Paul Put wilde SK Lierse weer offensief laten voetballen. Een pandoering zit er dan wel eens in (zie Anderlecht), maar de spelvreugde is ontegensprekelijk terug. Vier getuigenissen.

Bij zijn aanstelling als trainer van Lierse verkondigde Paul Put aan al wie het weten wou dat er op het Lisp weer vuurwerk te zien moest zijn. Hij hield vooralsnog woord. SK Lierse brengt fris, offensief voetbal en de supporters trekken weer enthousiast naar de thuiswedstrijden. Eric Van Meir (de assistent-trainer), Yves Van der Straeten (de kapitein), Marius Mitu (de ‘vedette’) en Stef Wils (de jonge speler) praten openlijk over de revival van Lierke plezierke en het aandeel daarin van de nieuwe trainer.

Eric Van Meir

“Paul Put is een heel sociaal persoon, hij maakt geen onderscheid tussen de materiaalmeester of de voorzitter : iedereen is voor hem even belangrijk. Streng als het nodig is, maar meestal heel joviaal en spontaan. Psychologisch staat hij sterk, hij weet hoe hij eenieder moet aanpakken om bij iedereen hetzelfde effect te krijgen. Maar op training kan hij ook serieus brullen als er iets niet loopt zoals het hoort. Hij zit kort op het spel, waardoor hij de spelers scherp houdt. De metamorfose van Lierse is de verdienste van Put. Vorig jaar speelden we door allerlei omstandigheden behoudend en Put heeft diezelfde ploeg omgevormd tot een aanvallend geheel.

“We kunnen nu veel makkelijker balbezit houden. Het probleem van Ferrera was dat hij zoveel over de tegenstander praatte dat je op de duur dacht het allemaal Romario’s of Ronaldo’s waren. Soms komt het erop aan de kwaliteiten van je eigen ploeg een beetje op te hemelen.

“Put is heel sterk in het tevreden houden van de hele kern. Hij beseft heel goed dat de bankzitters de sfeer in de ploeg bepalen. Je ziet hem altijd op de wedstrijden van de reserven, Ferrera deed dat minder. Als je ziet hoe bijvoorbeeld Kristof Imschoot al een paar keer sterk inviel, dan merk je daarin de hand van de trainer. Ik denk dat dit seizoen de afstand tussen trainer en spelers kleiner geworden is. Mede door de resultaten is het hier weer stilaan Lierke plezierke. De trainer beloofde aanvallend voetbal en hield zich daaraan, op die manier bouw je krediet op bij de supporters.

“Ik vind dat Put qua aanpak dicht tegen Erik Gerets aanleunt : heel gedreven en heel verbaal. Op het psychologische vlak zou ik hem eerder plaatsen bij Robert Waseige, sterk in het inschatten van zijn groep. En soms komt er een vleugje Walter Meeuws naar boven bij Put : beiden kunnen ten gepaste tijde de druk van de ketel halen.”

Yves Van der Straeten

“Paul Put heeft meteen in zijn eerste week bij Lierse aan de groep duidelijk gemaakt wat zijn intenties waren. In de voorbereiding speelden we meestal met twee vleugelspelers in een soort 4-3-3, terwijl Emilio Ferrera koos voor een 4-4-2, zonder specifieke flanken. Put gaat meer uit van de offensieve kwaliteiten van de ploeg. Je moet natuurlijk ook kijken naar de omstandigheden. Toen Ferrera aankwam in Lierse, hadden we het seizoen voordien 65 goals geïncasseerd. Ik vond zijn keuze terecht om eerst de defensieve organisatie op punt te zetten. Hij heeft in die twee seizoenen een sterke en stabiele verdediging achtergelaten waarop Put verder kon bouwen. Daardoor kon hij meteen werk maken van het offensieve compartiment. Het is natuurlijk de verdienste om dat in te zien. Het eerste wat hij deed was Mitu een rij vooruit schuiven, naar de aanval. Hij wil dat de verdediging hoger speelt en dat er meer pressing op de tegenstander gezet wordt.

“Put is een trainer die luistert naar zijn groep. Als hij voelt dat de spelers zich niet goed voelen bij een of ander spelsysteem, dan polst hij daarnaar. Ferrera praatte meer met de steunpilaren van de ploeg, terwijl Put oog heeft voor iedereen in de kern. Hij geeft makkelijker schouderklopjes aan zijn spelers, Emilio ging ervan uit dat profspelers genoeg zelfvertrouwen hadden uit zichzelf. Het feit dat je in de basis stond, was voor hem voldoende bewijs dat je vertrouwen genoot. Niet alle spelers begrepen dat. Onze huidige trainer doet het meer met woorden.

“In feite vind ik Ferrera en Put niet zo erg verschillen als trainer. Het is vooral de buitenwereld die hen ‘anders’ vindt. Dat komt omdat ze een andere benadering naar pers en publiek hebben. Put is opener, Emilio heeft enkel oog voor zijn ploeg. Tactisch vind ik onze huidige trainer van een even hoog niveau als Ferrera. Lierse maakte al driemaal het verschil in de tweede helft (tegen Standard, Westerlo en Bergen), en dat heeft te maken met enkele tactische ingrepen van de trainer tijdens de rust.”

Marius Mitu

“Het verschil met vorig jaar ligt hem in de eerste plaats in de speelwijze : Lierse is nu veel aanvallender ingesteld. Daarnaast zorgt de nieuwe trainer voor veel vertrouwen in de ploeg. Hij praat veel en met iedereen. Hij vraagt hoe we ons voelen, of we iets nodig hebben, of we opmerkingen hebben over de tactiek. Toen hij pas bij Lierse arriveerde, deelde Put aan elke speler twee papieren uit : één met een 4-4-2 en één met een 3-5-2. De spelers moesten daarop aanduiden welke positie zij als hun beste beschouwden. Ik zette mezelf op de positie van verdedigende middenvelder omdat ik dat de laatste jaren gewend was. Maar hij nam mij de volgende training apart en vertelde mij dat hij me als tweede aanvaller zag functioneren. Ik vond er mijn spelplezier terug en het zelfvertrouwen volgde snel.

“De trainingen zijn iets fysieker dan vroeger. Ferrera trainde veeleer op tactiek en op het voorkomen van tegendoelpunten, Put eerder op het creëren van doelkansen. De analyses voor en na een wedstrijd duren ongeveer even lang, een halfuurtje volstaat. Put benadrukt wel altijd dat hij geen kritiek geeft, maar ons probeert te helpen.

“Je kan niet zeggen dat deze of gene tactiek beter is dan de andere, want in het eerste jaar onder Ferrera werkte zijn tactiek ook prima. Het enige wat je nu al kan zeggen, is dat Put een pak communicatiever is en voor meer sfeer in de kleedkamer zorgt. Hij gaf mij bijvoorbeeld de bijnaam ‘ Deco‘, dat was eens op training, om te lachen, maar uiteindelijk noemt iedereen mij nu zo. Het is leuk als een trainer je bijnaampjes geeft, zo voel je dat hij aandacht aan je schenkt.”

Stef Wils

“Ik denk dat er momenteel duidelijk een nieuwe wind waait, iedereen heeft weer plezier in het spel. Het grootste verschil tussen Ferrera en Put is het spelsysteem. Ferrera speculeerde op de counter, terwijl we nu aanvallend spelen en de bal zo snel mogelijk proberen te recupereren op de helft van de tegenstander. Conditioneel staan we een stuk sterker, waardoor we makkelijker met de tegenstander meekunnen en de resultaten volgen. Wij moéten wel conditioneel sterk staan, want onze manier van spelen – met veel pressing op de helft van de tegenstander – vereist dat.

“Daarenboven is Put iemand die veel vertrouwen schenkt, hij kan voor een wedstrijd een groep scherp zetten en de spelers boven zichzelf doen uitstijgen. Hij hecht veel belang aan de groepssfeer, ook de bankzitters horen erbij. Er zitten nu ook weer vijf jongeren in de kern en hij behandelt die evenwaardig als de ouderen. Iedereen is gelijk voor de wet bij hem. Qua communicatie zijn ze heel anders. Ferrera kwam zelden vragen hoe je je voelde. Als je bij hem naast de ploeg viel, kreeg je weinig uitleg. Ik had de indruk dat hij meer met zichzelf bezig was. Put daarentegen is zeer toegankelijk. Als je hem apart wil spreken, vormt dat geen enkel probleem.

“Onder Put ben ik gegroeid als voetballer, ik ben heel blij dat hij trainer is van Lierse. Ik voetbal nu met meer vertrouwen. Voor zijn komst had ik alleen maar positieve zaken over Put gehoord. Ze hadden mij gewaarschuwd dat zijn trainingen arbeidsintensief waren, maar dat hij een aangename mens is om mee te werken. Ik kan dat alleen maar bevestigen.”

door Matthias Stockmans

‘De metamorfose van Lierse is de verdienste van Put.’ (Eric Van Meir)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content