Bruno Govers

Verguisd om zijn tactisch vaak eigenaardige keuzes, gaf Raymond Domenech zijn criticasters lik op stuk met de kwalificatie van Frankrijk voor de halve finales.

Sinds zijn debuut als bondscoach van Frankrijk, op 2 september 2004 tegen Is- raël, gebruikte Raymond Domenech niet minder dan acht verschillende spelsystemen en nog veel meer invullingen daarvan. Voor velen, ook collega’s van Domenech, was die onduidelijkheid één van de hoofdredenen voor het matte presteren van de Haantjes tijdens de kwalificatie en de voorbereidingscampagne.

Domenech laat er zijn slaap niet voor, met het overleven van de eerste ronde op het WK deed hij sowieso al beter dan zijn voorganger. En toegegeven : er zat wel progressie in de ploeg. In de verdediging bijvoorbeeld, kwamen de Fransen eindelijk tot een vast viertal met Willy Sagnol, Lilian Thuram, William Gallas en Eric Abidal. Het middenveld leek wel een laboratorium voor tal van experimentjes. Het zij met drie, vier of vijf middenvelders. Neen, dan ging het er in de aanval een stuk rustiger aan toe, steeds werd gekozen voor een tweemansvoorhoede, enkel het in extremis uitvallen van Djibril Cissé (beenbreuk) zorgde ook daar voor een change of plans. Het verplichtte Domenech verder te experimenteren, zelfs nog tijdens het WK. Een overzichtje :

Frankrijk-Zwitserland: 4-2-3-1

De Fransen kenden het voordeel dat ze al in de kwalificatieronde tegen Zwitserland uitkwamen. In het Stade de France werd op 26 maart 0-0 gelijk gespeeld met een 4-4-2-opstelling. Sagnol, Jean-AlainBoumsong, Gaël Givet en Gallas achterin, Ludovic Giuly, Patrick Vieira, Vikash Dhorasoo en Benoît Pedretti op het middenveld, Sylvain Wiltord en David Trezeguet voorin.

De terugwedstrijd op 8 oktober in Bern eindigde eveneens op een gelijkspel (1-1), ditmaal koos Domenech voor een 4-2-3-1 met Anthony Réveillère, Thuram, Boumsong en Gallas achterin ; Vieira, Claude Makélélé als brekers voor de verdediging ; Dhorasoo, Zinédine Zidane en Florent Malouda een rij hoger en Wiltord alleen in de punt. Het verschil tussen de heen- en de terugwedstrijd zat hem in de terugkeer van de oudjes Zidane, Thuram en Makélélé. Op het einde van de wedstrijd kwam Cissé in voor Dhorasoo en schakelde Frankrijk over op een 4-4-2.

Voor de eerste wedstrijd op dit WK greep Domenech terug naar die 4-2-3-1. Met deze verrassing dat Frank Ribéry voor het eerst in de basis van Les Bleus gedropt werd en dat Wiltord op de andere flank mocht opdraven, terwijl hij in de voorbereiding meestal als wisselspeler gebruikt werd.

Commentaar van Raymond Domenech : “Waarom één spits ? De systemen worden aangepast in functie van de ploegen en de competitie die evolueert. De volgende partijen kan dat weer veranderen. Waarom Ribéry en Wiltord starten ? De basisspelers zijn zij die starten aan de wedstrijd, zo simpel is het. Ditmaal waren zij dat, volgende keren misschien anderen. De trainingen die we doen en de wedstrijden die we spelen, moeten mij toelaten om alle 23 spelers op elk moment te kunnen inzetten. Als basis- of als wisselspeler.”

Frankrijk-Zuid-Korea: 4-2-3-1

Voor deze tweede wedstrijd opteerde de Franse bondscoach voor dezelfde opstelling als de eerste partij. Maar met Malouda in plaats van Ribéry op de linkerflank. De coach vond dat de Marseillespeler meer van nut kon zijn als joker – zoals hij trouwens bewees in de voorbereiding – dan als starter. Zijn prestatie tegen Zwitserland was vrij pover, net als die van de hele ploeg overigens.

Die keuze van Domenech veroorzaakte flink wat gepalaver. Want, met uitzondering van de oefenpartij tegen Ivoorkust op 17 augustus 2005, toen de oude garde zijn terugkeer vierde, had de nationale ploeg zich nooit aangediend in een formatie rond het offensieve viertal Wil- tord-Zidane-Henry-Malouda. En dan meteen in zo’n belangrijke wedstrijd !

Nog vreemder was de beslissing om op het einde weer over te schakelen naar een 4-4-2, met Trezeguet in plaats van Zidane. Het was de bedoeling om voorin een rustpunt te creëren en zo de toenemende druk van Zuid-Korea weg te nemen. Eigenlijk had de Juventusspits al veel eerder moeten inkomen. Maar Zizou eruit nemen in het slot van een wedstrijd, is nooit een goede oplossing. Temeer omdat het nummer tien al tegen zijn tweede gele kaart was aangelopen en dus geschorst zou moeten toekijken in de beslissende partij tegen Togo. Had Zidane in die optiek geen betere uitgeleide verdiend ? Ook Zidane vond dat duidelijk : hij kegelde een lege bidon tegen de invallersbank. De coach bleef stoïcijns.

Commentaar van Raymond Domenech : “Geen blik tussen Zidane en mij ? Hoezo ? Dat interpreteren van beelden is giswerk. De waarheid is dat het op dat moment 1-1 stond. In zo’n situatie gaat geen enkele kampioen graag van het veld. Waarom twee spitsen op het einde ? Simpel : om de volgende match al voor te bereiden, mijne heren.”

Frankrijk-Togo: 4-4-2

De druk was groot voor deze laatste poulewedstrijd. Zidane geschorst en de verplichting om met minimaal twee doelpunten verschil te winnen om door te stoten naar de achtste finales. In de hele kern van Les Bleus loopt er niemand rond die de rol van Zidane kan overnemen als vormgever van het elftal. Enkel Johan Micoud bezit, alles in acht genomen, een gelijkaardig profiel als de grootmeester. De strateeg van Werder Bremen zat echter niet in de selectie van 23.

Het duo Vieira-Makélélé bleef logischerwijze behouden als schokbreker voor de gebruikelijke verdedigingslinie, maar Domenech wist eens te meer te verrassen met het opstellen van zijn zogezegde joker Frank Ribéry. Niet op links, zoals tegen de Aziaten, maar ditmaal op rechts. Omdat hij beide flanken aankan, vond de coach. Een kwaliteit die zijn overbuur, de puur linksvoetige Malouda, niet bezit. Daarom kreeg de Marseillespeler de kans om zijn kunnen te bewijzen op zijn vertrouwde linkerflank. Van daaruit werden offensieve impulsen verwacht. Voorin werd Trezeguet geheel volgens de logica gekoppeld aan Henry, zoals in de tijd dat ze beiden de aanval droegen van AS Monaco. Na de wedstrijd tegen Zuid-Korea had de Juventusman zijn onvrede geuit over de keuze om slechts met één aanvaller te spelen. “Brazilië speelt met twee spitsen, waarom speelt Frankrijk niet zoals Brazilië ?” vroeg hij zich publiekelijk af. Toen de opmerking tot bij Domenech waaide, maakte die er zich met een typische kwinkslag vanaf : “Waarom niet zoals Brazilië ? In het geel, bedoel je ?”

Meer nog dan Trezeguet was het Thierry Henry die tegen de Afrikanen de ploeg op sleeptouw nam. Hij kwam 47 maal aan de bal, tegen Zwitserland was dat nog maar 34 maal. Een verbetering. Zonder Zidane, die soms de neiging heeft te veel tussen de linies te lopen, kwam het Franse spel, via zijn technisch vaardige middenveld, beter en sneller tot bij Henry. De goalgetter van Arsenal heeft niet liever dan dat zijn ploegmaats hem zo vlug mogelijk na de recuperatie de bal toespelen. Des te meer ruimte krijgt hij om zijn snelheid te benutten. In de opstelling die Domenech koos, kon Henry beter renderen dan wanneer Zidane in de ploeg staat. Die brengt misschien meer balvastheid, maar haalt de dynamiek uit het Franse spel.

Frankrijk-Spanje: 4-4-1-1

Zij die dachten dat Domenech met de terugkeer van Zizou weer naar de 4-2-3-1 zou overstappen, hadden het lelijk mis. De bondscoach koos voor een onuitgegeven 4-4-1-1. De viermanslinie op het middenveld bleef behouden, maar het was opnieuw Trezeguet die plaats moest maken voor Zidane. Het nummer tien werd uitgespeeld als hangende spits achter Henry. Met vier middenvelders op een lijn trachtte Domenech de oprukkende flanken van Spanje te barreren. Sergio Ramos en Mariano Pernia hadden op dit WK immers al hun waarde bewezen. Aan de andere kant bouwde Frankrijk met Zidane een rustpunt in vooraan, waardoor het hoopte steeds zo ver mogelijk van het eigen doel te opereren. Met een sterk bezet middenveld en een compacte verdediging hoopte Domenech ruimte te ontnemen aan de Spanjaarden, want als ze die krijgen, zijn ze dodelijk. De aanvoer naar de Spaanse aanval moest zoveel mogelijk worden afgesneden.

Het openingsdoelpunt van de Spanjaarden had de ploeg van Luis Aragones eigenlijk op een wolk moeten zetten, want de Fransen bewezen eerder al dat ze kwetsbaar zijn als ze niet als eerste kunnen scoren (57 procent kans op een nederlaag), maar de Fransen antwoordden met een sterke tweede helft. Het beste wat ze tot dan toe al op het WK lieten zien. Thierry Henry en Zinédine Zidane, elk op hun manier, legden de wedstrijd in een beslissende plooi en trokken hem in het voordeel van Frankrijk.

Commentaar van Raymond Domenech : “Om te winnen heb je niet noodzakelijk meer balbezit nodig dan de tegenstander. Het is soms handig, maar er is nu eenmaal maar één bal op het veld. Het belangrijkste is dat je hem vooraan krijgt. Het nieuwe spelconcept ? Er bestaat geen nieuw spelconcept, enkel datgene waarmee je wint. Ik ga niet enkel uit van één concept om te geraken waar ik wil. Het kan zijn dat we over zeer snelle spitsen beschikken, maar moeten we daarvoor altijd op de counter spelen ? Ik houd graag alle opties en varianten open. Het zijn de kwaliteiten van zij die op het veld staan, die bepalen welke koers we varen.”

Frankrijk-Brazilië: 4-4-1-1

Historisch : voor het eerst in 25 wedstrijden onder zijn bewind, koos Domenech voor dezelfde opstelling en tactiek als de wedstrijd voordien. Begrijpelijk, want tegen de Spanjaarden speelde Frankrijk zijn beste helft van het WK. Bovendien neigen de Brazilianen naar eenzelfde spelstijl als de Spanjaarden. Evenzeer mikken zij op voortdurend balbezit om zo de tegenstander achter een ongrijpbare bal te laten hollen. Logisch dus dat Domenech voor eenzelfde winnende tactiek koos als tegen Spanje.

Vreemd genoeg opteerde zijn collega aan de overkant voor een wijziging van zijn elftal. Kaká werd uitgespeeld als draaischijf achter het spitsenduo RonaldoRonaldhinho. Juninho kreeg op het middenveld de voorkeur op Emerson om Zidane in zone te helpen opvangen. Spijtig genoeg voor de Lyonvedette speelde Zizou zijn beste partij van het toernooi. Ook weinig geluk voor coach Carlos Alberto Parreira, die al zijn tactische vernieuwingen in het water zag vallen. Kaká lag onder de knoet bij Makélélé en Ronaldinho werd voorin constant in de tang genomen door het duo Sagnol-Vieira. Net zoals tegen Spanje zorgden Ribéry en Malouda ervoor dat de oprukkende backs van Brazilië, Cafú en Roberto Carlos, weinig konden dreigen. Opeens was het Frankrijk, onder leiding van een begenadigde Zidane, dat de touwtjes in handen nam. Na Spanje ook Brazilië voor de bijl : wie durft er dan nog zeggen dat Domenech er niets van kent ?

Commentaar van Raymond Domenech : “Ik heb altijd beweerd dat we in een wedstrijd van vijf sets bezig zijn. De eerste twee, in 1998 en 2000, werden gewonnen. De twee volgende, in 2002 en 2004, verloren we. Nu staan we in de belle en blijft alles mogelijk. Velen lachten me uit toen ik verklaarde dat 9 juli ons doel is. We zijn er niet ver meer af.”

BRUNO GOVERS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content