Laat het WK in Brazilië Moussa Dembélé toe eindelijk de topcarrière te maken die hem ooit toegedicht werd?

Een enkel woord: klasse! Een voorbeeld? Zijn slalom door de Italiaanse defensie en een fantastisch schot van op 25 meter. MoussaDembélé heeft zijn visitekaartje aan de Italianen afgegeven en zijn team de weg getoond. In deze ploeg is hij onmisbaar”, schreef dit blad op 27 augustus 2008 na de Olympische Spelen in Peking waar de Belgische voetbalploeg vierde eindigde. Een maand later maakte hij net zo’n goal met AZ tegen Willem II. Dat doelpunt maakte NOS-reporter Frank Snoeks helemaal lyrisch: “Hij liep net niet over water, maar het scheelde niet veel. Ik zou niet durven beweren dat hij het niet kan. Hier moet je in stilte van genieten. Dit was de symfonie van Dembélé!” “Zoals hij hier speelt, haalt hij het niveau van Chelsea, Barcelona of zelfs Real”, merkte Jan Vertonghen (toen bij Ajax, nu Dembélés ploegmaat bij Tottenham) destijds op.

Zes jaar geleden is dat intussen. Op dat moment werd Dembélé beschouwd als de beste speler van zijn generatie. Zijn staat van gratie duurde welgeteld één jaar. “Van die generatie dacht iedereen dat hij de mooiste loopbaan zou maken, op basis van zijn talent.” Ook vandaag staat dat talent niet ter discussie. Vraag maar eens aan de Rode Duivels wie men de technisch meest onderlegde speler vindt en de meesten zullen Dembélé naar voor schuiven.

Hoe komt het dan dat Daniel Van Buyten, Thibaut Courtois, Thomas Vermaelen, Toby Alderweireld, Eden Hazard, Marouane Fellaini, Adnan Januzaj, Vincent Kompany allemaal in clubs spelen die in staat zijn de Champions League te winnen, en Dembélé niet?

“Je moet ook niet overdrijven, hij speelt toch niet in een kleine club”, reageert Louis van Gaal, die Dembélé nog meemaakte bij AZ,bits op de vraag. “Techniek hoort bij het DNA van Tottenham. De Spurs hebben de voorkeur gegeven aan technische spelers à la David Ginola, Chris Waddle of Osvaldo Ardiles boven het grof geschut. In dat opzicht is Dembélé terechtgekomen bij de club die het best bij hem past”, zegt Tom Collomosse van de London Evening Standard.

Hij scoort te weinig

Na de OS van 2008 is Dembélé de ster. In Nederland beseft men dat AZ (dat hem bij Willem II weghaalde) slechts een springplank is. “Al toen hij hier aankwam, was het duidelijk dat hij potentie had”, zegt Theo Brinkman, AZ-watcher voor de Alkmaarder Courant. “Hij was loeisterk. Zijn kwaliteiten waren duidelijk: kracht en balvastheid. Hij was echt niet van de bal te krijgen. Na een bekerfinale AZ-Ajax merkte Jaap Stam, toch niet de eerste de beste, op dat hij nooit eerder tegen zo’n sterke jongen had gespeeld.”

De landstitel van AZ in 2009 bevestigt al het goede dat vooraf over Dembélé is gezegd. Maar zodra het vat met superlatieven en stoute toekomstvoorspellingen wordt geopend, gaat hij zelf als eerste op de rem staan. Hij legt uit dat hij niet gehaast is, dat hij niet van plan is om naar een gerenommeerde club over te stappen om daar de bank warm te houden. De uitbouw van zijn carrière wil hij stap voor stap doen, en aan dat voornemen houdt hij zich ook. Ooit was hij voorbestemd om net zoals Vermaelenen Vertonghen vanuit Germinal Beerschot over te stappen naar Ajax, maar door zijn blessuregevoeligheid bleef hij langer op het Kiel, waar hij onder Marc Brys debuteerde in het eerste elftal.

Germinal Beerschot, Willem II, AZ, Fulham en Tottenham. Elke transfer is een kleine stap vooruit. Twijfelt hij aan de mogelijkheid om het op het hoogste niveau waar te maken?

“Toch niet”, zegt Patrick Vervoort, zijn eerste manager, die hem van Germinal Beerschot naar Willem II brengt (en niet naar Anderlecht, dat ook geïnteresseerd is). “Vergeet niet dat hij in die tijd van de Olympische Spelen nog beschouwd werd als een spits.” En een spits wordt nu eenmaal beoordeeld op zijn goals. Laat dat nu net hetgene zijn dat Moussa onvoldoende doet: doelpunten maken. “Als hij op doel schoot, was het pal op de keeper of naast”, herinnert Theo Brinkman zich. “Wij, journalisten, verbaasden er ons toen al over dat daar op training niet aan gewerkt werd. Want in dat kampioensteam was hij één van de twee spitsen, met Mounir El Hamdaoui als actiemaker en Moussa voor het sleurwerk, de man die ervoor moest zorgen dat andere spelers voorin konden bijsluiten.Mounir maakte de individuele actie en Maarten Martens was de man van het steekpasje. Moussa zag dat niet, die snelle pass. Bij hem was het altijd: aannemen, kappen en de bal bijhouden, terwijl het vaak sneller kon. Op die positie heb je wel iemand nodig die meteen ziet waar de bal naartoe moet.”

Het gebrek aan scorend vermogen duikt meteen op in de eerste interviews na de OS. Dembélé is zich bewust van die lacune in zijn spel. Hij weet dat de deuren van de topclubs gesloten blijven voor iemand die zo weinig scoort, en zeker als het een spits betreft. “Op een bepaald moment spraken alle grote Engelse clubs me aan over Dembélé”, zegt een spelersmakelaar die goed thuis is op de Engelse voetbalmarkt. “Allemaal waren ze gek van hem. Tenminste: bij een eerste kennismaking. Naarmate ze hem vaker scoutten, zakte de interesse weg. Niet dat ze zich in het begin vergist hadden, maar omdat iedereen met dezelfde vraag achterbleef: waar moet je hem opstellen? In hun ogen speelde hij te hoog voor zijn kwaliteiten, en miste hij als spits afwerking.”

Dembélé paste niet in het plaatje dat topclubs van spitsen ophangen. Hij is snel, maar hij ziet te graag de bal, laat zich te pas en te onpas terugzakken om het leer te raken en zet bij voorkeur zijn offensieve acties al van ver in. Zijn afwerking verbetert niet. Na zijn tien goals in het kampioensjaar met AZ scoort hij er maar vier in het volgende seizoen, daarna drie in het eerste jaar bij Fulham, en twee in 2011-2012. “De tragiek van Moussa is dat hij niet echt een specialiteit heeft”, zegt Yoeri van den Busken van het Nederlandse voetbalblad Voetbal International. “In heel zijn loopbaan blijft hem dat achtervolgen. Bij AZ kon men hem uitspelen als tweede spits, maar ook wel eens als rechtshalf en in geval van nood als linkshalf. Hij voldeed altijd, dankzij die polyvalentie. Iedereen was het erover eens dat hij een geweldig talentvolle speler was, maar als je hem moest beoordelen als spits, kwam het pijnpunt naar boven: hij scoorde te weinig.”

Lof van Jol

In 2010, wanneer zijn naam al twee jaar rondgaat in het geruchtencircuit, stapt hij eindelijk over naar een topcompetitie. De uiteindelijke bestemming is een verrassing. Doorgaans kampt Fulham eerder tegen degradatie dan voor Europees voetbal. “Die keuze paste bij hem”, meent Collomosse. “Hij vindt zichzelf niet beter dan een ander en meende dat hij eerst maar eens moest bewijzen dat hij de Premier League aankon vooraleer naar een topclub te verhuizen. Fulham liet hem toe zich aan het Engelse voetbal aan te passen zonder enige vorm van druk.” Een paar maanden na zijn overstap zegt Dembélé zelf dat hij “vooral speelminuten wilde verzamelen en wedstrijden nodig had om zich aan te passen aan Engeland (…). Ik verkies stap voor stap mijn loopbaan uit te bouwen, ook al blijft mijn ambitie om op een dag voor een grote club te spelen.”

Niet iedereen volgt zijn redenering. “In Engeland koos hij met Fulham misschien wel voor de verkeerde club”, vindt Van den Busken. Zijn eerste trainer aldaar, Mark Hughes, staat voor aanvallend voetbal met een voorkeur voor passing. Hij geeft Moussa veel vrijheid. Het jaar daarop zet Martin Jol Dembélé neer als spelmaker achter het spitsenduo Clint Dempsey-Bryan Ruiz. Jol is vol lof over Moussa, hij is de eerste trainer die in hem eerder een middenvelder ziet dan een spits. “Wereldklasse heeft hij, hij beschikt over al het talent dat je op dat niveau nodig hebt. Hij is zo sterk bal aan de voet, ik denk dat hij het team als middenvelder het meeste bijbrengt.” Meer dan 40 matchen maalt de Antwerpenaar af in 2011-2012, waarna hij naar het noorden van Londen verhuist, naar een minder anoniem team: Tottenham Hotspur.

Verdedigende middenvelder

Bij de Spurs lijkt Dembélé zijn eindbestemming gevonden te hebben. Ook al viel hij bij Fulham een rang terug, toch bleef men er hem beschouwen als aanvallend ingestelde speler die dichter bij de zestien meter van de tegenstander aanleunde dan bij zijn eigen zestien meter. Van bij zijn komst ziet men bij Tottenham een andere rol voor hem: “Ik vind het frappant dat hij bij Tottenham zijn beste wedstrijden speelde als verdedigende middenvelder”, vindt Van den Busken. Zo vreemd is dat niet. Luka Modric is net vertrokken richting Real. Bij Tottenham was de Kroaat een creatieve verdedigende middenvelder, zoals Andrea Pirlo en Xavi. André Villas-Boas heeft nog kleppers als Sandro en Tom Huddlestone maar wil dat Dembélé het gat vult dat Modric naliet. “Logisch”, vindt Rory Smith van The Times. “Van alle middenvelders heeft hij het speldoorzicht dat het meeste lijkt op dat van Modric.”

De volgende twee jaar probeert Dembélé zich te bewijzen op die meer teruggetrokken positie. Zijn inspanningen worden onderbroken door blessures en de komst van Etienne Capoue (nochtans een flop), Paulinho en Christian Eriksen. “Afgelopen seizoen is hij ter plaatse blijven trappelen”, meent Colomosse. “Door zijn blessures, maar ook omdat hij niet complementair bleek met de andere middenvelders. In 2012-2013 klikte het wonderwel met Sandro. Toen kon hij al eens mee oprukken, omdat hij wist dat de Braziliaan hem zou afdekken. Afgelopen seizoen was Sandro in ongenade gevallen en moest Dembélé een centraal duo vormen met Paulinho, een meer aanvallend type. Paulinho toont zich graag voorin, en laat daarmee ruimte in zijn rug. Dembélé heeft ook al op de linkerflank én rechts gespeeld, wat in zijn eerste seizoen niet het geval was. Soms denk ik dat zijn probleem het gemak is waarmee hij voetbalt. Hij heeft zo veel talent en alles oogt zo natuurlijk dat ik denk dat hij nooit even hard heeft moeten vechten als de andere spelers. Misschien heeft hij net dat nodig, meer grinta.”

Zijn polyvalentie, het feit dat hij steeds verder terugschoof op het veld, en de vele gedwongen pauzes door blessures hebben zijn parcours geen goed gedaan. “Dan stelt zich weer de vraag: op welke plaats functioneert hij het best?”, peinst Van den Busken. “Op een bepaald moment begint elke trainer te twijfelen waar hij hem moet neerzetten. Ik heb de indruk dat Dembélé te lang ergens tussenin hing. Een beetje als het vijfde wiel aan de wagen. Wie zo tussen wal en schip zit, zal altijd met vraagtekens worden omgeven.

“Belangrijk is ook hoe je jezelf verkoopt. Ik herinner me Moussa als een ongelofelijk aardige en vriendelijke jongen, maar ook als iemand die liever geen interviews gaf omdat hij zichzelf geen grote prater vond. Het ging allemaal niet van harte, alleen op aandringen van zijn kledijsponsor. Begrijp je? Aan de top ben je niets met die zachtaardigheid, moet je ook echt je mannetje durven staan. Meer opkomen voor jezelf.”

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE IN MOGI DAS CRUZES – BEELDEN BELGAIMAGE

“Na een bekerfinale AZ-Ajax merkte Jaap Stam op dat hij nooit eerder tegen zo’n sterke jongen had gespeeld.” Theo Brinkman

Vraag maar eens aan de Rode Duivels wie ze de technisch meest onderlegde speler vinden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content