
Het kompas van het Dudenpark
Soms meent men een lichtbaken te zien in een storm. Het is niet zomaar een vergelijking, want de aanvalsgolven van Union zijn zo aanhoudend en indrukwekkend dat ze de tegenstander vaak beletten met het hoofd boven water te komen. Te midden van al die vragen om de bal en de spelers die diep spurten, de ruimte in, loopt Casper Nielsen. Hij geeft voor iedereen de richting aan.
De 3-5-2 van Felice Mazzu draait om hem, op twee verschillende manieren, afhankelijk van de flank waarop de actie zich afspeelt. Aan de linkerkant gebeurt dat combinerend, met de dribbels van Loïc Lapoussin en het intelligente afleggen van de bal door de indrukwekkende Deniz Undav. Aan de andere zijde bij Union wordt vooral veel en hard gelopen. Door de onstopbare machine Dante Vanzeir, maar ook door Bart Nieuwkoop, die nieuw is bij de Brusselse club en zich zichtbaar in zijn sas voelt op de rechterflank. Centraal past Nielsen zich aan, met het gemak van degenen die alles lijken te kunnen. De Deen kan de combinatie zoeken met Lapoussin, Undav en Teddy Teuma, maar weet beter dan wie ook hoe hij de mannen op zijn rechterflank moet lanceren en aanspelen. Troeven die van hem de man maken die het speelplan van Union toepast en afwisselend kiest voor het combinatiewerk op links of het verleggen van het spel met een lange bal op rechts.
De manier van spelen van Nielsen houdt in dat er wel eens wat afval bij zit.
Die opdracht is niet zonder risico, en daarom houdt de manier van spelen van Nielsen in dat er wel eens afval bij zit, omdat hij op het middenveld nu eenmaal degene is wiens passes het verschil moeten maken. Maar ook dan was hij tegen pakweg Standard meester op het veld, energiek en met ritmeveranderingen waarmee hij, omdat hij zijn aanvalsspel voldoende varieert en in alle richtingen kan sturen, zijn tegenstanders in de problemen brengt.
Nielsen is een kompas. Een middenvelder die als een magneet aangetrokken wordt door het doel van de tegenstander en de niet-aflatende wil om kansen af te dwingen. Via een pass, via loopwerk dat hem in staat stelt om vaak goed geplaatst te zijn aan de rand van de zestien meter, om daar uit te pakken met zijn krachtig afstandsschot, dat nog maar één keer tot een doelpunt leidde, ook al zijn het echte loeiers. Daar zit nog zijn progressiemarge in, want zijn belang voor het spel van zijn ploeg wordt nog onvoldoende geïllustreerd door zijn statistieken, met één goal en twee assists in negen wedstrijden.
Het is echter niet makkelijk om uit de schaduw te treden van de twee beste afwerkers in de eerste klasse.
Cijfers
2,2
De nummer zes van Union dwingt gemiddeld 2,2 keer per match een kans af. In het Dudenpark doen enkel Dante Vanzeir en Deniz Undav beter.
3,7
Naast doelman Anthony Moris verstuurt geen enkele speler bij Union meer verre passes dan de Deen. Gemiddeld 3,7 keer per match verlegt hij het spel van de ene naar de andere kant van het veld.
36,7
Casper Nielsen geeft slechts 36 passes per wedstrijd. Dat zijn er bij Union minder dan Teddy Teuma en Loïc Lapoussin.
78,6
Een statistiek waarmee Nielsen minder scoort, is het percentage van passes die goed aankomen. Dat ligt onder de 80 procent die middenvelders doorgaans behalen.
2,34
De vroegere speler van Odense is een van de voornaamste aanbrengers in de hoogste klasse met gemiddeld 2,35 expected goals per match.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier