Sinds anderhalf jaar kunnen de supporters in het Gottlieb-Daimlerstadion zich weer identificeren met de plaatselijke VfB. Mede dankzij trainer Felix Magath staat Stuttgart weer aan de Duitse top.

De sportieve ontwikkeling die VfB Stuttgart de laatste drie jaar doormaakt, is even spectaculair als bizar. In het seizoen 2000/2001 vocht de ploeg lang tegen de degradatie en eindigde stotterend als vijftiende. De jaargang erop deed ze het met een achtste plaats aanzienlijk beter en vorig seizoen verraste ze iedereen door achter Bayern München de tweede plaats in de Bundesliga te ver- overen en zich ten koste van Borussia Dortmund rechtstreeks te kwalificeren voor de Champions League. De Verein für Ballspiele ontpopte zich tot Verein für Begeisterung (enthousiasme) en leverde haar meest aansprekende prestatie sinds de landstitel van 1992.

Dit seizoen trekt Stuttgart die opgaande lijn vastberaden door. Na een derde van de competitie in de Bundesliga bezetten die Schwaben (per 5 november 2003) de eerste plaats op de ranglijst en zijn als enige nog ongeslagen. In de eerste acht competitieduels incasseerden ze zelfs geen enkel doelpunt. De opmars beleefde op 30 september zijn voorlopige hoogtepunt met de verrassende 2-1-overwinning op Manchester United in de Champions League. Na vier speeldagen gaat Stuttgart ex aequo met Man Utd los aan kop van groep E.

De plotselinge hoge vlucht van Stuttgart leek lange tijd een incident, maar valt niet toevallig samen met de komst van trainer Felix Magath (50), die op 23 februari 2001 de kleurloze Ralf Rangnick opvolgde. Aanvankelijk leverde de aanstelling van Magath louter bedenkelijke blikken op. De oud-speler van het grote Hamburger SV was immers in zijn trainersloopbaan verre van succesvol geweest. Hij had HSV, de 1. FC Nürnberg, Werder Bremen en Eintracht Frankfurt weliswaar voor degradatie behoed, maar op langere termijn bleek de 43-voudige Duitse international de greep op zijn spelersgroep niet te kunnen handhaven. De karakteristieke werkwijze van Magath, die vanwege zijn keiharde trainingen, ijzeren discipline en altijd norse blik ook wel Quälix werd genoemd, bleek totaal ongeschikt om structureel te bouwen aan een elftal.

Na zijn ontslag in Frankfurt, in januari 2001, nam de ontgoochelde Magath dan ook een belangrijke beslissing voor zichzelf. Voortaan zou hij zijn bijna barbaarse trainingsmethoden vaarwel zeggen en moest er behalve fysieke ínspanning ook ruimte zijn voor mentale óntspanning. In Stuttgart kreeg Magath meteen de kans dat in de praktijk te brengen. De persoonlijke ommezwaai van de coach bleek precies wat de onervaren selectie nodig had. Jonge talenten zoals doelman Timo Hildebrand (24), Andreas Hinkel (21), Aliaksandr Hleb (22), Kevin Kuranyi (21) en Ioannis Amanatidis (21) kregen van Magath volop de kans te rijpen. Nu betalen die jungen Wilden zijn nieuwe geduld en meer menselijke aanpak terug met goede resultaten.

Met het succes van Magath kan Stuttgart eindelijk beginnen de jaren van sportieve ontgoocheling goed te maken. Na de titel van 1992 was de club rijp voor de definitieve stap naar de nationale én internationale top, maar die kwam er nooit. Een enorme blunder van trainer Christoph Daum leidde de sportieve malaise in. In de eerste voorronde van de Champions League tegen Leeds United (3-0, 1-4) had Daum tijdens de return tijdelijk vier buitenlandse spelers in het veld gebracht, één meer dan was toegestaan. De Uefa bepaalde dat een derde duel op neutraal terrein de beslissing moest brengen. In Barcelona wonnen de Engelsen met 2-1. Zo kon Stuttgart fluiten naar de miljoenen van de Europese topcompetitie en verloor het zeker financieel de aansluiting met Bayern München en Borussia Dortmund.

Halverwege de jaren negentig beleefde de ploeg nog een opleving, mede door de inbreng van spelmaker Krassimir Balakov en de spitsen Fredi Bobic en Giovane Elber, die samen das magische Dreieck vormden. Zij loodsten Stuttgart in 1997 naar bekerwinst (2-0 tegen Energie Cottbus), de laatste hoofdprijs van de club. Maar die bleek ook daarna niet te kunnen aanklampen bij de top. Het geld ontbrak om de beste spelers te behouden, laat staan de selectie verder te versterken, zodat Stuttgart steeds verder afgleed. Dat de club tussen 1998 en 2001 liefst vier keer van trainer wisselde, zegt alles over de teloorgang van de viervoudige landskampioen.

Gevoelsmatig is die sombere periode alweer lichtjaren geleden. De huidige selectie zorgt immers voor louter optimisme. Vóór doelman Hildebrand geven Hinkel, Fernando Meira (25), Marcelo Bordon (27) en Phillip Lahm (19) glansrijk vorm aan een waterdichte defensie, hét fundament onder de recente goede prestaties. Op het middenveld onderscheiden de Wit-Rus Hleb en de ervaren Kroaat Zvonimir Soldo zich van hun doorsnee collega’s, en voorin maakt Duits international Ku- ranyi de meeste doelpunten. Stuttgart is op zijn best als het vanuit zijn defensieve stellingen kan opereren. Met Soldo als onmisbare intermediair kan de ploeg in balbezit razendsnel omschakelen en efficiënt toeslaan.

De formatie komt daarentegen in de problemen als ze zelf het spel moet maken omdat de tegenstander zich ingraaft, zoals in de thuiswedstrijd tegen hekkensluiter 1. FC Keulen (0-0). Dan komt prompt het gebrek aan creativiteit aan het licht. Tot en met vorig seizoen was Balakov nog de art director van het elftal, maar de Bulgaar is gestopt en fungeert dit seizoen als assistent van Magath. Omdat de aanvoer naar international Kuranyi ook vanaf de flanken minimaal is, creëert Stuttgart doorgaans maar weinig kansen. Zodoende staat de teller dit seizoen op een historisch laag aantal voor een club die aan de leiding gaat.

Kortom, het huis VfB Stuttgart staat, maar moet nog verder worden verfraaid. Magath staat dan ook pas aan het begin van een nieuw hoofdstuk in de clubhistorie. Dat beseft de trainer als geen ander. “De tweede plaats van vorig seizoen en de Champions-Leaguedeelname waren een klein wonder. Het zal moeilijk worden dat te evenaren. Hoe hoger je komt, hoe dunner de lucht.”

Dat Magath echter op de goede weg is Stuttgart naar een nieuwe hoofdprijs te leiden, is voor iedereen duidelijk. Ook in de Champions League doet de ploeg het goed. Na de 1-3-zege van vorige week op Panathinaikos staat de ploeg verder op kop in groep E en is de kwalificatie voor de volgende ronde bijna een feit. Afgelopen seizoen werd zijn arbeid al beloond met de titel Duits Trainer van het Jaar. “Het succes van VfB Stuttgart is te danken aan één man : Felix Magath”, zei niemand minder dan Bayern-Münchenpresident Franz Beckenbauer onlangs. “Er zijn maar weinig trainers van wie je hun inbreng direct op het veld kunt terugzien. Felix is er zo een.”

door Ramon Min

‘Het succes van Stuttgart is te danken aan één man : Felix Magath.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content