Kan de carrière van goalgetter Rune Lange nog gered worden ? ‘Aan het einde van mijn carrière denk ik nog niet,’ zegt de Noor van Club Brugge, ‘zo snel zal ik het niet opgeven.’

Niet alleen hijzelf wordt er moe van. Het was 1 juli, trainingsdag 1 van landskampioen Club Brugge, en wie zat er in de wachtzaal van het Academisch Ziekenhuis Sint-Jan in Brugge ? Warempel alweer Rune Lange.

“Om met de dokter te spreken”, vertelt hij. “Ik kon trainen, maar ik voelde nog altijd pijn in de rug met uitstraling in mijn rechterbeen. Vóór de vakantie was er geprobeerd om dat te verhelpen met inspuitingen. Dan ging het even beter, maar daarna toch weer slechter. In Noorwegen werkte ik mijn programma af, maar tijdens het lopen voelde ik dat het er allesbehalve beter op werd. Bij mijn terugkeer is er dan beslist om een MR-scan te laten nemen. Daaruit bleek dat er op de plaats van de operatie littekenweefsel was gegroeid dat tegen mijn zenuw drukte, waarna ik naar de pijnkliniek werd doorverwezen. Onder volledige verdoving zijn er toen in dat weefsel inspuitingen gegeven. De mevrouw die het deed, zei : ‘We zullen eens kijken of dat helpt om het weefsel kleiner te maken’. Zeker wist ze het blijkbaar niet. Ik heb toen twee dagen moeten rusten. De eerste week was er geen beterschap, de tweede week wel. Ondertussen onderging ik deze therapie al een tweede maal, opnieuw onder narcose ; over een maand, werd mij gezegd, volgt eventueel ook nog een derde keer.

“Sedert lang is het nu toch iets beter. Misschien moet ik het nu toch wat rooskleuriger zien. Ik ben niet meer zo stijf tijdens trainingen en wedstrijden, maar nadien wel totaal kapot. ’s Avonds. ’s Anderendaags is het dan weer beter. Waarom weet ik niet. Het probleem is ook dat ik niemand ken met dezelfde rugoperatie als ik, en dus niet kan vergelijken. Misschien is mijn rug niet meer zo sterk als voorheen, vandaar misschien de pijn en de stijfheid.

“Nu ze gevonden hebben dat dit litteken een probleem is, hoop ik dat het zo snel mogelijk opgelost wordt. Anderzijds, als de kinesisten mij zeggen dat als dit niet helpt er geen andere oplossing is, vraag ik mij af : weten ze wel met zekerheid dat ik van mijn probleem af kan geraken ? Ik vraag mij ook af waarom er al niet eerder een scan werd genomen. In april of mei had ik erom gevraagd, maar ik kreeg te horen dat het niet nodig was. In mijn huidige staat kan ik voetballen, maar ik ben nog altijd niet zeker dat ik ooit terug op hetzelfde niveau als voorheen kan komen û laat staan nog beter kan worden. Dat is frustrerend. Als je speelt, wil je beter worden, progressie maken.”

Op 7 oktober werd Rune Lange geopereerd van een zware discushernia. Hij had gehoopt in de terugronde al weer de oude te kunnen zijn, maar het liep anders. Op het eind viel hij in de wedstrijden tegen Lierse, Sint-Truiden en Antwerp nog wel in, maar het ging niet goed.

“Van februari tot mei was er geen enkele progressie”, vertelt hij. “Soms kon ik niet trainen. Dan kreeg ik weer eens inspuitingen en moest ik rusten om te zien of het beter zou worden, maar dat werd het niet. Ik was zeer stijf, mijn bewegingen waren traag ; ik was slap in duel en ik kon niet springen. Door die rugproblemen had ik ook een zeer slechte balans. Het gebeurde dat als ik de bal had, ik het evenwicht verloor. Zeer frustrerend. Ik ben 26 geworden en zo lang duurt een voetbalcarrière ook niet. Ondertussen ben ik al bijna twee jaar aan het sukkelen met hetzelfde probleem. Dat is lang, heel lang. Tot nu toe zijn er eigenlijk altijd dingen geprobeerd die misschien zouden kunnen helpen.

“Ik wil graag de zekerheid dat wat er gedaan wordt, ook effectief tot verbetering leidt. Ik weet niet of iemand mij hier die zekerheid kan geven. Ik heb de indruk van niet.”

Misschien moet hij straks wel stoppen met voetballen en een nieuw leven beginnen. “Aan het einde van mijn carrière denk ik nog niet, zo snel zal ik het niet opgeven”, repliceert hij. “Ik wil er echt álles aan doen om weer honderd procent fit te geraken, ik blijf positief denken. Wie weet, is alles binnen een maand oké. Natuurlijk, ik weet ook : de vorige keer dat we hier zaten te praten, was begin december en toen had ik goeie hoop in januari te kunnen spelen. Maar inmiddels zijn we bijna augustus en zit ik nog altijd in de miserie. Ik ben iemand die altijd positief is ingesteld, maar in deze omstandigheden is het niet altijd makkelijk positief te denken. Ik ben naar Brugge gekomen om te voetballen en als je dat niet kunt, is dat zeer vervelend. Maar met blessures weet je nooit. Niemand wil het, maar plots gebeurt het. Dan moet je weten dat ik nooit eerder in mijn carrière een officiële wedstrijd had gemist wegens blessure. Nooit voorheen kende ik rugproblemen, weet je.”

Topvoetbal had hij dan ook nog nooit eerder gespeeld natuurlijk. Eind oktober 2001 begon de ellende. “Tijdens een shadow game kwam er een kruispass en op het moment dat ik ging om te springen, voelde ik een krak in mijn rug en viel ik neer.” Het was een periode dat hij scoorde aan de lopende band. Club Brugge had eindelijk zijn goalgetter, eindelijk iemand die er met de ogen dicht twintig, dertig op een seizoen kon maken. “In de eerste ronde maakte ik er zestien, bijna allemaal voor eind oktober”, weet hij. “Toen de problemen met mijn rug begonnen, heb ik nog weinig gescoord. Na nieuwjaar kende ik almaar grotere problemen. In de club wisten ze het, maar naar buiten heb ik het tegen niemand gezegd. Ik wou geen excuses inroepen. En ik dacht ook : zo erg zal het wel niet zijn, het gaat wel over.”

Tja. Of hij toch niet stilaan naar huis verlangt ? Zoals Ole-Martin Aarst, die andere Noorse topschutter die hier op het toppunt van zijn mogelijkheden doodeenvoudig zijn boeltje samenraapte om zich in Tromsö te gaan settelen. Ook Rune Lange is afkomstig van Tromsö. Hij glimlacht. “Ole-Martin had heimwee, hij miste zijn familie en zijn vrienden. Zes jaar buitenland vond hij meer dan genoeg. Hij kon naar grotere clubs in Noorwegen, met meer geld, maar alleen Tromsö interesseerde hem. Ik las in lokale kranten wat interviews van hem en… (lacht)… hij is zó blij, hé. Ik moet toegeven dat ik ook wel eens heimwee heb als ik zoals nu zeven, acht maanden lang geblesseerd ben, maar ik heb de hoop nog niet opgegeven. Ik hoop dat ik dit seizoen mijn bijdrage aan het team kan leveren.”

Nog twee jaar contract heeft hij in Brugge. In april 2001 arriveerde hij er. Hij kwam van het Turkse Trabzonspor, dat hem niet eens een jaar eerder bij Tromsö was gaan halen voor omgerekend liefst 180 miljoen oude Belgische frank. Vorige maand nog won hij ook in beroep de rechtszaak tegen zijn vorige club. Omdat hij er later was betaald dan contractueel bepaald, mocht hij er dus vroegtijdig vertrekken – en de rest van zijn contract opeisen. Club Brugge kreeg toen van de Fifa een voorlopig transfercertificaat, maar weet nog altijd niet of het een transfersom moet betalen. Wat het wel al weet, is dat het hem mag transfereren. Hij mág û zo heet dat û weg. Het stond al in de krant, al dan niet tússen de regels.

“Supporters en medespelers spraken er mij al over aan, maar zelf is mij daar door de club nog niks over gezegd”, reageert hij. “Eerst en vooral wil ik blessurevrij zijn, want ik denk niet dat er veel clubs geïnteresseerd zijn in een geblesseerde speler. Ik ben een speler van Club Brugge, ik wil hier fit worden.”

door Christian Vandenabeele

‘Ik denk niet dat er veel clubs geïnteresseerd zijn in een geblesseerde speler. Ik ben een speler van Club Brugge, ik wil hier fit worden.’

‘Ik hoop dat ik dit seizoen mijn bijdrage aan het team kan leveren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content