Het klasje van Michel

© BELGAIMAGE

Tien jaar geleden werd Standard kampioen. Onverwacht, vooral omdat het zo’n piepjong team had.

Een les in bescheidenheid is het voor een voetbaljournalist, na een voetbalseizoen terugblikken op de prognoses die voor de competities werden gemaakt. Zo’n terugblik leert dat er voor het seizoen 2007-2008 niemand rekening hield met een titel voor Standard. Anderlecht was de gedoodverfde titelkandidaat, Club Brugge, dat François Sterchele had gekocht, gold als dé outsider, en Genk zou derde worden.

Voor Standard werd in het beste geval een vierde plek voorspeld. Niet onlogisch, na het vertrek van een brok ervaring: kapitein en ziel Sérgio Conceição, Eric Deflandre, Karel Geraerts, Milan Rapaic en huidig trainer Ricardo Sá Pinto, die de schoenen aan de haak hing, vertrokken. In de plaats kwam enkel Dieumerci Mbokani, een spits met een moeilijke reputatie waar men bij Anderlecht niets meer mee kon mee aanvangen en die net niet uitgewuifd werd uit het Astridpark. Ook bij Standard verwachtte men niet te veel van de Congolees. Maar de goede zorgen van sportief directeur Dominique D’Onofrio, die zich ontpopte als zijn tweede vader en veel jeugdzonden met de mantel der liefde bedekte, maakten dat Mbokani dé revelatie van het seizoen werd, goed voor vijftien goals. Slechts één doelpunt minder dan Milan Jovanovic, die het jaar daarvoor als testspeler in Luik een contract had bekomen en samen met Mbokani en Igor de Camargo een sterk aanvalstrio vormde.

Met een gemiddelde leeftijd van 23,3 jaar startten de Rouches als een heuse kindertuin aan het seizoen. Het jaar tevoren had men al een jong middenveld zien ontluiken, met Axel Witsel en Marouane Fellaini en de jonge Steven Defour. Die laatste kreeg van trainer Michel Preud’homme al op zijn 20e de kapiteinsband. Achterin ontpopte linksachter Dante Bonfim zich als een revelatie. Alleen in doel was het zoeken en tasten. Olivier Renard verdween na een akkefietje met Preud’homme uit de ploeg en werd vervangen door Rorys Espinoza. Diens grootste aandeel in het titelavontuur was zijn belofte om in de Maas te springen als Standard kampioen werd, een belofte die hij ook hield.

Op de voorlaatste speeldag pakte Standard de titel in eigen huis door te winnen van achtervolger Anderlecht. De gemiddelde leeftijd van de elf die toen op het veld stonden, was 22,5 jaar. ‘ Standard est champion tous les 25 ans‘, zong de bezoekende aanhang smalend. Een beetje voorbarig, want een jaar later zouden de Rouches weer de titel pakken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content