IN DEZE RUBRIEK DIEPT JACQUES SYS ANEKDOTES OP UIT DE KELDER VAN ZIJN GEHEUGEN.

Soms duikt Aad de Mos nog eens in een perszaal op. Of zit hij bij een of andere Europese wedstrijd als analist in de televisiestudio. En dan zegt hij onverbloemd wat hij denkt. Zoals hij dat ook als trainer deed. Of hij geeft een interview waarin hij al eens met een prognose uitpakt, die bijna consequent verkeerd uitdraait. Of waarin hij het beleid van een club onder het vergrootglas legt. Dat van Club Brugge bijvoorbeeld, dat volgens hem door de komst van

Christoph Daum een stap achteruit heeft gezet.

Vreemd. Want ergens moet De Mos zich in Daum herkennen. Dezelfde botte en directe taal, dezelfde grimmige blik, dezelfde dwingende aanwezigheid. En dezelfde manier om een stempel te drukken op een club, om eerst een fundament te leggen en dan stap voor stap te bouwen. Boeiend was het om naar De Mos te luisteren in zijn beginperiode bij KV Mechelen. Dan vertelde hij bijvoorbeeld dat hij bij het Ajax van Johan Cruijff had geleerd dat je nooit in de voeten aangespeeld mocht worden, maar in de ruimte. En dat het maken van een doelpunt op zich niet zo belangrijk was, maar wel de laatste voorzet. De Mos moest aanvankelijk zijn spelers veel afleren. Hij hamerde op duidelijkheid, net zoals Christoph Daum dat ook bij Club Brugge heel nadrukkelijk doet. De spelers van KV Mechelen keken met een zekere angst naar hem op. Niemand die hem tegensprak als hij voetbal doceerde.

Aad de Mos had één geluk: hij kreeg de tijd om zijn denkbeelden op de ploeg over te zetten. De steun van de toenmalige voorzitter John Cordier was zo groot dat al zijn wensen werden ingewilligd. KV Mechelen leefde op het ritme van Aad de Mos. En hield rekening met zijn bijna extreme bijgeloof, ook al wilde dat sommigen wel eens irriteren.

We herinneren ons een trainingskamp op de Canarische Eilanden, in januari 1988. KV Mechelen bereidde zich onder de milde Spaanse zon voor op de terugronde van de competitie. Op de laatste avond vond De Mos dat zijn spelers beloond mochten worden. Hij liet in een van de betere visrestaurants van het eiland reserveren. De groep begaf zich daar met de bus naartoe, maar in de wirwar van kronkelende straten raakte de chauffeur de weg kwijt. Uiteindelijk liet De Mos hem op twee kilometer van het restaurant stoppen. Die afstand legden de spelers te voet af. Zes maanden later won KV Mechelen de Europacup voor bekerwinnaars.

Een jaar later streek Aad de Mos weer met zijn troepen op hetzelfde eiland neer, in hetzelfde hotel. Hij trainde op hetzelfde veld, op hetzelfde ritme. En opnieuw stond er op de laatste avond een bezoek aan hetzelfde restaurant geprogrammeerd. De chauffeur, uiteraard dezelfde als het jaar voordien, wist dat hij zich niet meer mocht vergissen. Maar De Mos dacht daar anders over. Hij verplichte hem om halt te houden op dezelfde plaats als het jaar voordien. Opnieuw dienden de spelers die afstand te voet af te leggen. En ze kregen hetzelfde menu voorgeschoteld. Zes maanden later werd KV Mechelen kampioen.

Bizar dat Aad de Mos achteraf nooit meer echt slaagde. Niet bij Anderlecht, dat kennelijk moeite had met zijn omgangsvormen, al vertelt De Mos graag dat hij toen de transfer van een speler kon tegenhouden die voor één miljoen frank was toegezegd aan Waregem: Luis Oliveira. Niet bij PSV, waar hij zich gedwarsboomd voelde in zijn filosofie en vond dat hij met amateurs moest werken. Dat zei De Mos dan ook. Diplomatie was niet aan hem besteed. Net zoals hij bijvoorbeeld bij Werder Bremen de strijd aanging met vedette Mario Basler, die hij ooit eens een halve wedstrijd liet warmlopen. De Mos verloochende zichzelf nooit. Bij Standard bijvoorbeeld kraste hij na drie maanden op omdat hij visie miste en geen structuur aantrof. Hij werd er zo moedeloos van dat hij eens op een dag van de training thuisbleef.

Weinig trainers in wie het vuur zo brandde als in Aad de Mos. Nu kijkt hij langs de zijlijn toe. En denkt nog met weemoed terug aan zijn succesrijke Mechelse periode. Daar stortte het raamwerk na zijn vertrek helemaal in. De toenmalige manager Paul Courant had als opvolger nochtans een jonge Nederlandse trainer in gedachten van wie hij zwaar onder de indruk was gekomen. Die wilde best naar Mechelen komen. Maar John Cordier durfde dat niet aan en koos voor Ruud Krol. Een totaal verkeerde casting. De jonge Nederlandse trainer maakte elders zijn weg. Het was Louis van Gaal.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content