Volgende woensdag huldigt AA Gent zijn nieuwe stadion in. Een kwarteeuw geleden lagen de kaarten heel anders. In 1988 is AA Gent een virtueel failliete tweedeklasser met één dure zittribune, een afkalvend publiek en zonder hoofdsponsor. De strop hangt de Buffalo’s al om de nek. Tot in de Brusselse Lambermontstraat een pact wordt gesloten.

Het startschot voor operatie redding wordt gegeven door Wilfried Martens. De eerste minister heeft medio 1988 de fine fleur van het Gentse zakenleven ontboden op zijn kabinet aan de Lambermontstraat. Zijn boodschap is kort die middag: “Een grote stad als Gent verdient een grote club. Heren, maak er iets van.”

De affaire-Bellemans

Niemand die enkele jaren daarvoor had kunnen vermoeden dat de club zo dicht bij de afgrond zou staan. Eind jaren zeventig was AA Gent in handen gekomen van de steenrijke voorzitter Albert De Meester. Van de excentrieke wegenbouwer werd smalend beweerd dat hij het verschil niet kende tussen rugby en voetbal, maar onder zijn bewind klimt Gent helemaal op uit derde klasse. Het wordt tussen 1982 en 1984 twee keer derde en wint in 1984 zelfs de beker van België. Bij die bekertriomf zit De Meester al niet meer in het stadion: hij is zwaar ziek aan zijn bed gekluisterd en zal in 1986 overlijden. Tot 1988 neemt Robert Naudts het roer over. De kolenhandelaar heeft ontegensprekelijk blauw-wit bloed in de aderen, maar het ontbreekt hem aan financiële middelen en een slecht karakter. Als AA Gent na het seizoen 1987/88 uit eerste klasse zakt, wordt Naudts op niet al te vriendelijke wijze opzij geschoven.

De voornaamste erfenis uit die periode is de bouw van de hoofdtribune aan de Brusselsesteenweg in 1986. De vorige, half houten, half betonnen tribune is stilaan levensgevaarlijk geworden en er moet snel iets nieuws gezet worden wil men nog in Gent kunnen voetballen. De constructie in recordtempo is een eerste financiële molensteen, maar het echte onheil komt er pas in de nasleep van de affaire-Bellemans. Onderzoeksrechter Guy Bellemans begint midden jaren tachtig aan een ongeziene raid op de zwarte kassen in het Belgische voetbal. In het Gentse breekt lichte paniek uit als hij aanklopt bij de Buffalo’s, waar voorzitter De Meester jarenlang met goedgevulde enveloppen had staan zwaaien in de kleedkamer. Verschillende spelers worden op het matje geroepen voor fiscale fraude. Bestuurslid René Verstringhe klopt die jaren als clubadvocaat overuren voor de correctionele rechtbank.

Tsjevenkot

Tegen die dreigende achtergrond voelen weinigen zich geroepen om de portemonnee open te trekken. Een eenmansbestuur à la De Meester dringt zich niet op, daarom hebben de Gentse zakenlui wel oren naar de gezamenlijke uitnodiging op het kabinet van Martens.

Een groot voetballiefhebber is Wilfried Martens nooit geweest en zodra zijn speech erop zit, zal de premier zich niet meer met de debatten bemoeien. Politieke motieven waren niet vreemd aan die demarche. Het zijn vooral Martens’ boezemvriend Guido De Wilde, voorzitter van het pas opgerichte Flanders Expo, en diens adjudant Marc Mortier die hem aan de mouw hebben getrokken. Ook de toenmalige Gentse CVP-schepen Frans Verheeke, directeur van VDK Spaarbank, is aanwezig. Traditiegetrouw was de Gantoise altijd een liberaal bastion geweest, dat niet toevallig in het blauw en wit speelde. Medio 1988 blijkt het uitgelezen moment om daar verandering in te brengen met een flinke geut CVP-oranje. Niet iedereen is daar onverdeeld gelukkig mee, of zoals een bestuurder op dat moment in plat Gents laat optekenen: “Wa veur eentsjevenkot es me dat hier!”

Er volgt nog een tweede vergadering in de Lambermont en stilaan krijgt de reddingsgroep rond AA Gent vorm. De meeste deelnemers hebben op dat moment al een tijdje een abonnement op de eretribune in het Ottenstadion of hebben elkaar in zakelijke betrekkingen al eens gekruist. Allen stappen erin met verschillende economische, publicitaire en persoonlijke motieven, maar met één gemeenschappelijk doel: AA Gent weer op de kaart krijgen. Onder de aanwezigen zijn de Gentse bedrijfsleiders Ivan De Witte en Ronny De Baere, en afwisselend het Sidmarduo Roger Flamang en Norbert von Kunitzki. De Luxemburger Kunitzki is de vreemde eend in de bijt: een briljante zakenman die vloeiend meerdere talen spreekt en zich niet bepaald stoort aan enig protocol. Zo zit hij er niets mee in het topoverleg in het statige Lambermont op te warmen met enkele moppen, liefst van de aangebrande variëteit. De vraag rijst wie de nieuwe voorzitter moet worden. Het is Kempenaar Jean Van Milders, ex-voorzitter van Verbroedering Geel en baas van wegrestaurantketen Carestel, die het laken naar zich toe trekt. Hij doet dat door zich te etaleren als een geboren onderhandelaar. Iets waar de Gentenaars zich danig op verkijken, zal later blijken.

Foot Invest

In Gent wordt in 1988 opgekeken naar de successen die het grote KV Mechelen behaalt. De club van de succesvolle zakenman John Cordier heeft dat jaar de Europacup II veroverd. Om fondsen te werven had Cordier de constructie Cova Invest opgericht, een voorbeeld dat later veel navolging zal krijgen. AA Gent begint met de coöperatieve vennootschap Foot Invest, die het spelerskapitaal beheert en los staat van de vzw waar het stamnummer aan hangt. Links en rechts worden daar sponsors voor aangetrokken, een bezigheid waar het Flanders Expoduo Mortier en De Wilde zich erg bedreven in zal tonen. Met het Nederlandse schoonmaakbedrijf Care wordt door Mortier een contract voor 1 miljoen Belgische frank (24.800 euro) neergepend op een bierviltje. Uiteindelijk zal Foot Invest 40 miljoen frank binnenrijven (992.000 euro).

Elke cent telt, want de eerste thuismatch in tweede klasse werkt AA Gent zelfs af zonder shirtsponsor. Bierbrouwer Maes heeft van een clausule in het contract gebruikgemaakt om zich na de degradatie van het sponsorcontract te ontdoen. Het is de sterk lokaal verankerde VDK Spaarbank die van dan af aan op de truitjes prijkt, een partnerschap dat tot op de dag van vandaag standhoudt. Ook staalgigant Sidmar komt met investeringen over de brug.

Zodra de financiën op orde zijn, krijgt ook de structuur vorm. Bedoeling is de club te leiden als een bedrijf in moeilijkheden en daarvoor wordt ook een drieledige doorlichting besteld. Elke maandag komt het directiecomité samen voor vergaderingen die soms tot ver in de nacht duren. Er ontstaat ook stilaan een rolverdeling. Ivan De Witte en Ronny De Baere zorgen voor het sportieve beleid, Marc Mortier richt zich op sponsoring en relaties, Lucien Standaert is de man met een hart voor de jeugd en René Verstringhe regelt de relaties met de KBVB. Mortier zal later ook Frans Schotte, de latere Cerclevoorzitter, aan de mouw trekken om in het bestuur te komen. Schotte komt een aantal keren kijken, maar hapt uiteindelijk niet toe. Eind 1990 komt een jonge West-Vlaming en meervoudig Belgisch zwemkampioen wel de rangen vervoegen. Michel Louwagie is de naam.

Solo slim

Van de uitgesproken ambities de club op zakelijke wijze te runnen blijkt algauw niet veel in huis te komen. Met een blauw-witte sjaal om de hals verandert voorzitter Van Milders in een felle supporter die geregeld in ordinaire scheldtirades ontsteekt. Erger is dat hij dat ook op het stadshuis geregeld doet. Het beleid van Van Milders blijkt een drietrapsraket naar een astronomische schuld. Elf jaar lang zal Van Milders geld – deels ook het zijne – uitgeven alsof het Monopolybiljetten zijn. Hoeveel tegengas zijn raad van bestuur hem daarbij gaf, is nog altijd voer voor discussie.

Het verblijf van AA Gent in tweede klasse is van korte duur: na één seizoen en een schimmige eindronde keert het terug op het hoogste niveau. In 1990 betaalt AA Gent 40 miljoen frank voor middenvelder Frank Dauwen, die het voor de neus van Anderlecht en Standard wegplukt. Ook spitsen Erwin Vandenbergh en Eric Viscaal worden aangetrokken. De dure vogels leveren Gent in 1991 onder René Vandereycken dan wel bijna de titel op, ze zorgen ook voor een nieuwe, aanzwellende schuldenberg.

Gaandeweg speelt Van Milders ook in andere dossiers steeds meer solo slim. Zijn klapstuk levert hij in 1992, als hij de staantribune tegenover de hoofdtribune neer wil gooien om er ook een zittribune van te maken. Daar is geen geld voor, dus zal hij dat eerst moeten zoeken, zegt Frans Verheeke van geldschieter VDK hem. Van Milders beaamt. ’s Anderendaags bereikt Verheeke het nieuws dat hij beter eens naar het Ottenstadion gaat kijken. Als de VDK-topman in zijn auto springt en bij het stadion aankomt, blijkt dat Van Milders de tribune al heeft laten afbreken. De ergernis groeit ten top. VDK weet dat het hele verhaal op drijfzand staat, maar durft, beducht voor imagoschade, de stekker niet uit de club te trekken. De bank zal het zinkende schip nog jarenlang drijvende houden.

Tussen Brugge en Brussel

In 1999 vertrekt Ivan De Witte met zijn vrouw op vakantie naar het zuiden van Frankrijk. De anders nogal afwezige echtgenoot blijkt nu plots een enthousiaste reispartner. Een kerk bekijken, een museumbezoek, het kan er allemaal bij. Als dat zo een paar dagen doorgaat, begint zijn vrouw iets te vermoeden. “Als we morgen thuiskomen, zou het weleens kunnen dat er iets in de krant staat”, zegt De Witte tussen neus en lippen door.

Met Ivan De Witte komt de tegenpool van Jean Van Milders op de voorzittersstoel. De Witte weet zich in het rumoerige gezelschap te onderscheiden als een gewiekste psycholoog, die de kunst verstaat gevaarlijke situaties te laten koelen zonder blazen. Naast hem staat met Louwagie de man die de club met zijn koopmanskunsten uit het financiële moeras zal trekken. Het bestuur wordt in die jaren steeds meer een comité van twee. De heftige jaren en de talrijke discussies hebben bovendien hun sporen nagelaten. De vriendenclub van 1988 raakt steeds meer uiteen gespeeld. Roger Flamang, Marc Mortier en Lucien Standaert zijn intussen overleden, anderen verdwenen geleidelijk aan naar de achtergrond. Desondanks zijn vriend en vijand het erover eens dat in 1999 – elf jaar te laat – de echte wederopstanding van AA Gent begonnen is.

De grote verdienste van De Witte is dat hij de verkrampte relaties met de stad aanvankelijk hersteld heeft en nu met burgemeester Daniël Termont een sterke bondgenoot heeft gevonden. Aan de vooravond van de opening van de Ghelamco Arena is de club gezond te noemen: vorig jaar zijn zelfs de laatste rekeningen tussen de club en sponsor VDK vereffend. Eén ambitie sprong eruit toen de Lambermontgroep zich in 1988 oprichtte: in het voetballandschap een definitieve plaats proberen te verwerven tussen Brugge en Brussel. Met 25 jaar vertraging is die dag nu aangebroken.

DOOR JENS D’HONDT – BEELD STADION: PIETER VANTIEGHEM / WWW.OURFUTURESTARTSHERE.BE

Het beleid van Van Milders blijkt een drietrapsraket naar een astronomische schuld.

Ivan De Witte verstaat de kunst moeilijke situaties te laten koelen zonder blazen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content