Met fris en dartel spel raasde Standard zaterdagavond op Cercle Brugge weer naar de kop van het klassement. Na de uitschuiver tegen Beveren gaven de Rouches opnieuw blijk van concentratie en efficiency. Standard koos zaterdag slechts sporadisch voor het zo in het spel van het team verankerde wapen van de lange bal en pakte uit met beweeglijk combinatievoetbal. Achteraan zit er ook na het vertrek van Ivica Dragutinovic duidelijk structuur in de verdediging en wordt de buitenspelval niet meer constant opengetrokken. Precies dat kostte vorig seizoen onnodig veel doelpunten en deed sommigen twijfelen aan het tactische inzicht van Dominique D’Onofrio. Nu moet de trainer er alleen over waken dat de club zich in haar ambitie niet voorbijholt en dat een aantal naar individualisme neigende spelers collectief blijft denken.

Standard staat woensdagavond tegen Club Brugge voor een eerste krachtmeting nadat het tamme Cercle zaterdagavond eigenlijk nauwelijks weerwerk bood. Groen-zwart pakte vorig seizoen de meeste tegendoelpunten van alle eersteklassers en dacht dit probleem op te lossen door een nieuwe doelman aan te trekken. Francky Vandendriessche stuntelt er dit seizoen echter op los, terwijl het spel niet om aan te zien is. Cercle kruipt als een slak over het veld en is, ondanks de aanwezigheid van twee verdedigende middenvelders, probleemloos uit mekaar te tikken. Het is duidelijk dat de club tijdens de transferperiode de verkeerde accenten heeft gelegd. De trainer zal hier vroeg of laat een prijs voor betalen.

Duidelijkheid in het beleid is niet het sterkste punt van onze voetbalclubs. Vooral in het Genkse voetbaltheater blijven zich de vreemdste dingen afspelen. Toen de club een paar weken geleden Bob Peeters aantrok, mocht de hele voorbereidingsperiode eigenlijk worden weggegooid. Om Peeters met zijn balvastheid te laten renderen moet er heel anders worden gevoetbald. Het is typerend voor de vruchteloze manier waarop RC Genk naar een nieuwe identiteit zoekt. Acht aankopen werden er vorig seizoen gedaan, maar op een paar bevliegingen van Orlando Engelaar na kon niet één speler het elftal een meerwaarde geven en een vaste plaats veroveren. Dat René Vandereycken in die omstandigheden de club op een Europese plaats parkeerde, was dan ook een topprestatie. Een heel seizoen lang had hij de openlijke kritiek van voorzitter Jos Vaessen moeten dulden. Dat het bestuur niet met Vandereycken wilde doorgaan, viel niettemin te volgen. De tegendraadsheid van de trainer nam bij momenten groteske vormen aan. Toch legde Vandereycken vaak de vinger op de wonde. Bestuurders moeten zich afvragen of ze willen werken met een trainer die hen vertelt wat ze graag horen, of met een coach die zijn mening ventileert.

Deze voetbaljaargang heeft qua spelbeeld niet voor de verwachte kentering gezorgd. Na de wedstrijd op AA Gent, anderhalve week geleden, klaagde Hugo Broos erover dat zijn instructies niet waren opgevolgd. Dan moet je je als trainer vragen beginnen stellen : of de groep wil niet volgen, of kan het niet. Broos sprak zijn manschappen toe, maar keek vervolgens in de Uefacup tegen een obscure Bulgaarse ploeg, Litex Lovech, opnieuw naar een wanprestatie. Kevin Vandenbergh jammerde er na de wedstrijd over dat hij was gepasseerd, Bob Peeters vond dat er te weinig aansluiting was. Zulke oprispingen zijn er onder Vandereycken nooit geweest. En de irritaties op het veld al evenmin. Wie de wedstrijd van RC Genk op AA Gent volgde, wist niet wat hij hoorde. Het gescheld van de spelers maakte duidelijk dat er nog lang geen lijn zit in het spel van het team, de fel bevochten zege van zondag tegen Zulte Waregem ten spijt. De snel overkokende Jos Vaessen kan niet anders dan concluderen dat zijn strategie dit seizoen niet werkt.

Met nul op zes zijn Anderlecht en Club Brugge vorige week aan de Champions League begonnen. De Brusselaars bleken tevreden met hun prestatie op Chelsea, al hadden ze maar één enkele doelkans gecreëerd. Club Brugge deed in een enthousiaste voetbalsfeer wat het kon tegen Juventus, maar precies die wedstrijd toonde nog maar eens de immense kloof die er tussen het Belgische voetbal en de Europese top gaapt. Zowel technisch, tactisch als fysiek waren de Italianen twee klassen beter.

De vaststelling dat die achterstand alleen in te halen valt als je vanaf de jeugd weer helemaal herbegint, is al langer gedaan. Merkwaardig genoeg is nog steeds niemand daartoe bereid.

door Jacques Sys

Standard mag zichzelf niet voorbijhollen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content