Ondanks een moeizaam begin heeft Frankie Vercauteren van RC Genk weer een competitieve ploeg gemaakt. Hoe heeft de Brusselaar de Limburgers nieuw leven ingeblazen?

Frankie Vercauteren (53) heeft het pijnlijke afscheid van de Rode Duivels goed verteerd en zijn Genkse troepen krabbelen recht na een ronduit dramatische heenronde. Vercauteren, die zijn contract van zes maanden straks wellicht verlengd ziet, maakt de balans op.

Trof je een uitgebluste groep aan toen je hier arriveerde?

Frankie Vercauteren: “Ik werd met een paar problemen geconfronteerd. De spelers waren mijn manier van werken niet gewoon en ze hadden wat moeilijkheden met de bedrijvigheid die ik in de groep bracht. Daar kwam nog eens bij dat de mentale veerkracht van de groep zo goed als onbestaande was. De kleinste tegenslag zorgde ervoor dat de spelers meegesleurd werden in een negatieve spiraal. En er waren er ook enkelen die gewoon niet fit genoeg waren. De groep is – op Samuel Yeboah na – dezelfde gebleven en toch speelden we de voorbije wedstrijden merkelijk beter. Dan weet je dat het grootste probleem in het kopje zat. Daniël Tözsér is daar het beste voorbeeld van. Hij legt nu drie keer zoveel volume in zijn spel. Geloofde hij vroeger niet genoeg in zichzelf of werd hem niet gevraagd om zo te spelen? Ik weet het niet.”

Welk soort voetbal heb je in gedachten?

“Racing Genk speelde voor mijn komst vooral op balbezit. Maar balbezit levert je niet altijd punten op. Je kunt zestig procent balbezit hebben en toch de wedstrijd verliezen. Ik streef naar een snelle omschakeling – en dan bedoel ik niet dat we de lange bal moeten hanteren – met spelers die veel beweging brengen.”

Waarom greep je terug naar een 4-4-2 terwijl je spelers een 4-3-3 gewoon waren?

“Als het van mij afhangt, zouden we in 4-3-3 spelen, maar we hebben geen echte flankspelers. Daarom heb ik gekozen voor een 4-4-2. En dat blijft waarschijnlijk nog wel even zo.”

Is de déclic er na de overwinning tegen Charleroi gekomen?

“Neen, die was er al in alle voorgaande wedstrijden. Enkel in de bekerwedstrijd tegen Roeselare speelden we ondermaats. Maar goed, Genk was misschien niet klaar om ver door te stoten in de Cofidis Cup. De bekercompetitie combineren met een opmars in de reguliere competitie vergt veel van een team. Als zelfs Anderlecht er niet in slaagt om beker en competitie te combineren …

“De wedstrijd tegen Roeselare buiten beschouwing gelaten, zag ik elke match een beetje meer zelfvertrouwen in de groep sluipen. De overwinning tegen Charleroi was de eerste concrete beloning voor het harde werk dat de groep had geleverd. Die avond konden de spelers voor het eerst zien dat mijn manier van werken uiteindelijk ook resultaat oplevert. Het is toch belangrijk dat de spelers geloven in je aanpak. Anders lopen ze zich heus niet in het zweet, hoor. Al moet ik zeggen dat ik op het vlak van inzet nooit te klagen heb gehad. Ik moest hen eerder intomen.”

Waren ze ervan overtuigd dat ze meer in huis hebben dan het klassement deed vermoeden?

“Neen, integendeel. Ze waren nogal negatief ingesteld. Het leek wel alsof ze zich al hadden neergelegd bij de situatie.

“Uit de laatste wedstrijden blijkt dat de groep er weer in gelooft. De grinta is terug.”

Wachten op Liverpool

Ben je tevreden over het huidige spelpeil van je team?

“Er is nog werk voor de boeg. We zijn bijvoorbeeld niet efficiënt genoeg voor doel. Dat moet nog veranderen als we onze plaats in de subtop weer willen innemen. Ook op het vlak van onderlinge coaching moeten mijn spelers nog veel bijleren. Ze zijn te braaf en geven nog te weinig aanwijzingen.”

Ben je blij met de winterkoopjes?

“Mijn ploeg is nog altijd niet in evenwicht. Ik beschik wel over veel centrale spelers, maar we missen explosiviteit op de flanken. Ik heb ook maar vijf verdedigers voor vier plaatsen, dat is niets te veel. Op linksmidden moet ik steevast Fabien Camus of KevinDe Bruyne, twee rechtsvoetige spelers, zetten. Voorin hebben we dan weer geen echte targetman voorhanden. Met als gevolg dat we niet genoeg variatie in ons spel kunnen leggen. Iedereen weet hoe we gaan spelen.”

Heb je aangedrongen op nog meer versterking?

“Ik heb dat geprobeerd, maar ik begrijp het standpunt van het bestuur. Ze willen geen spelers meer kopen die na vijf maanden alweer verkocht (moeten) worden. Het is wachten tot er zich een opportuniteit aandient op de transfermarkt. Ik had gehoopt dat het samenwerkingsverbond tussen Racing Genk en Liverpool vruchten zou afwerpen, maar dat is voorlopig nog niet het geval geweest. De spelers die ik wilde, mochten van Liverpool niet komen en de jongens die zij wilden afstaan, interesseren mij niet.”

Hoe verloopt die samenwerking met Liverpool?

“Momenteel ‘loopt’ ze helemaal niet.” (lacht)

De transfer van Orlando was een verrassing …

“Het is meer een wissel dan een transfer. Orlando kwam van Charleroi naar Genk en Koïta maakte de omgekeerde beweging. Ze kwamen allebei niet meer aan spelen toe bij hun club en dus leek het ons een goed idee dat ze allebei even andere lucht konden opsnuiven. Wie weet komen zowel clubs als spelers er wel als winnaar uit. Ik hoop dat Orlando ons meer zal kunnen bijbrengen dan Koïta in de heenronde heeft gedaan.”

Drie voormalige vaste waarden zijn een beetje in het sukkelstraatje beland: Camus, Tóth en Barda.

“Camus is goed op weg om uit het dal te klimmen. Ik heb hem opnieuw gelanceerd in de wedstrijd tegen Charleroi omdat ik dacht dat hij tegen zijn ex-ploeg wel extra gemotiveerd zou zijn. Voor Tóth ligt het anders. Hij heeft met Hubert en Anele twee zware concurrenten voor de plaats van verdedigende middenvelder. Momenteel heb ik niet te klagen over de prestaties van Hubert, dus ik zie niet in waarom ik hem niet zou laten staan. Ook Barda moet leren omgaan met de concurrentie. Ik stel nu eenmaal slechts twee aanvallers op terwijl Vanhaezebrouck er drie opstelde. En dan is Yeboah er in januari nog bijgekomen.”

Barda wordt ongeduldig en liet zich al ontvallen dat hij zou willen vertrekken …

“Ik meen te weten dat hij bij ons een meer dan behoorlijk contract heeft. Hij weet ook waar hij aan toe is bij Genk. Geen enkele speler wilde echt weg in januari. Toen wist ik: ze worden hier goed gesoigneerd en ze beseffen waarschijnlijk dat dat elders misschien niet het geval zal zijn.”

Een psycholoog in de wachtkamer

Je lijkt minder gestresseerd na je ontslag bij Anderlecht en je passage als bondscoach …

“Dat is maar een gedacht. Ik zal altijd gestresseerd zijn tijdens de wedstrijd. Dat is maar goed ook, want ik heb stress nodig om goed te presteren. Ik ben het overigens niet eens met de mensen die zeggen dat ik bij Anderlecht op het einde té gestresseerd was. Ik voelde me niet meer gesteund door de club, dat is iets helemaal anders.”

Geef je nog lange theoriesessies?

“Je moet ook daar een correct evenwicht in vinden. Ik had al snel begrepen dat ik de spelers niet moest volproppen met allerlei tactische richtlijnen. Ik heb de groep wel enkele kleine teambuildingoefeningen laten doen. Dat is altijd goed om de spelers scherp te houden. Het is belangrijk dat je als trainer je groep voortdurend weet te prikkelen. Alleen dan kunnen ze ook op het mentale vlak een stap voorwaarts zetten.”

Heb je bij Anderlecht niet overdreven met die teambuilding?

“Ik vind net dat ik er niet ver genoeg in ben gegaan. Je ziet dat het overal steeds meer wordt gebruikt, behalve in België. In elke technische staf zou een psycholoog moeten zitten, maar zover zijn we in België duidelijk nog niet. Als je hier het woord ‘psychologie’ nog maar uitspreekt, denkt men dat je ziek bent. Nochtans kunnen alle ploegen daar hun voordeel mee doen. Ik werkte al samen met een psycholoog toen ik de jeugd van KV Mechelen trainde.”

Bij Genk heb je er geen …

“Inderdaad, maar ik wil er wel een achter de hand houden. Die man moet niet elke dag op de club zijn, maar hij moet wel beschikbaar zijn in noodgevallen. In België werken te weinig clubs met een psycholoog samen. Ik ben er zeker van dat de spelers vaak zelf het initiatief zullen nemen voor een gesprek met een psycholoog. Al zullen ze dat natuurlijk nooit openlijk toegeven.”

Lesje geleerd

Misschien ben je hier volgend seizoen al niet meer…

“Ik heb zelf om een contract tot het einde van het seizoen gevraagd. De club wilde nog een optie toevoegen, maar ik wil me niet meteen voor een lange periode aan een club binden. Na die zes maanden zal ik weten hoe het er in Genk aan toegaat en zal de club gezien hebben wat ze van mij kan verwachten. Dan kunnen we nog zien wat we doen. Ik hoef geen vast contract voor de komende vijf jaar. (lacht) Ik ben op een punt gekomen dat ik geen dingen tegen mijn zin meer hoef te doen. Toen ik mijn ontslag gaf bij Anderlecht hebben ze me overtuigd om op die beslissing terug te komen en dat heb ik toen ook gedaan.”

Heb je daar spijt van?

“Spijt niet, maar ik heb er wel uit geleerd. Toen ik er bij de nationale ploeg mee wilde stoppen, heb ik dan ook niet getwijfeld.”

Genk is al een hele tijd op zoek naar een trainer die past bij de club. Hebben ze die in jou gevonden?

“Het is belangrijker om een goede ploeg te hebben. Dat is ook veel dringender want een slechte ploeg betekent slechte resultaten. Vervolgens komt er minder volk naar het stadion en trekken de sponsors zich terug. Het kan snel gaan voor een club.”

Geloof je nog altijd in die play-off 1?

“Natuurlijk. Al denk ik wel dat we met Anderlecht, Club Brugge, AA Gent, Standard en Zulte Waregem al vijf van de zes deelnemers aan die play-off kennen.”

Het budget van Racing Genk is zo’n drie à vijf keer dat van STVV, Zulte Waregem en Kortrijk. Als je dan ziet waar jullie staan in de rangschikking, kun je toch niet anders dan spreken van een malaise?

“Het is niet omdat je meer geld hebt dat je ook beter presteert. Je moet dat geld ook goed besteden. En dan heb ik het niet alleen over Genk.”

door pierre danvoye – beelden: reporters

Ik ben op een punt gekomen dat ik niets meer tegen mijn zin hoef te doen.

Als je in België het woord ‘psychologie’ nog maar uitspreekt, denkt men dat je ziek bent.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content