg.”

Toch lijkt u niet het type dat snel boos wordt. Veeleer een geschikte kerel die met iedereen overweg kan en op wie het moeilijk boos worden is.

“Luister goed. Ik bén een geschikte kerel. Ik hou van mensen. Zo wil ik ook benaderd worden. Maar mij werd hier verweten dat die en die speler ontevreden was in de krant. Nu ook Anele onlangs bij jullie. Als die spelers nu eens heel goed in de spiegel kijken, en deze coach zou álles zeggen wat ik zou willen zeggen, dan zou dat niet goed zijn voor die spelers. Spelers hebben vaak geen goed zelfbeeld. Daarom erger ik me vaak aan de dingen die naar buiten komen. Zoals aan het stuk met Anele, omdat het absoluut de waarheid niet is. Hij mag niet aanvallen? Al komt hij twintig keer, maar het moet functioneel zijn. Ik zou hem niet hebben uitgelegd waarom hij niet speelde tegen Valencia? Hij zette het zelf op Twitter: omdat hij te laat uit Afrika terug was. Dat was de reden. Maar wat hij niet zegt, is dat ik hem op een vrije dag ben komen verdedigen in een rechtszaak in Brussel.

“Vaak zijn spelers alleen maar met zichzelf bezig en beseffen ze niet dat een coach keuzes moet maken waarmee hij niet iedereen tevreden kan houden. Dat is jammer. Denk je dat ik het leuk vond om het icoon van de club, Jelle Vossen, er een paar keer naast te zetten? Ik weet dat als ik Jelle altijd laat staan, hij zijn twintig goals maakt, want het is een geweldige speler, maar ik heb wel te maken met een brede groep waarin ook een ander vindt dat hij zijn kans eens mag hebben.”

Na uw ontslag bij Feyenoord ontstond van Mario Been het beeld van een coach die niet snel de fout bij zichzelf zoekt.

“Ik zal ongetwijfeld verkeerde dingen hebben gedaan, ook hier. Dat ontken ik niet. Maar het gaat mij erom dat je twee partijen nodig hebt om het doel te bereiken. Ik zeg niet dat het alleen aan de spelers ligt of alleen aan mij. Het is vaak een collectief falen. Maar vaak wordt het anders uitgelegd in de pers: de ploeg wint, en als het slecht gaat, moet de trainer weg. Ik kan daar niet zo gek veel mee.”

Hebt u zich in de steek gelaten gevoeld door uw spelers?

“Absoluut niet! Ik denk dat ik een uitstekende verhouding heb met mijn spelersgroep. En natuurlijk lees ik ook stukken waarin ze ontevreden zijn. Als Jelle of Elia(Barda, nvdr) gewisseld wordt, vindt hij dat niet fijn, maar dat hoort ook zo. Anderzijds, en ik denk dat heel veel coaches daar een probleem mee hebben: spelers moeten ook naar zichzelf durven kijken.”

Spastisch langs de lijn

Ook in moeilijke tijden bleef u beleefd en aanspreekbaar, u ziet er ook altijd piekfijn uit. U heeft wel iets van een heertje.

“Ik vind het nog steeds enorm fijn dat u dat zegt. Zo wil ik ook gezien worden, als een goed mens, zeker voor de mensen die het verdienen. Ik kan ook rücksichtslos (meedogenloos, nvdr) zijn, maar dan moet er heel wat gebeuren.”

Wordt u boos als ik zeg dat ik u weinig gedrevenheid vind uitstralen?

“Tja, dan vraag ik aan jou: waarom vind je dat?”

U wordt bijvoorbeeld nooit boos langs de lijn.

“Hou je van mensen die een rol spelen, of van mensen die echt zijn? Neem dan van mij aan dat ik in de kleedkamer een ander mens ben dan erbuiten. Ik haat mensen die een rol spelen. Wat win ik ermee als ik langs de lijn als een spastisch iemand loop te roepen? Neem van mij maar aan dat ik ongelooflijk gedreven ben.”

Over Anthony Vanden Borre zei u: ‘Toen ik Anthony bezig zag, zag ik mezelf. Een geweldig talent, maar hij is zijn carrière aan het vergooien.’ Daarmee zei u evenveel over uzelf.

“Daarom wil ik ook geen interviews meer geven. Moet ik daar weer over beginnen.”

Wat zit er nog van de speelvogel en de levensgenieter die de speler Mario Been was, in de trainer?

“Niet veel meer. Ben je meer gedreven wanneer je gek doet en fouten maakt, dan wanneer je rustiger bent? Ik ben een stuk rustiger dan vroeger. Ik denk ook veel meer na. Ik heb natuurlijk enorm veel fouten gemaakt in mijn carrière. Echt. Op een gegeven moment word je coach en dan heb je ook daar een wispelturige carrière. Als coach heb je minder invloed op wat er op het veld gebeurt dan als speler. Ik werd kampioen met Excelsior, speelde drie geweldige jaren met NEC, ging naar Feyenoord, de club van mijn dromen. Geweldig eerste jaar, maar door omstandigheden loopt het tweede jaar zoals het is gelopen. En dan kom je bij deze club terecht.”

Een unicum

Bij uw presentatie zei u te willen laten zien dat uw parcours tot uw ontslag bij Feyenoord geen toevalstreffer was geweest. Hebt u uw criticasters de voorbije acht maanden de mond gesnoerd?

“Daar moeten anderen over oordelen. We zijn in ieder geval geslaagd in onze eerste doelstelling, het behalen van play-off 1. Zijn er spelers beter geworden? Ik zie Camus en Benteke die helemaal zijn opgebloeid, Vanden Borre die onder mijn vleugels het nationale elftal heeft gehaald, jonge spelers die aan de deur kloppen. Alleen, we worden geen kampioen. Tja, dan heb ik gefaald. Maar ik ben niet met mezelf bezig. Dit is niet KRC Been, maar KRC Genk. Ik wil gewoon slagen als coach. Niet meer en niet minder. Alleen heb je daar ook materiaal voor nodig.”

Zit er achter al die Rotterdamse branie niet vooral een heel hard naar erkenning en liefde hengelend jongetje?

“Dus eigenlijk heb ik helemaal geen branie? De erkenning van mijn gezin, dat is belangrijk. Dat mijn kinderen nog elke dag tegen me zeggen: papa, ik hou van je. En mijn vrouw, al 26 jaar. Ook een unicum in de voetballerij, toch? Ik ben wie ik ben. Enorm veranderd misschien, maar nog steeds met branie en enorm veel zelfvertrouwen. Voetbal is geen abc dat je opzegt. Succes hangt van zo veel factoren af. Maar geloof me dat dit het allerliefste is wat ik doe.”

Volgens mij wil u niets liever dan weer voetballer zijn en zelf op dat veld staan.

(grijnst) “Nou, dan hadden we play-off 1 niet gehaald, hoor. Het is zeker het allermooiste wat ik heb gedaan, maar vergis je niet: het allermooiste wat ik nu doe, is omgaan met mensen. Romantiseer het niet, maar ik hou echt van mensen. En dan word ik soms boos als ik dingen lees, al kan niet iedereen me nog raken. Het gaat mij maar om één ding: eerlijkheid. Ik kan zo veel teksten naar buiten gooien dat jullie ervan zouden smullen, maar hier zit een persoon die niet alles kan zeggen. Dat houden we zo. Constructief zijn, heet dat.”

DOOR JAN HAUSPIE

“Winnaars hebben een plan, verliezers hebben altijd een excuus. Ik heb geen excuses.”

“Ik heb nooit de indruk gehad dat ik eruit gegooid zou worden. Maar nogmaals: garanties heb ik niet.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content