Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Geen mens die dit seizoen meer wedstrijden uit de eerste klasse zag dan Wim De Coninck. Minstens drie per weekend, een kleine honderd. Aan de vooravond van de verkiezing van de Profvoetballer van het Jaar maakt en motiveert hij zijn keuze, los van de eigenlijke nominaties.

Profvoetballer van het Jaar

Wim De Coninck : “Voor mij staat op één Mbark Boussoufa, op twee Nicolas Frutos en op drie Salou Ibrahim. Over het nummer één kan weinig discussie bestaan. Raar misschien dat het iemand van AA Gent is en niet van de kampioen noch de Gouden Schoen. Negen goals, zeventien assists, al de fouten op hem … Zijn match tegen Club Brugge, dat zie je van geen speler in België meer. Nadien vond hij zelf nog dat het ‘een goeie match, maar geen superwedstrijd’ was. Dat meende hij, Boussoufa zegt wat hij denkt en speelt geen diplomatenrol. Nu hekelt hij de arbitrage, omdat hij eruit getrapt werd, maar het is moeilijk fluiten op hem. Veel vrije trappen lokt hij uit, omdat hij soms halve schwalbes maakt, veel tackles probeert te ontwijken, licht is. Maar hij krijgt echt wel een pak te verduren. Heel veel verdienste gaat naar Georges Leekens, die hem de juiste omkadering gaf. Gent speelt in functie van hem en dat mag, want hij geeft hen veel terug. Eigenlijk is hij maximaal beginnen renderen als tweede spits, vóór de bal. Ze hebben hem op tien gebruikt, en als linker- en rechtermiddenvelder in een 4-4-2, maar hij is gewoon heel sterk in het vóór de bal vrijlopen, zelfs op het moment dat de tegenstander nog in balbezit is. Het liefst op de zijkant. Zijn passeerbeweging is zo makkelijk, langs beide kanten, net als zijn center, zowel met links als met rechts. Laat hem ook nog eens de vijf strafschoppen van Gent trappen en hij komt aan veertien goals. Indrukwekkende cijfers voor een ploeg waarvan de trainer wel zegt dat ze aanvallend voetballen, maar dat is niet altijd zo. Club speelde op hem mandekking, achteraf bekeken vond hij dat schitterend. Elke keer als Vandelannoite in balbezit kwam, werd Brugge daarvoor afgestraft. Eigenlijk had die in balbezit niet mogen meespelen, dat was Jan Ceulemans vergeten te zeggen. Het kostte hem zijn kop. De eerste ronde van Boussoufa was degelijk, zijn tweede was fenomenaal. Mocht ik Anderlecht zijn, ik pak hem. Niet voor de positie van Zetterberg, wel als vervanger van Akin of Wilhelmsson, een van de spitsen. Als je een klein beetje op automatismen traint, zou Frutos, die geen kopper is, er veel binnen koppen op zijn voorzetten.

“Frutos zet ik op twee, ondanks die korte periode. Als Anderlecht kampioen wordt, is het dankzij hem : negen goals, explosief, snel, wendbaar, goeie voeten. Hij kan veel meer dan na zijn eerste of tweede wedstrijd werd geconcludeerd. Werd gekocht omdat ze een fysiek imposante man wilden naar wie ze ballen konden gooien als het voetballend niet lukte. Daarbij werd vooral naar lengte gekeken. Krncevic, dat type. Dat hij dit ook nog eens allemaal kon, is een meevaller. Dat zullen ze ook wel gezien hebben, want 2,5 miljoen euro voor een houten klaas is veel. Zeker als je onpopulaire beslissingen moet nemen. Van Jestrovic wisten ze al langer dat het een rotte appel was, maar ook Baseggio deden ze weg. Dan de op één na duurste transfer ooit doen was toch een risico. Fysiek lijkt het alsof hij voor hij naar Brussel kwam een maand of drie vakantie nam. Blijkbaar heeft hij nog altijd wat moeite met het trainingsritme en hij lijkt me ook vrij teer en blessuregevoelig, maar zijn wedstrijdmentaliteit is ongelooflijk. Heel de ploeg en zeker het middenveld tilde hij naar een hoger niveau. Echt wel de ontbrekende schakel, net als Koller gaat hij Anderlecht ook op Champions Leagueniveau sterker maken. Hij is sneller, technisch beter en werkt hard. Ze zullen hem nog leren koppen, vermoed ik, want nu raakt hij hem alleen met het hoofd.

“Salou Ibrahim zet ik op drie. Ook negen goals. Nadat ze zijn hoofd op hol brachten, is ook Zulte Waregem minder gaan spelen. Wat Frutos voor Anderlecht is, is Salou voor Zulte. Soms stuntelig, soms mooi en vreselijk goed. Veel mensen denken dat Salou geen trapje hoger aankan, ik denk van wel. Zijn scorend vermogen en kopspel zullen zeker verbeteren als hij straks twee keer per dag kan trainen. Ik dacht lang dat ze hem richting Anderlecht zouden duwen, maar vermoed dat hij voor Brugge koos omdat hij daar meer zal kunnen spelen. Anderlecht heeft al Frutos, hé.”

Jonge Speler van het Jaar

Wim De Coninck : “Boussoufa komt ook hiervoor nog in aanmerking, dus daar is hij ook mijn nummer één. Op twee zet ik Steven Defour, op drie Mémé Tchité. Defour is net 18 jaar en bleef overeind in een ploeg die soms slecht en soms moeizaam draaide. Altijd vrij vóór de bal, altijd vooruit voetballend : het lijkt simpel, maar is efficiënt. Een aantal zaken heeft hij niet of nog niet. Lengte, maar die heeft Boussoufa evenmin, of kracht. Het afstandsschot is nog iets te vaak binnenkantje voet en hij scoort ook niet zo veel, maar dat zal nog allemaal verbeteren als hij bewust blijft werken aan zijn voetbal en niet bezig is met auto’s of imago. Op het veld werpt hij zich op als leider, met een enorme wedstrijdmentaliteit. Functioneert ook bij balverlies. Ik vreesde voor een grote terugval, omdat hij met zijn krachten blijft woekeren, maar hij kreeg die niet. Conclusie : een grote in wording. Ik zag PeterDelorge onlangs teken doen van dikke nek, maar dat is te makkelijk. Het zou spijtig zijn dat hij weggaat, maar laat hem gerust vertrekken naar Ajax. Hij zal er zeker niet wegkwijnen, noch zijn kwaliteiten verliezen. Defour is beduidend meer getalenteerd en staat veel verder op jonge leeftijd dan de anderen die naar Ajax trokken.

“Tchité zet ik op drie. Scoort en heeft een fenomenaal fysiek vermogen. Loopt, vliegt, verdedigt en tackelt. Wordt vaak slecht, met raketten, aangespeeld, maar blijft toch gaan, zoals een rubberbal overal naar toe botsend. Geen fijne voetballer, omdat alles tegen de hoogste snelheid gebeurt, waardoor eenvoudige dingen soms verkeerd gaan. Vraag mij niet wat hij zou doen bij Anderlecht, ik weet het niet. Kan hij tempo kiezen, het ritme van het voetbal variëren ? Je ziet, ik hou van spelers die naast hun kwaliteiten hard werken. Dat moet, ook de groten doen het. Zetterberg is naar Griekenland moeten gaan om het te leren en had Wilhelmsson het van nature, dan zat hij nu al bij een topclub. En Baseggio, ja, die snapt het nog niet.”

Doelman van het Jaar

Wim De Coninck : ” Vedran Runje op één, hij steekt er ver bovenuit. Staat met het meeste zelfvertrouwen in de goal, van hem herinner ik me niet direct fouten of blunders. Ongelooflijke mentaliteit, achter een verdediging die de ene keer wel en een andere keer niet op buitenspel speelt en waar je dus geen staat op kunt maken. Sterk met de voet, niet ongelooflijk groot, maar erg breed. Geen trainingsbeest, er mogen wat kilootjes af, maar ik weet niet of het hem beter zou maken. Soms vergelijk ik hem wat met Svilar, die nog zwaarder leefde, maar ook die ene explosieve reactie in huis had. Technisch is Runje beter, nu zelfs beter dan in zijn eerste periode bij Standard.

“Verder vind ik het moeilijk kiezen. Een aantal keepers deed het heel goed, maar geen heel seizoen. Butina, Stijnen, Michael Cordier is een heel goeie, maar zijn ploeg staat laatste. Herpoel was minder nadrukkelijk aanwezig dan andere jaren. Sober en zonder al te veel fouten, hij krijgt daarom altijd wel zijn zeventje. Proto ? Uiteindelijk niet. Als je Zitka tegen Standard bezig zag, moet je concluderen dat er meer staat dan Proto. Eerste jaar Anderlecht, het is voor velen een syndroom, aan de psycholoog om nieuwkomers straks vanaf het eerste jaar te laten renderen. Ik vond Silvio heel zenuwachtig, sterker bij de nationale ploeg dan met Anderlecht. Jan Moons speelt soms héél goed, maar soms denk ik : Jan, steek je arm uit en je hebt hem. Wat ik van Sierens zag, was goed, terwijl hij een doelman was rond wie veel twijfels waren. Verhulst komt, er is talent. Misschien moet ik op twee toch voor Stijnen gaan. Deed het super in het najaar, maar Ceulemans bevestigde Butina direct als nummer één. Moest het na diens blessure wéér bewijzen, opdat ze niet opnieuw zouden twijfelen met het oog op volgend seizoen. En nu, met Emilio, moet hij zich een derde keer bewijzen. Moest altijd maar wachten en op den duur zou een mens twijfelen aan zichzelf. Maar dat deed hij blijkbaar niet. Op drie zet ik Milojevic. Geen heel seizoen gespeeld, maar wat hij liet zien toen hij blessurevrij was, was klasse. Heeft helaas slechte knieën, want een ander moet uittrappen.”

Scheidsrechter van het Jaar

Wim De Coninck : “Mijn nummer één is JohnyVer Eecke. Was al een tijdje goed bezig, niet alleen in de toppers. Hoe gevaarlijker en explosiever het er uitzag, hoe beter hij de boel ontmijnde, zonder de wedstrijd kapot te fluiten. Veel scheidsrechters fluiten dan alles. Dan loopt het ook niet uit de hand, maar je ziet niks. Kan kritiek verdragen. Ze komen met zeven naar hem, maar met een glimlachje of een knipoog lost hij dat op. Hij straalt iets ontspannens uit, terwijl hij er toch dicht op zit, zijn conditie is goed. Geef hem de kop van De Bleeckere en hij gaat ook naar het WK. Uiterlijk speelt mee, internationaal dan. Op twee zet ik Allaerts, op drie De Bleeckere. Verbist sluit er nauw bij aan en dan hebben we het gehad. Die vier laten voetballen, zien de schwalbes. De rest heeft stress, fluit constant alles, voelt het niet aan en haalt er zo het tempo uit. Ik zie wel goeie dingen van nieuwe namen, Breda, Bultynck, Geldhof, Efong Nzolo. Als je de Nederlanders erbij neemt, staat Pieter Vink op nummer één. Belgische scheidsrechters steken zich voor de match weg, om zeker niemand tegen te komen. Nederlanders schudden iedereen een handje. Belgische scheidsrechters gaan vaak mee met het thuispubliek, een Vink niet. Ik zag Brugge-Lokeren. 0-1. Tien keer wuifde hij een val van een Bruggeling net buiten de zestien weg. Tegen 24.000 man in. Elke keer had hij gelijk, maar het publiek ging tekeer, omdat het dat van een Belg wél gedaan krijgt. Waarna er werd gevoetbald, want elke val resulteerde in balverlies. Conceição liet zich tegen Charleroi vier keer vallen voor hij het snapte. De vijfde keer bleef hij wel rechtop.”

Trainer van het Jaar

Wim De Coninck : ” Francky Dury op één. Ik weet niet of ze de beker pakken en zo’n seizoen eindigt altijd wel een beetje in mineur, maar ik zet hem toch eerste. Omwille van de keuzes van zijn spelers. Elders afgeschreven – Leleu, De Brul, Verschuere, Dupré, Minne – maar allemaal haalden ze plots weer een hoog niveau. Meert, Sergeant, die naar Anderlecht zou moeten, en ik hoor van mensen dat VanNieuwenhuyze iets voor Club Brugge is. De verdienste van de trainer die hen volgens heel duidelijke richtlijnen laat voetballen zonder ze in een keurslijf te steken. Soms keihard, want hij is niet te beroerd om spelers met naam en toenaam de levieten te lezen, ook voor de camera. Geen enkele speler die er de revolte moet prediken, want hij gaat er zelf uit. Dat heeft hij afgedwongen. Twee jaar geleden hadden ze geen kern om te promoveren en werd er wekelijks om zijn ontslag geroepen omdat er niks te zien was. Maar ook toen hielden ze hem de hand boven het hoofd, hij heeft een veel dikkere matras om op te vallen dan andere trainers. Franky heeft die ook bij Anderlecht. Ceulemans dacht die ook te hebben in Brugge, maar zat ernaast, vandaar zijn grote menselijke teleurstelling. Dury komt van heel ver, trainde Zulte nog in eerste provinciale. Zou nooit in eerste zijn geraakt zonder met een ploeg te promoveren en werkte ook daarom zo hard, las alles en offerde er zijn leven voor op. En het loonde. Alleen is hij iets te bescheiden, denk ik, want op een gegeven moment hadden ze de mogelijkheid om mee te doen voor de titel. Dat hebben ze niet uitgesproken, ook niet binnenskamers, uit vrees dat spelers opslag zouden vragen. Ze hebben gezegd dat het punten zou kosten, een lang seizoen, de midweekmatchen. Op den duur geloven ze dat ook en krijg je dit. Ik weet ook dat ze dachten : als we dat zeggen, zullen ze met ons lachen. Maar het was wel het moment, het zat super in mekaar.

“Georges Leekens is mijn nummer twee. Het scheelde niet veel of hij was na de heenronde weg in Gent. Alleen omdat hij Georges Leekens was, kreeg hij nog een kans. En dan krijgt hij die boel toch weer op de rails. Er komt opnieuw veel volk kijken, hij brengt altijd wel iets. Soms doorzichtig, soms gespeeld, maar toch iets speciaals. Als hij blijft, ben ik benieuwd hoe hij een derde jaar gaat aanpakken. Zonder Boussoufa. Maar misschien kiest hij eieren voor zijn geld, gaat hij zelf weg. Zijn idee- en zijn niet vernieuwend, maar als je met hem voor de match spreekt, zit er altijd wel een gedachte achter. Supermotivator van zijn spelers, met de glimlach, maar ze hebben er veel respect voor, zelfs wat schrik. Een soort verraderlijke vaderlijke autoriteit lijkt hij te hebben. Voor mij was Gent de tegenvaller van de eerste ronde, maar je moet het over een heel jaar bekijken.

“Een nummer drie is moeilijker. Ik twijfel tussen D’Onofrio en Vercauteren. D’Onofrio liet het in Brussel afweten, Vercauteren in Luik. Franky zegt wel dat het toeval was dat ze naar een vaste ploeg evolueerden, maar de impact van die nederlaag heeft Anderlecht wel gered. Een 4-3-3 in balbezit, een 4-4-2 bij balverlies, met vaste mensen. Franky heeft logische zaken gedaan, kreeg daar uiteindelijk gelijk in en daarom zet ik hem op drie. Dominique D’Onofrio is het nu efkes te veel, na de nederlaag in Brussel hoorde ik toch wat frustratie. In een zeer onrustige club bracht hij wat stabiliteit, maar geen voetballend systeem. Met de jongens die hij heeft, kan je beter voetbal brengen. Alleen lange ballen was het zeker niet, tegen Anderlecht vond ik ze thuis zéér goed, maar te vaak was het niet goed. De stomste zet was Beda wegdoen. Die maakte Onyewu beter, speelde geen buitenspel en zette als het moest wel zijn poot. Costa deed het degelijk, maar ergens werkte hij het negatieve, hoe men naar Standard kijkt, in de hand.”

PETER T’KINT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content