Volgend jaar is het twintig jaar geleden dat het Bosmanarrest geveld werd. Bosmans advocaat Luc Misson blikt terug. ‘In het begin dacht ik: in een paar weken is dit opgelost.’

In de agenda van de Luikse advocaat Luc Misson zijn de eerste uitnodigingen voor congressen met als thema ’20 jaar na Bosman’ al aangestipt. 2015 wordt een druk Bosmanjaar, dat zijn apotheose zal kennen op 15 december, 20 jaar nadat het Europees Hof van Justitie de voormalige speler over heel de lijn in het gelijk stelde en voetballers beschouwde als gewone werknemers.

Hoe bent u eigenlijk in contact gekomen met Jean-Marc Bosman?

Luc Misson: “Puur toeval. Ik had in 1987 al eens een artikel gemaakt over het vrij verkeer van voetballers, naar aanleiding van een bericht over Wim Hofkens die een wedstrijd niet mee mocht spelen met Anderlecht omdat hij als Nederlander een paar kilometer boven de grens woonde. Ik vond dat voetballers net als andere EU-werknemers recht hadden op vrij verkeer en werk in een andere lidstaat, zonder beperkingen. Eerder had ik al zaken gewonnen betreffende het vrij verkeer van prostituees en studenten. Geen enkel juridisch blad wilde mijn artikel opnemen, behalve het lokale balieblad in Luik. Ik kreeg daar één reactie op: een drie pagina’s tellende brief van Etienne Davignon, die schreef dat ik een zeer gevoelige materie aanpakte en dat ik daarmee moest oppassen. Het wachten was tot een voetballer die zich benadeeld voelde zich zou aanmelden.

“Op een dag had ik een medewerker die gespecialiseerd was in Europees recht, Jean-Louis Dupont, die me zei: ‘Ik heb een voetballer gevonden.’ Jean-Marc Bosman kende zijn verloofde goed. Op twee augustus 1990 is Jean-Marc hier voor het eerst geweest. Hij had geen nieuw contract meer gekregen bij Club Luik. Een Franse tweedeklasser, Duinkerke, wilde hem, maar de Luikse voorzitter André Marchandise weigerde. Bosman was al vertrokken naar Duinkerke, zijn vrouw verwachtte een kind en had haar werk al opgezegd, ze hadden hun woning opgezegd en zaten zonder inkomsten. In die tijd werd een voetballer die geen nieuw contract kreeg en het minimumcontract – 30.000 Belgische frank, 750 euro per maand – weigerde, geschorst. Werkloosheidsuitkering kregen voetballers toen niet. Bosman kon geen kant op.”

Wat dacht u toen? Ik heb de zaak van de eeuw?

“Absoluut niet. Aanvankelijk dacht ik dat we er snel zouden uitkomen, dat het in een paar weken opgelost zou zijn. Ik belde naar Club Luik, maar die wilden niet meewerken. Toen belde ik naar de bond. Die wilden evenmin praten: zonder akkoord van de club mocht een speler niet weg. De zaak zat muurvast. Toen zijn we naar de rechter gestapt.”

Een voetballer die naar de rechter stapte, dat was in het voetbal not done.

“Ik til zwaar aan mensenrechten. Elke burger heeft het recht naar de rechter te stappen, maar een voetballer blijkbaar niet. Ik heb nog krantenknipsels waarbij men dreigde Brazilië uit de internationale voetbalcompetities te nemen omdat een Braziliaanse club naar de rechter was gestapt. Voetbal was een blinde vlek in het rechtssysteem. Dat was al gebleken tijdens het Heizelproces toen de UEFA dreigde ook België van het internationale voetbal uit te sluiten omdat een UEFA- verantwoordelijke aangeklaagd was in dat Heizelproces. Dat vond men niet kunnen.”

Handelswaar

Dacht u toen niet: hier begin ik beter niet aan?

“Ik ben niet zo snel bang. In de rechtszaken omtrent prostitutie was ik al fysiek bedreigd geweest door pooiers die het niet prettig vonden dat hun inkomen in gevaar kwam. Toen ik de processen won betreffende het vrij verkeer van studenten, heeft België nadien gewoon zijn wetgeving ter zake aangepast.

“Al snel hadden we door waar het schoentje knelde. De speler was – en is nog steeds – een product, onderdeel van een stock die toebehoort aan iemand. Bosman, c’était la marchandise de monsieur Marchandise. Denk maar aan de vroegere voorzitter van KV Mechelen, die investeringsfondsen opzette waarin spelers ingeschreven waren in de handelsbalans van de club. Dat ontdekten we ook bij het Luiks handelsregister, waar in de boeken van Club Luik de spelers opgenomen waren in de bedrijfsbalans, nadat hun waarde vastgesteld werd door een bedrijfsrevisor. Als spelers vrij werden, riskeerden clubs failliet te gaan. Als de topclubs failliet gingen, zouden ook de kleine clubs kapotgaan en dreigden tienduizenden kinderen op straat te belanden, tenminste volgens de sportbonden.”

Recht de prostitutie in…

(lacht) “Nog net niet. Daarom organiseerde de KBVB een persconferentie in Brussel waarin de pers opgeroepen werd om de voetbalwereld te steunen in die belangrijke strijd. Een journalist van La Wallonie, een krant die nu niet meer bestaat, kreeg een brief waarin werd gedreigd met een proces tegen hem als hij doorging met Bosman te verdedigen.”

Wat was uw antwoord op de aantijgingen dat u het voetbal kapotmaakte?

“Dat in de Verenigde Staten topsport ook overleeft, zelfs floreert, zonder transfersysteem.”

Bosman stapte bij u binnen in 1990, de zaak werd pas afgehandeld eind 1995.

“Al snel voelden we dat de voetbalwereld vertragingsmanoeuvres inzette. Ze hadden de beste advocaten op de zaak gezet en bepleitten dat hoogdringendheid niet aangewezen was: Bosman had geen club en niemand wilde hem nog. Wat was er dan zo hoogdringend? Hij was een onruststoker die geen recht op bescherming had.

“Wij waren toen een klein bureau zonder veel middelen. Mijn vrouw en ik sliepen boven dit bureau. Bosman had ook geen makelaar. Op een bepaald moment was er een contact met MVV uit Maastricht, amper een halfuur rijden van Luik. Tot we de naam van die club moesten opnemen in het dossier, om te tonen dat nog wel degelijk iemand hem wilde. Nog die dag was er een afspraak in een Maastrichts hotel om de transfer af te sluiten. Plots waren ze niet meer geïnteresseerd. ‘We dachten dat het een spits was, we willen geen middenvelder.’ Dan wist je: die zijn waarschijnlijk geïntimideerd.

“Toen Jean-Marc van de rechter in Luik in augustus 1990 zijn vrijheid kreeg, dachten we: nu is het probleem opgelost. Bosman was de enige vrije speler in Europa, op de Franse spelers na die eind contract waren. In Frankrijk had de rechtbank in 1972 de kant van de spelers gekozen die een contract voor bepaalde duur wilden afdwingen terwijl de clubs voor een levenslang contract gingen.

“Maar de zaak was niet opgelost.”

Dacht u toen niet: we gooien de handdoek?

“Ons geluk is geweest dat we twee mensen ontmoetten zonder wie het arrest-Bosman er nooit was gekomen. De één was de voorzitter van Saint-Quentin, een Franse tweedeklasser, zelf een advocaat, die Bosman wilde inlijven. Daarnaast was er de internationale spelersvakbond, de FIFPRO voorgezeten door Philippe Piat. Zonder hen was er nooit een arrest gekomen. Zonder middelen konden we niet blijven doorgaan. Ik heb soms gedacht dat het slecht zou aflopen met ons kantoor. Door de voorzitter van Saint-Quentin kon Jean-Marc eindelijk weer voetballen, en met de steun van de FIFPRO konden wij de procedure voortzetten. Vervolgens vond de FIFPRO een uitstekende advocaat in de Nederlandse Europese parlementariër Jim Janssen van Raaij,en kwam er ook steun van de Nederlandse spelersvakbond onder leiding van Theo van Seggelen.Pas in 1993 besliste de Belgische rechtbank prejudiciële vragen te stellen aan het Europees Hof. Dat was de doorbraak in de zaak. In september 1994 waren de conclusies van de advocaat-generaal Carl Otto Lenz helemaal in het voordeel van Bosman. Vaak volgt het Hof het advies van de advocaat-generaal. Toen werd de sfeer nog meer gespannen en werden de lobbyisten ingezet.”

Is er nooit sprake geweest van een afkoopsom om het proces stop te zetten?

“Dat moet u aan Jean-Marc of aan meester Dupont vragen. Ik ben nooit benaderd. Voor mij staat altijd het belang van mijn cliënt voorop. De toekomst van een jonge vader in gevaar brengen, gaat tegen mijn deontologie in. Een advocaat met een beetje waarden gaat meteen akkoord met een voortijdig compromis als dat in het voordeel van zijn klant speelt. Waarom zou ik Bosman zo’n oplossing onthouden hebben?

“Bij Jean-Marc heeft zich gaandeweg een radicalisering doorgezet in zijn hoofd. Aanvankelijk was hij een stille, bedeesde jongen die geen uitweg meer zag en alleen een oplossing van zijn probleem zocht. Naarmate men hem door het slijk heeft gehaald, is hij harder geworden, tot het punt dat hij door wilde gaan tot op het einde. Men heeft hem afgeschilderd als een nobody, die niets voorstelde in het voetbal. Dat klopte niet. Hij is kapitein geweest van het Belgisch belofteteam waarin MarcDegryse en EnzoScifo speelden. Zelfs in zijn laatste jaar bij Club Luik was hij titularis in de Europese wedstrijden.”

Wat heeft u verbaasd in deze zaak?

“De impact van de zaak in de media. Ik schuw de media niet, maar ik heb nooit de publiciteit opgezocht. Dit was buiten proportie. Het Bosmanarrest kwam bijna live op tv, het is het meest bekende arrest uit de hele geschiedenis van het Europees recht. Die avond zag ik op tv hoe belangrijke politici na een Europese top op het journaal reageerden: Helmut Kohl, Jean-Luc Dehaene. Zij vonden het arrest geen probleem. ‘We gaan het Europese verdrag aanpassen zodat het voetbal gevrijwaard wordt’, klonk het in een eerste reactie. Straf, hé?”

U had nog een belangrijke steunpilaar.

“De Europese Commissie zelf. Vicecommissievoorzitter en commissaris van mededinging Karel Van Miert stond aan onze kant. Hij besefte dat, als aan de rechten van een profvoetballer geraakt werd, dat in de toekomst ook kon gebeuren met andere werknemers. Van zijn positie schrokken de bonden. Zijn voorganger, Martin Bangemann, had namelijk alles gedaan om het de UEFA naar de zin te maken. Na een meeting in Straatsburg had Bangemann verkondigd: ‘De Bosmanzaak is voorbij, we hebben een gentleman’s agreement gesloten met de UEFA.’ Daarbij was afgesproken dat Europa niet tussenbeide zou komen in de sport. Mondeling, zodat we er juridisch niets tegen konden ondernemen. Van Mierts steun is heel belangrijk geweest, hij was ook bestand tegen lobbying.”

Klopt het dat deze zaak zich alleen in België kon voordoen?

“Wat me frappeerde, was de koppigheid waarmee Marchandise elke discussie uit de weg ging. Wij zijn er niet eens in geslaagd zelfs maar met hem rond de tafel te gaan zitten. Ooit had ik het erover met een miljardair én voorzitter van een Engelse topclub. Die zei: als dat bij ons was gebeurd, had ik die zaak meteen opgelost. Marchandise wilde dat niet. Met een andere voorzitter was er misschien nooit een Bosmanarrest gekomen.”

Ultraliberaal

We zijn nu bijna twintig jaar later. Wat heeft u verbaasd, sinds het arrest?

“Ik ben erg ontgoocheld. Voor het arrest was het voetbal al ultraliberaal, nu nog meer. Ook de transferperiodes zijn er nog, met de opleidingsvergoedingen en transfersommen die oneindig veel hoger zijn dan toen. De 33 duurste transfers van afgelopen zomer kostten meer dan één miljard. Liefst 32 van die 33 transfers werden afgesloten door de vijf grootste clubs uit de vijf grootste landen. Die evolutie, samen met de corruptie die steeds vaker voorkomt in en rond het voetbal, is niet hoopgevend. Dat steeds meer federaties naar Zwitserland uitwijken, waar de rechtbanken die federaties gelijk geven, verontrust me nog meer. Het is allemaal nog veel erger geworden dan vroeger.”

Allemaal uw schuld, zullen uw vroegere tegenstanders zeggen.

“Wat wij beoogden, was dat transfers gratis zouden kunnen gebeuren, of tegen minimale opleidingsvergoedingen, en dat spelers vrij zouden zijn aan het einde van hun contract. Het zijn de clubs die het systeem in stand gehouden hebben om blijvend spelers te kunnen kopen en verkopen, op een deels zwarte markt waar veel zwart geld circuleert waar duizenden mensen rijk van worden. Omdat alle betrokkenen, inclusief de topspelers, hier beter van worden, heeft niemand zin in verandering.”

Hoe ziet u het profvoetbal evolueren?

“Ik ben bang dat het de weg opgaat van de formule 1 van vandaag, waar de vraag is: welke van de twee Mercedessen gaat winnen? Als de 25 rijkste clubs ter wereld zich gaan afscheiden, gaan ze nog meer verdienen dan vandaag.”

Zou dat ook gebeurd zijn zonder het arrest?

“Absoluut. Wij bekwamen de vrijheid van een speler om te vertrekken. De vrijheid van clubs om spelers te kopen en te verkopen bestaat nog steeds. Er zal opnieuw naar het Europees Hof gestapt moeten worden.

DOOR GEERT FOUTRÉ – BEELDEN: BELGAIMAGE

“Men heeft Bosman afgeschilderd als een nobody, maar hij is kapitein geweest van het Belgisch belofteteam waarin Degryse en Scifo speelden.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content