Harm van Veldhoven probeert Cercle Brugge op alle mogelijke manieren te prikkelen. Alleen in december voelde hij zich machteloos.

We zijn pas gezeten of Harm van Veldhoven steekt een discours af over de op til staande veranderingen. De wasmachine en de fitnesstoestellen zullen van plaats wisselen, het spelershome zal opgefrist worden en de ingang zal verlegd worden, zodat niet iedereen meer te pas en te onpas door de kleedkamer moet passeren. Hij zorgde er ook al voor dat de spelers van Cercle een pak dragen, dat er twee keer per week op de club wordt gegeten en hij ziet erop toe dat de spelers de wagen die ze van de vereniging kregen, goed onderhouden. “Werkomstandigheden vind ik zeer belangrijk”, zegt hij. “En ik heb er een hekel aan als er te weinig waarde wordt gehecht aan materialen of mensen. Cercle is een zeer familiale vereniging, die professioneel stappen vooruit wil zetten en daar ook veel moeite voor wil doen. Als het stelselmatig zijn ploeg en zijn structuur verder kan uitbouwen, mag het op termijn iets meer ambitie koesteren dan uit de degradatiezone blijven, denk ik. De financiële middelen zijn er beperkt, maar het is wel een van de gezondste clubs en qua werksfeer een van de beste.

“We proberen iedere keer stapjes vooruit te zetten en dat met sponsoring en vrijwilligers te creëren. Ik merk dat het hier zeer rustig is, ook in de spelersgroep. Het is traditie, denk ik. Ik heb de ambitie om telkens beter te doen en dat realiseer je alleen door intensief te werken. Ik ben er dus eentje : wat we doen, moet goed gebeuren. Op dat vlak ben ik misschien wel een strebertje. Een afspraak is een afspraak, werken is werken. We – assistent-trainer Ronny Desmedt, sportief manager Roland Rotty en ikzelf – zitten er veel bovenop, omdat we vinden dat de spelers zo het snelst bijleren.

“Ik vind ook dat ik mij als trainer meer moet aantrekken dan alleen het voetbal. Alle schakels moeten in elkaar klikken, elke commissie moet maximaal kunnen presteren. Want als je het budget met dertig procent kunt verhogen, maar drie foute transfers doet, heeft het niets opgebracht, hé. We moeten allemaal onze taak zo goed mogelijk doen en ik denk dat we in onze organisatie zeker nog kunnen groeien.”

Zo gaf Van Veldhoven kinesist Geert Leys in Oostende een uitbrander omdat die tijdens de opwarming achter de dug-out een bakje friet stond te eten. “Omdat zoiets niet kan als je een spelersgroep op professioneel niveau probeert voor te bereiden”, vindt hij. “Wat als er een speler plots medische hulp nodig heeft ?”

Offensiever, aantrekkelijker voetballen om dat dan commercieel te kunnen verzilveren heette een andere doelstelling te zijn. Het gebeurde met pieken en dalen en met ontzettend veel tegendoelpunten. Het gesprek leidt automatisch naar het overlijden van Nele, de vriendin van Denis Viane. “Dat was onze grootste tik”, aldus Van Veldhoven. “Mijn vervelendste periode, want ik stond een beetje machteloos. Je zit met jongens die verdriet hebben die je sportieve prestaties moet laten leveren. Dan kan je wel over tactiek praten, maar de spirit was constant die van een begrafenis. Ze konden het niet opbrengen om te knokken. Onze sterkte, de zeer hechte groep, werd onze zwakte. Dan kan je het menselijke gebeuren volledig loslaten, tijdens de rust en nabesprekingen op tafel kloppen en hard op de man spelen, maar dan ben je de groep kwijt. Ik koos voor de tweede optie : we zijn blijven praten en er als groep uitgekomen. Het duurde een paar weken langer, maar als groep kwamen we er sterker uit. Alleen zag je ook na de winterstop nog dat door die vele tegendoelpunten de onzekerheid erin was geslopen.”

Correctie : onzekerheid die er ook voorheen al in zat door de open manier van spelen. Ondertussen doet Cercle het trouwens met twee verdedigende middenvelders. “Ja, maar je moet er ook twee hébben”, verdedigt Van Veldhoven zich. “Belangrijk is dat Grondin erbij kwam. Ondertussen is Bram ( Vandenbussche, nvdr) terug en haalt Milo ( Miljenko Milosevic, nvdr) een beter niveau. In het begin speelde Viane er zelfs, omdat we niemand anders hadden. Op basis van ons aanvallend potentieel hebben we op de flanken en voor de verdediging wat zitten zoeken naar evenwicht. Je kunt dan van strategie veranderen als er iemand niet beschikbaar is, maar dat is niet altijd bevorderlijk. Sollied is de sterkste, laat de machine draaien en als er eentje minder is, zet hij een andere, maar dat kunnen wij niet. Wij moeten creatief zijn.

“Het is zo dat ik hier in het begin iets heb trachten los te weken met deze groep, een andere manier van denken over voetbal, meer vooruit gericht. Aanvankelijk werd er alleen maar achteruitgelopen, maar nu zie je dat er al van nature wat gemakkelijker druk wordt gezet en dat er beter omgegaan wordt met de vraag : waar, hoe hoog, zetten we druk ?”

Druk zette hijzelf vaak ook op zijn spelers. Zijn aanpak werd niet altijd door iedereen goed verdragen, zijn uitspraak op training dat er blijkbaar niet te veel slimme jongens rondlopen in de groep werd intern zelfs op grote schaal veroordeeld. “Ik ben er zelf van geschrokken”, grijnst hij. “Ik zei : ‘Zoals we nu bezig zijn, kan ik alleen concluderen dat we in de groep niet veel slimme jongens hebben.’ Dat doe je om de leidinggevende jongens te prikkelen om initiatief te nemen en de ploeg rust te geven. Ik geef ook aan wat er positief is, ik bied ook ondersteuning, maar zonder de ambitie om dingen te verbeteren los te laten. In goede en slechte tijden zoek je manieren om te prikkelen en het stemt mij tevreden dat die spelers ondertussen wél verantwoordelijkheid nemen.

“Eigen aan deze groep is : de koppen bij elkaar steken. Dat moet soms ook, maar de individuele persoonlijkheid kunnen laten groeien is ook een stap. Daarom probeer je elke speler datgene te geven wat je vindt dat hij voor zijn ontwikkeling nodig heeft. Dat is soms aftasten, kijken welke reactie op welke prikkel je krijgt. En jongens kennen op dat vlak ook weer hun problemen om dingen te verwerken. Bij sommigen is dat voetballistisch, bij anderen mentaal.

“Ik kan het mij natuurlijk veel gemakkelijker maken. Maar dat wil ik absoluut niet, omdat ik iets wil creëren. Dat is : de spelers individueel zoveel mogelijk bijbrengen in het spel dat we trachten te spelen en Cercle zo op een hoger niveau brengen. Ik gaf mezelf daar twee jaar voor en dan wil ik een volgende stap zetten.

“Soms stel ik mij kwetsbaar op, maar ik vind dat je je over de trainer Harm van Veldhoven maar kunt informeren bij spelers waar ik lang mee heb gewerkt. Met Lommel de bekerfinale en de titel in tweede en ook met Brussels kampioen, dat is ook niet altijd gebeurd met alleen maar over de kopjes te strelen, hoor.”

Hij is tot nu toe niet ontevreden over zijn eerste seizoen bij Cercle Brugge. “Bij de evaluatie kom je toch onvermijdelijk weer bij het overlijden van Nele terecht”, besluit hij. “Die situatie heeft ons mentaal kwetsbaar gemaakt. Neem nu die wedstrijd op Moeskroen, daags voor de begrafenis : 6-0 ! We hadden beter niét gespeeld. Veel zaken zijn die periode in het water gevallen. Je pakt weinig punten, iedereen wordt een stuk kwetsbaarder en dan zie je ook het negatieve. Maar ik denk dat we tot nu toe in totaliteit zeer tevreden mogen zijn. Doorgaans was ons handelsmerk duidelijk : voetballen met veel engagement. Met drie, vier goede transfers moeten we volgend seizoen weer iets sterker worden.”

Christian Vandenabeele

‘Het overlijden van Nele heeft ons mentaal kwetsbaarder gemaakt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content