Met tiqui-tacavoetbal als huisstijl doet Villarreal het dit seizoen erg goed in de Spaanse competitie. Morgenavond moet De Gele Onderzeeër rekenen op een mirakel om nog een finaleplaats in de Europa League af te dwingen. ‘We willen historie schrijven.’

Dit was tot nu toe onze lastigste tegenstander.” Josep Guardiola is medio november zichtbaar opgelucht als Barcelona met 3-1 heeft gewonnen van Villarreal. Want makkelijk verliep het allerminst. “Villarreal is een juweel van een ploeg, indrukwekkend”, vervolgt de Catalaanse coach. “Het team zet druk, speelt continu op de aanval; moeilijk te bestrijden. Het is geen toeval dat ze al lange tijd in de top van Spanje meedraaien.”

In een competitie waar de derde plaats achter Barcelona en Real Madrid momenteel het maximaal haalbare is, zijn dergelijke loftuitingen waardevol. Het in 1923 opgerichte Villarreal is in veel opzichten nog steeds het provincieclubje dat begin jaren negentig onderaan bungelde in de Segunda División. Het gelijknamige stadje in de regio Castellón (krap 50.000 inwoners) valt in het niet bij de Spaanse metropolen waar eveneens profvoetbal wordt bedreven. De thuisbasis El Madrigal heeft een capaciteit van 23.000 plaatsen, gemiddeld is er een opkomst van 18.000 supporters. “Eigenlijk veel te weinig om onze ambities waar te maken”, beseft Villarrealpreses Fernando Roig. Eenmaal op het veld is de club de ontwikkelingen ver vooruit. Het pas in 1997 in de Primera División debuterende Villarreal steeg de voorbije jaren onder Manuel Pellegrini tot grote hoogte. De Chileense coach gaf El Submarino Amarillo (De Gele Onderzeeër) een Zuid-Amerikaans gezicht dankzij de komst van onder meer de Argentijnen Juan Román Riquelme en Rodolfo Arruabarrena, de Uruguayaan Diego Forlán en de Mexicaan Guillermo Franco. Onder de 41-jarige Juan Carlos Garrido, sinds februari 2010 Villarreals hoofdtrainer, is de hoofdmacht tegenwoordig bijna volledig Spaans, maar zijn de oude kernmerken behouden: gedurfd aanvallend combinatievoetbal door spelers die het één keer raken beheersen.

Koning van de keramiek

“In mijn opvatting gaat het team te allen tijde uit van balbezit”, vertelt Garrido. “Zodra je de bal hebt, kun je aanvallen. Villarreal speelt altijd in het vaste 4-4-2-systeem, daar wijken we niet van af, zelfs niet op de training. Dat laatste heb ik overgenomen van Guus Hiddink, een van mijn grote inspiratiebronnen. Begin jaren negentig was hij coach van Valencia, een van de fitnesscoaches destijds is een goede vriend van me. Geregeld bezocht ik de trainingen, wilde ik zien hoe Hiddink met zijn spelersgroep werkte, ze toesprak. Ook hij liet zijn team trainen of het een wedstrijd speelde, fascinerend om te zien!’

Bij Valencia keek destijds niemand op of om naar het op 65 kilometer afstand gelegen Villarreal. De nietige tweedeklasser die werd gerund door een plaatselijke ondernemer en zijn bijnaam El Submarino Amarillo dankte aan de in 1969 verschenen tekenfilm Yellow Submarine (gebaseerd op de muziek van The Beatles). Pas vanaf 1997 kwam verandering in Villarreals status toen Fernando Roig een meerderheidsaandeel verwierf. De 63-jarige Roig staat bekend als ‘de koning van de keramiek’ en bezit met Mercadona ook een supermarktketen. Dat leverde de zakenman een vermogen van honderden miljoenen op. Op het moment dat hij voorzitter werd van Villarreal, was hij in de voetballerij vooral bekend als broer van Paco Roig, die tussen 1994 en 1997 voorzitter was van Valencia. Dat die was weggejaagd uit Mestalla vormde voor Fernando Roig een extra motivatie om van de streekrivaal een internationale topclub te maken. “Ik wil laten zien dat het mogelijk is om een kampioen te máken.”

Dankzij de miljoeneninvesteringen van Roig speelt Villarreal vanaf 1998 onafgebroken, uitgezonderd in het seizoen 1999/00, in de Primera División. De hoofdmacht nestelde zich in de Spaanse subtop en is Europees succesvol – in 2004 bereikte de club de halve finale van de UEFA Cup en herhaalde die prestatie in 2006 in de Champions League, waar ze in de halve finale uitgeschakeld werden door Arsenal. Daarnaast heeft de club het reusachtige trainingscomplex Ciudad Deportiva (zie kader) opgezet. Met dank aan suikeroom Roig, die door het dagblad El Mundo Deportivo werd uitgeroepen tot beste clubleider van 2008. “In de eerste fase hebben we heel veel geïnvesteerd om het huidige niveau te bereiken. Nu moet Villarreal vooral op inkomsten van Europees voetbal rekenen. Met goed beleid kun je ver komen.” Dat die inkomsten er dit seizoen überhaupt zijn, heeft Villarreal te danken aan de schuldenberg van RCD Mallorca. De gele onderzeeër strandde vorig seizoen immers op de zevende plaats in de competitie, maar mocht toch in de Europese trommel omdat de UEFA het financieel ongezonde Mallorca uit de Europa League schrapte.

Geen vedetten

Recent brak Villarreal met het beleid te werken met dure vedetten, want naast de voltreffers waren er ook de flops Martin Palermo, Robert Pires en Juliano Belletti. Al dan niet om economische redenen zet Villarreal meer dan ooit in op eigen kweek. Dertien van de huidige selectiespelers kwamen voorheen uit voor Villarreal B, tot vorige zomer het enige tweede elftal dat uitkwam in de Segunda Divi-sión. Trainer Garrido werkte vanaf 2002 als jeugdtrainer bij de club en kende veel selectiespelers al van Villarreal B, waarmee hij drie keer promoveerde. “Onder hem hebben de spelers zó veel progressie gemaakt”, vertelt Roig. “Zijn visie is duidelijk, er is een vaste speelwijze waarbij de defensie vooruit verdedigt en druk op het middenveld van de tegenstander zet. En nu Villarreal voor de jeugd en doorstroming kiest, is Garrido de ideale trainer voor ons.”

Ook Garrido steekt de loftrompet over zijn voorzitter. “Voor Spaanse begrippen is Villarreal een zéér stabiele club, de lijnen zijn kort. Voorzitter Roig is een geduldig man die oog heeft voor de eigen opleiding. En een club als Villarreal moet het natuurlijk hebben van zelfopgeleide talenten en inventieve aankopen. Maar op korte termijn is het winnen van een hoofdprijs belangrijk, dan schrijft Villarreal historie en kan het een tijdperk markeren. Dat is zeker mogelijk, want liefst zeven spelers zitten bij de kern van de Spaanse ploeg. En blijft mijn basisteam nog twee jaar bijeen, dan kan Villarreal zich meten met de grote twee in Spanje.” Sterkhouders in dat team zijn vleugelaanvaller Santi Cazorla, Marcos Senna, Bruno Soriano, Borja Valero en aanvaller Giuseppe Rossi.

Fernando Roig heeft inmiddels de prestaties van broer Paco bij Valencia overtroffen. “Maar nog altijd is de prijzenkast leeg. Wel is Villarreal zover dat het écht om de prijzen speelt, op alle niveaus.” Tijdens een feestje voor zijn tienjarig voorzitterschap twee jaar geleden, verklaarde de president: “In het volgende decennium zullen we iets winnen. Ik zal niet rusten voordat we een grote prijs hebben veroverd.” Roig heeft nog acht jaar te gaan, maar zo lang hoeft het niet te duren …

DOOR DANIEL DEVOS & VINCENT OKKER

“Ik zal niet rusten voor we een grote prijs veroverd hebben.”voorzitter Fernando Roig

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content