Terwijl vier Belgische clubs na de Europese loting in Monaco hopen op meer financiële slagkracht, maken ze zich bij de UEFA zorgen over de ontwikkeling van het voetbal.

Puffend arriveert Dirk Degraen in Monaco, nog altijd een onvolprezen oord van decadentie en buitenissige luxe. De temperatuur schommelt rond de dertig graden, de Middellandse Zee ruist, pompeuze jachten blinken in de zon. De algemeen directeur van RC Genk maakt zich op voor de loting van de Champions League in het prestigieuze Grimaldi Forum. Hij ziet er vermoeid uit. “Ik heb welgeteld drie dagen vakantie gehad, snel over en weer naar Portugal”, zegt hij. Maar van werken ga je niet dood. Hoewel: “Ik heb eens twee en een half jaar helemaal niets gedaan en dat beviel me eigenlijk ook wel.”

Dirk Degraen staat voor belangrijke dagen. De trainersknoop moet worden doorgehakt, de nodige namen circuleren. Bekend is dat Degraen destijds voor de komst van Frank Vercauteren pleitte, ook al zag de voltallige raad van bestuur dat aanvankelijk niet zitten. Nu is deze bladzijde omgedraaid, na veel gezaag en geklaag van Vercauteren, iets wat sommigen niet verwondert: de Brusselaar, die de kwalificatie van RC Genk in het stadion bijwoonde en dat opvallend emotieloos onderging, lijkt geen man te zijn voor de lange termijn, na maximaal een jaar drijven de irritaties en de frustraties bij hem kennelijk boven. Het wordt allemaal verkocht onder de vlag van het professionalisme.

Wordt dat met zijn opvolger anders? Henk ten Cate wordt genoemd, een garantie voor aanvallend voetbal, maar van hem weten ze in Nederland dat hij niet staat te trappelen om weer aan de slag te gaan en van zijn huidige sabbatperiode wil genieten. Het zal later worden bevestigd. Dus lijkt Mario Been de eerste kandidaat, de Rotterdammer die een gezelschap uitstekend kan vermaken, maar het bij Feyenoord als trainer niet echt maakte. Een aangename man maar niet creatief in zijn oefenstof, niet indrukwekkend aanwezig tijdens de wedstrijden, maar wel iemand die een groep probeert te vormen. Althans, zo klinkt het hier en daar in Nederland. Waar Been in zijn eerste seizoen met Feyenoord vierde eindigde en in zijn tweede pas tiende, ondanks de aanwezigheid van gemiddeld meer dan 40.000 toeschouwers. En in het begin van dit seizoen bleek het grootste deel van de selectiegroep geen vertrouwen meer te hebben in Been die persoonlijkheid toonde, niet zalfde maar prompt de eer aan zichzelf liet. Been is dus een risico. “Maar was Vercauteren dat ook niet?”, vraagt Degraen zich geheimzinnig lachend af.

RC Genk staat voor een kruispunt in zijn geschiedenis. Vijftien miljoen euro aan inkomsten wenken in het kampioenenbal, een cijfer dat een eigen leven is gaan leiden. Dat bedrag, 75 procent van het huidige budget, is haalbaar, maar dan moet veel meezitten. De 7,2 miljoen euro voor het bereiken van de groepsfase staan vast, de andere inkomsten vallen af te wachten. Drie miljoen euro uit commerciële activiteiten, vijf miljoen euro uit ticketgelden, tenminste als de Cristal Arena telkens volloopt. En dan nog 800.000 euro per punt. Maar eerst moet je een punt halen.

De loting valt niet tegen maar ook niet echt mee. Degraen kan zijn ontgoocheling niet verbergen als RC Genk niet in de poule van Barcelona en AC Milan wordt ondergebracht. Chelsea is natuurlijk leuk, Valencia en Bayer Leverkusen zijn dat minder. Twee relatief kleurloze ploegen op de Europese voetbalkaart. Maar wellicht een maatje te groot voor Genk. Valencia, technisch uitmuntend, met een uitstekend combinatiespel, zelfs na het vertrek van de linksvoetige draaischijf JuanMata naar Chelsea. En Bayer Leverkusen, een team met jonge wolven, een exponent van de stijlbreuk van het Duitse voetbal: inzet en engagement overgoten door techniek en creativiteit. Het wordt voor RC Genk vooral leren in de Champions League. Meer wordt er niet verwacht.

Huis van openheid

Opvallend tijdens de loting voor de Champions League: Michel Platini, de voorzitter van de UEFA, beklom precies één keer het podium. Dat was om de prijs van beste Europese Voetballer van het Jaar te overhandigen aan Lionel Messi. Hij feliciteerde de Argentijn die bij dat soort gelegenheden telkens weer frappeert door een gebrek aan uitstraling en op de vragen die worden gesteld obligate antwoorden geeft. Na amper drie minuten stapt Platini alweer van het podium. De Fransman straalde als voetballer een zekere arrogantie uit en stapte met een gevoel van zelfvoldaanheid door het leven, maar als bestuurder wil hij niet in de spotlights staan.

Met veel meer pathetiek gaat het eraan toe tijdens de verkiezing van de FIFA Player of the Year. Dan maakt voorzitter Sepp Blatter er telkens weer een onemanshow van. Minimaal drie keer pleegt hij dan de aanwezigen toe te spreken, telkens weer benadrukkend hoe mooi het is om een voetbalfamilie als de FIFA te mogen leiden.

Het is opmerkelijk hoe groot het verschil tussen beide voetbalfederaties is. De UEFA is een huis van openheid. Medewerkers zeggen wat ze denken. Over het EK van 2012 bijvoorbeeld waar de werken aan het Nationaal Stadion van Warschau nog niet voltooid zijn en een daar voorziene vriendschappelijke interland tegen Duitsland naar Gdansk wordt verplaatst. Of over de gebrekkige hotelaccommodatie in Oekraïne. Dat soort taal zal je bij de wereldvoetbalbond niet horen. Daar spreken ze met de handrem op, uit angst voor represailles. Bovendien moet het licht schijnen op Sepp Blatter. En op niemand anders.

Kordaat ook treedt de UEFA op. Door de uitsluiting van Fenerbahçe bijvoorbeeld, verdacht van omkoping en meteen geschrapt uit de Champions League. En dat terwijl de Turkse voetbalbond de club uit het Aziatische gedeelte van Istanboel tot nader order de toegang tot de competitie niet verspert. Geen mens die het verdict van de Europese voetbalfederatie in vraagt stelt. Bij de FIFA zou dat anders zijn, het gevolg van talrijke onfrisse verhalen en de niet te verdrijven geur van omkoping.

Geen enkele Turkse journalist die trouwens verbaasd is over de omvang van de affaire rond Fenerbahçe. De verhalen vallen al jaren in de wandelgangen te horen, maar de bewijzen bleven uit. Verwondering is er wel over de zeer georganiseerde manier waarop het allemaal gebeurde. En over de wel erg grondige aanpak van de onderzoekers. Zelfs de tolk van de Braziliaanse spelers van Fenerbahçe is vorige week ondervraagd.

Dat het zich allemaal als een olievlek heeft verspreid, dat bleek toen de voorzitter van Trabzonspor, de vervanger van Fenerbahçe in de Champions League, niet naar Monaco mocht komen. Hij is ook beschuldigd van malversaties. Binnen een rammelende en rommelende voetbalbond zal de hele affaire gegarandeerd tot tal van ontslagen leiden. En, vrezen sommigen, zijn uitwerking hebben op de resultaten van de Turkse nationale ploeg. Vrijdag speelt Turkije thuis tegen Kazachstan, volgende week dinsdag in Oostenrijk. Niet onbelangrijk voor de Rode Duivels.

Verpaupering van de media

Juist over die omkoping maakt Michel Platini zich grote zorgen. Net zoals over het gegeven dat clubs hun voetballers niet betalen. Het maakt ze kwetsbaar om op omkoping in te gaan, poneerde hij tijdens een persconferentie in Monaco. Hij had het nog eens over de illegale weddenschappen die het voetbal tot in zijn wortels bedreigen. En hij sprak zijn bezorgdheid uit over de levensvatbaarheid van de clubs en beklemtoonde nog maar een keer de noodzaak van de zogeheten Financial Fair Play-regels die voorschrijven dat clubs eerst hun achterstallige betalingen in orde maken alvorens ze zich op de transfermarkt begeven. Die aandacht voor de financiële fair play kenmerkt het voorzitterschap van Platini. Vandaar dan ook dat er bij hem reserves zijn over alle oliesjeiks en andere zakenmensen die volop geld in het voetbal pompen.

En zorgen maken ze zich bij de UEFA, zo viel informeel te beluisteren, ook over de verpaupering van een deel van de media die het voetbal op zich steeds meer naar de achtergrond schuiven. Verhalen rond vriendinnen van spelers, de ene al wat mooier dan de andere, zijn kennelijk interessanter dan analyses. Juist in Monaco is er wat dat betreft volop voer voor inspiratie: geen gebrek aan oogverblindende schoonheden in de straten van Monte Carlo, de ene al wat meer gedecolleteerd en geparfumeerd dan de andere. Het is trouwens de voorlaatste keer dat deze Europese loting in Monaco doorgaat. Vanaf 2013 zal dit in een andere locatie gebeuren. Met minder pronkerigheid en patserigheid wellicht, maar in een meer prestigieus stadion voor de finale van de Europese supercup. Het Stade Louis II gold ooit als een juweeltje, oogt vanaf de buitenkant nog altijd fraai, maar in de arena zelf is het verval niet meer te stoppen. Net zoals de neergang van het voetbal in dit prinsdom: Monaco is gedegradeerd naar tweede klasse en staat daar momenteel op de zestiende plaats.

Anderhalf miljoen euro

Wat stelt de Europa League in vergelijking met de Champions League eigenlijk voor? Weinig, heel weinig. Het Grimaldi Forum zit voor de loting, een eindeloze en vooral zeer saaie bedoening, amper halfvol en dit ofschoon er 64 clubs in de verschillende bokalen zitten in plaats van 32 de dag voordien. En ook financieel blijft het in de tweede klasse van het Europees voetbal veel minder. “Als we aan deze wedstrijden netto anderhalf miljoen euro overhouden, zullen we tevreden mogen zijn”, zegt Vincent Mannaert, de general manager van Club Brugge. De twee vorige Europese wedstrijden waren na aftrek van de reiskosten zelfs verlieslatend, moet hij erkennen.

Wordt het nu beter? Braga, Birmingham City en NK Maribor zijn allesbehalve klinkende namen. Ook Anderlecht kan niet echt met flitsende affiches uitpakken: AEK Athene, Lokomotiv Moskou en Sturm Graz, er zal niet meteen een grote jacht op toegangskaarten worden ingezet. En Standard krijgt met FC Kopenhagen, Hannover 96 en het volstrekt onbekende Vorskla Poltova uit Oekraïne al evenmin tot de verbeelding sprekende clubs. Voorspellingen zijn moeilijk te maken. De Belgische ploegen kunnen net zo goed eerste eindigen als vierde.

Maar een overladen programma wordt het wel voor de Belgische clubs de komende maanden. Precies 24 Europese wedstrijden staan er voor de jaarwisseling geprogrammeerd. Het gegeven dat drie clubs de groepsfase van de Europa League hebben bereikt moet overigens zwaar worden genuanceerd. Dit is echt een lauw en flauw afkooksel van de Champions League.

Mooi was het idee van Michel Platini om deze competitie te hervormen en na de voorrondes voor groepen te opteren. Maar hij kan daarmee niet verhinderen dat de kloof met de Champions League ieder jaar vergroot.

DOOR JACQUES SYS

Ontgoocheling als RC Genk niet in de groep van Barcelona en AC Milan wordt ondergebracht.

In de Europa League kunnen Belgische clubs net zo goed eerste eindigen als vierde.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content