Een vierde van de profclubs komt uit West-Vlaanderen en ook de competitiehervorming ontstond in de kustprovincie. Een gesprek met Joseph Allijns, voorzitter van KV Kortrijk (1A), en Johan Plancke, CEO van SV Roeselare (1B).

Opeens was daar dan toch eindelijk die globale competitiehervorming, met scheiding tussen prof- en amateurvoetbal, nog wel nadat er daarover een patstelling was ontstaan tussen de Pro League (1e klasse) en de Nationale Voetballiga (2e klasse). ‘In januari 2015 was het totaal naar af’, zegt Joseph Allijns, voorzitter van KV Kortrijk. ‘Na een brief van voorzitter Guy Craybex met onaanvaardbare voorwaarden, besliste de Pro League om een brief terug te sturen dat alle onderhandelingen gestaakt werden. Tot Johan Plancke mij belde en we afspraken in het Parkhotel in Kortrijk. Daarna is het snel gegaan.’

PLANCKE: ‘Ik wou absoluut de situatie deblokkeren. Want voor de meeste clubs was tweede klasse niet leefbaar. Je hebt de kosten van eerste en de inkomsten van derde. Er was een andere structuur nodig om groei mogelijk te maken en het stoorde mij enorm dat ze niet meer on speaking terms waren.’

ALLIJNS: ‘Ze vroegen geld, maar wilden niks in ruil geven.’

PLANCKE: ‘Dat was niet realistisch.’

ALLIJNS: ‘Toen Johan mij op een A4’tje zijn plan voorstelde met acht ploegen in de tweede reeks en naast de kampioen nog een tweede stijger zei ik: ‘Goed idee, maar dat zal niet gaan.’ Eén daler uit eerste kon ik in de Pro League wel verkopen, voor de gevraagde vier miljoen euro, maar zeker geen twee dalers.’

PLANCKE: ‘Een tweede stijger vanuit 1B was nog een betere formule geweest, maar je moet compromissen sluiten. Ik wist ook wel dat het voor de elf kleine eersteklassers belangrijk was om het risico om te zakken te beperken. Slechts één stijger was de prijs die we moesten betalen. Ik lees op fora wel eens dat de 500.000 euro per ploeg die we daarvoor krijgen peanuts zijn. Maar als je elke dag de weg op moet op zoek naar geld en 5000 euro binnenhaalt, dan spring je ’s avonds een gat in de lucht. En nu spreken we over een bedrag dat met de commerciële rechten erbij misschien zal oplopen tot boven de 700.000 euro. Extra budget. Dat is enorm veel. Want de meeste clubs draaien rond de 2 miljoen euro. Dat betekent dus dat je er opeens dertig procent bij krijgt.’

ALLIJNS: ‘Hij was ook meteen overtuigd dat hij een reeks met nog slechts acht ploegen erdoor zou krijgen in de Nationale Voetballiga.’

PLANCKE: ‘De studie van Ernst & Young kwam bij 24 ploegen uit en 14-10 was niet bespreekbaar voor de Pro League. Daarom ging ik voor 16-8.’

ALLIJNS: ‘Paul Van Der Schueren, CEO van OHL, maakte een powerpoint en in de Pro League was in februari 2015 het principe al goedgekeurd.’

PLANCKE: ‘Ik wil hier graag eens benadrukken dat Paul schitterend werk leverde.’

ALLIJNS: ‘Jullie zwaarste taak was dat erdoor krijgen in de Nationale Voetballiga.’

PLANCKE: ‘De grootste ploegen in tweede, zoals Eupen en Antwerp, waren niet voor, omdat er een van de twee kansen om te stijgen verdween. Maar we haalden de meerderheid door kleinere clubs die van in het begin positief waren. Ploegen als Heist en Dessel, die geen topambities bezaten en voor wie het onhaalbaar was om te blijven investeren in veiligheid en infrastructuur, zegden: ‘We gaan terug naar derde.’ Er is wel heel wat lobbywerk aan te pas gekomen; en ik reed vele kilometers, het hele land door.’

ALLIJNS: ‘Het was ook moeilijk met een voorzitter van de Nationale Voetballiga die tegen was.’

PLANCKE: ‘Meneer Craybex was zeer anti. Ik begrijp dat ook wel: de afschaffing van de Nationale Voetballiga betekende de afschaffing van zijn post.’

ALLIJNS: ‘En zijn voorganger, Guido De Croock, was ook een probleem, want met hem wou de Pro League niet meer aan tafel zitten. Omdat hij eens heel de boel afgeblazen had nadat er tien miljoen was geboden. Zo maakte hij vijanden bij grote profclubs als Anderlecht die daarvoor hun nek uitgestoken hadden.’

PLANCKE: ‘Inderdaad. We verkozen hem niet opnieuw als voorzitter en ik begrijp ook dat dat niet makkelijk was voor het eergevoel van die man.’

WAT WEERSTAND

De hervorming betekende uiteindelijk ook de scheiding tussen profvoetbal en amateurvoetbal. ‘Dat is’, zegt Plancke, ‘ook wat de politiek wou.’

ALLIJNS: ‘Het Vlaamse Gewest wou het en het Waalse Gewest wou het al langer, zodat ze hun eigen potje konden koken. Ik moet zeggen dat Gilbert Timmermans namens Voetbalfederatie Vlaanderen (VFV) meteen zijn steun toezegde en dat hij en Pierre François, CEO van de Pro League, bergen werk verzetten om de reglementen te conformeren. Ook dat is allemaal niet zonder slag of stoot gegaan. Want er werden vergaderingen georganiseerd met de Vlaamse en Waalse amateurs om de situatie uit de doeken te doen; en er was wat weerstand van ambitieuze clubs als Beerschot en FC Luik omdat er in de overgangsfase geen stijger uit derde was. Maar uiteindelijk minder dan vooraf gedacht.’

PLANCKE: ‘In tegenstelling tot wat er in de kranten is verschenen, is het wel altijd de bedoeling geweest om het na dat overgangsjaar mogelijk te maken om vanuit de eerste klasse amateurs door te stoten naar het profcircuit. Mits er voldaan wordt aan de licentievoorwaarden.’

ALLIJNS: ‘We maakten wel de periode die ze krijgen om zich te conformeren iets langer tot 18 maanden.’

PLANCKE: ‘Kun je dat binnen die termijn niet doen, dan zak je weer.’

ALLIJNS: ‘Niet te vergeten: er gaat ook 800.000 euro van de Pro League naar de Amateurliga.’

PLANCKE: ‘Anders zou het nooit gelukt zijn.’

ALLIJNS: ‘Het is toch merkwaardig wat een dynamiek er ontstaan is na onze samenkomst in het Parkhotel. Al zo’n jaar of twintig werd er gepraat over die scheiding tussen amateur- en profvoetbal, maar nooit was het gelukt om die door te voeren.’

PLANCKE: ‘Ik denk dat het belangrijk is geweest dat het initiatief vanuit de buik van tweede klasse kwam. Opgelegd van boven zou het niet goed gekomen zijn. We zijn samen gegroeid. En dan is de VFV en de Waalse ACFF er nog bijgekomen om de amateurcompetities te hervormen en op de eerste klasse amateurs na te regionaliseren.’

STERKER WORDEN

In 1B promoveert de kampioen naar 1A en spelen de 2e, 3e en 4e play-off 2 met negen ploegen uit 1A in twee reeksen van zes. Zij kunnen niet promoveren, maar krijgen wel de kans om zich in PO2 te meten met 1A-ploegen met een Europees ticket als inzet. ‘In 1B is het nieuwe target bij de top vier geraken’, zegt Plancke. ‘Met acht ploegen maak je dus één kans op twee om erbij te zijn.’

ALLIJNS: ‘Dat is een belangrijke stimulans. Ook voor ons kan dat interessant zijn: play-off 2 spelen tegen bijvoorbeeld Cercle, Roeselare, … is een mooie affiche.’

PLANCKE: ‘Ik denk dat de top van 1B dichter zal aanleunen bij 1A.’

ALLIJNS: ‘De bedoeling is dat de clubs in 1B sportief en financieel sterker worden.’

PLANCKE: ‘Je merkt dat iedereen inspanningen doet. Alleen Union schoof de problemen voor zich uit door tijdelijk te verhuizen naar de Heizel. Pluspunt is ook dat je als club in 1B bij de Pro League in een structuur terechtkomt die er staat. De Nationale Voetballiga was ook een belangenvereniging maar zonder middelen en zonder een commerciële manager om betere financiële deals te onderhandelen. Nu worden al onze wedstrijden live op televisie uitgezonden, elk op een ander moment, en ook van kranten en magazines zal er meer aandacht zijn. De hervorming zorgt voor een commerciële meerwaarde. Dat is ook heel belangrijk.’

ALLIJNS: ‘Het is niet gezond als het water altijd tot aan de lippen staat en je moet vrezen voor deurwaarders. Chapeau voor de mensen die jarenlang op die manier werkten, maar dat is geen gezonde structuur. De grote les van de hervorming is: we kiezen voor profvoetbal met 24 gezonde profclubs. Maar er is nog een lange weg te gaan. Want puur op exploitatie boekten in 2015 slechts zes clubs winst. Deze hervorming is een aanzet om dat te stimuleren. Een andere grote les is: we kiezen ervoor om het amateurvoetbal weer dichter bij de mensen te brengen, en niet meer afhankelijk van mecenassen te maken. De boodschap luidt dat de uiteindelijke bedoeling van amateurvoetbal is om jongeren in het eerste elftal te krijgen. De VFV en de ACFF werken daar hard aan.’

PLANCKE: ‘Ik denk dat het ook de taak van de eerste klasse amateurs is om jeugd van de 24 profclubs op te vangen en speelkansen te geven. Clubs als Dessel, Heist en Patro Eisden doen dat nu al. Dat wordt volgens mij een heel mooie reeks, de enige amateurklasse die nog nationaal is, met een ploeg of zes met goesting om over te gaan en de mogelijkheid om het beste amateurteam van België te worden.’

ALLIJNS: ‘Ook niet te vergeten: ook voor de jeugd is er een licentie ingevoerd op basis van kwaliteitsnormen en doorstroming naar de A-kern.’

TERECHTE KRITIEK

De nieuwe competitieformule is nog niet het ideale model. Zo eindigt het seizoen voor de ploeg die in 1A als laatste eindigt nog altijd in maart. ‘Kritiek daarop is terecht’, zegt Allijns. ‘Er zijn problemen die vandaag nog geen oplossing kennen, zoals ook het feit dat Beerschot als kampioen van derde in dit overgangsjaar niet in 1B opgenomen kon worden. Maar er moest een belangrijke stap gezet worden en die is eindelijk gezet.’

PLANCKE: ‘Het was noodzakelijk, maar het is niet het mooiste kind. Vier keer tegen elkaar spelen in 1B, dus om de zeven weken, is veel en snel. Voor wie play-off 3 speelt, kan dat zelfs zes keer zijn. Maar het kan niet anders. Ik vind twee reeksen van twaalf een goed systeem. Zeker als dan via play-offs vier ploegen uit de tweede reeks de kans krijgen om te promoveren. Maar ik begrijp dat dat momenteel niet mogelijk is.’

ALLIJNS: ‘Neen, daar is de tijd niet rijp voor. Ook omdat je dan als 9e, 10e en 11e risico loopt om in de andere reeks terecht te komen en dus het jaar nadien niet meer kan spelen tegen Club Brugge, Anderlecht en Standard. Dat schrikt veel clubs af en ik begrijp dat. Dat kun je alleen maar verhelpen door de ploegen dichter bij elkaar te brengen. Want waarom zouden bijvoorbeeld ook Roeselare-Kortrijk en Roeselare-Zulte Waregem geen topaffiches kunnen zijn?’

PLANCKE: ‘Het moet nog groeien. Wat we zeker niet meer mogen doen, is redeneren: we zijn nu weer op ons gemak voor twintig jaar. We mogen niet stilstaan, we moeten het op de agenda houden. Dit is het format voor de komende drie seizoenen, maar dat mag ons niet tegenhouden om intussen te evalueren, te benoemen wat goed en wat slecht is en ons voor te bereiden.’

ALLIJNS: ‘Ook financieel moet er trouwens nog een en ander op punt gezet worden, onder meer de commerciële rechten moeten nog worden bediscussieerd. Maar daar geraken we wel uit. We zijn nu met 24 clubs lid van de Pro League en we zullen zien of binnen drie jaar iedereen dat statuut waard is en of dit format nog geschikt is of gewijzigd moet worden. We moeten het in vraag blijven stellen.’

Bijna was SV Roeselare er niet bij. Het eindigde in tweede slechts als negende, maar haalde zijn A-licentie en verwierf zijn plaats in 1B voor het Belgische Arbitragehof voor de Sport ten nadele van kampioen WS Brussels. Plancke kwam intussen zijn belofte na en ging te voet van Schiervelde naar de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw van Dadizele. ‘Ik voel mij niet beschaamd dat we het via het BAS moesten doen’, zegt hij. ‘Want wij speelden het spel correct. Hadden we het niet correct gespeeld, dan waren we sportief sterker geweest. Vooraf was afgesproken dat de eerste acht met een A-licentie in 1B zouden spelen. Maar ik moet bekennen: ik lag er wakker van.’

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – FOTO KOEN BAUTERS

‘Al zo’n jaar of twintig werd er gepraat over die scheiding tussen amateur- en profvoetbal, maar nooit was het gelukt om die door te voeren.’ – JOSEPH ALLIJNS

‘Ik vind twee reeksen van twaalf een goed systeem. Zeker als dan via play-offs vier ploegen uit de tweede reeks de kans krijgen om te promoveren.’ – JOHAN PLANCKE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content