Geen andere eersteklasser incasseert zo veel tegengoals als Standard. Hoe is het zover kunnen komen?

De cijfers spreken voor zich. Standard scoorde in het eerste derde van de reguliere competitie evenveel goals als Anderlecht (18). Alleen Club (19) en Westerlo (21) waren nog beter bij schot. Op het eerste zicht lijkt het vertrek van Michy Batshuayi en Imoh Ezekiel verteerd. Alleen zorgde het spitsenduo van vorig seizoen voor een stevige pressing op de verdediging van de tegenstander, waardoor ze met hun verdedigend werk hun eigen ploegmaats flink hielpen.

De spitsen van vandaag doen dat een stuk minder. Niet alleen daarom lijkt de verdediging van dit seizoen op kaas met gaten. Niemand slikte 21 tegengoals zoals de Rouches. Ter vergelijking: Anderlecht kreeg in tien speeldagen slechts negen doelpunten tegen, twaalf minder dan de rivaal uit Luik. Dat is enorm.

Wie aan de trainer van Standard vraagt waarom zijn verdediging zwalpt, krijgt steeds hetzelfde antwoord: dat verdedigen een taak is voor iedereen, van keeper tot aanvallers. Als de Standardverdediging plooit, komt dat ook omdat op het middenveld onvoldoende mee verdedigt. Op dat vlak lieten het vertrek van William Vainqueur en in mindere mate Yoni Buyens sporen na. Op Vainqueurs aanvallende acties viel soms nog wat aan te merken, maar als stofzuiger voor de verdediging vervulde de Fransman zijn rol uitstekend. Om hem te vervangen haalde Standard drie nieuwe spelers. Eyong Enoh hield het amper tien minuten vol op Club bij zijn debuut, Adrien Trebel en Ricardo Faty kunnen de gaten die Vainqueur naliet voorlopig niet dichten. Trebel sluit qua profiel het best aan bij dat van Vainqueur, terwijl Faty het vaakst terugplooit om de achterste vier te helpen. Maar hij beschikt niet over hetzelfde spelvolume als Vainqueur.

Het middenveld mist vooral automatismen. Op Club waren drie van de vier middenvelders nieuwkomers, die net als in Rotterdam wel compacter samenspeelden dan voorheen, maar dat volstond niet voor puntenwinst.

Excuses

Zonder de geschorste kapitein Jelle Van Damme bood Standard zich op Club (waar het met 3-0 verloor) aan met een voor 45 procent vernieuwd team in vergelijking met vorig seizoen. Tegenover toen hanteert het een andere speelstijl: minder gericht op snelle omschakeling. Op die bouwwerf staat vooral de verdediging bloot aan kritiek. Na drie maanden hard werken lijkt er weinig vooruitgang te zijn geboekt. Vorige week nog gaf Guy Luzon aan dat het bouwen van een nieuw team langer duurde dan hij vooraf had gedacht.

Na de wedstrijd op Club vond Laurent Ciman dat Standard het excuus van gebrek aan tijd om te bouwen niet langer moest inroepen. Na drie maanden telde maar één zaak, meende hij: winnen. Tv-analist Geert De Vlieger vond dat wel oké: “Liever zo’n reactie van Ciman dan de excuses die Luzon elders zoekt.”

De verdedigende balans van Luzon heeft niets meer van de fameuze verdedigende muur die Standard in vroeger tijden kon opstellen. Michel Renquin,toch een expert ter zake, vindt: “Een jaar geleden was de vraag niet eens aan de orde, omdat Luzon een systeem en een kern erfde die door Mircea Rednic waren gekneed. Vandaag ziet de kleedkamer er heel anders uit. De grote trainers van vroeger hadden één groot voordeel wat Luzon niet heeft: de kernen bleven nagenoeg ongewijzigd. Soms stond een verdediging bij eenzelfde club tot tien jaar samen op het veld. Dat kan nu niet meer. En als een trainer versterking zocht, deed hij dat in de Belgische eerste klasse, bij spelers waarvan hij het potentieel perfect kende en die weinig aanpassingstijd nodig hadden. Vandaag rekruteert men over de hele wereld, vaak op basis van niet meer dan wat dvd’s van spelersmakelaars. Soms zit daar een goeie bij, maar dan moet de integratie nog beginnen.”

Het gevolg? Een speler als Martin Milec,vorig jaar beste jongere van de Sloveense competitie, zwalpt. Jorge Teixeira trekt zijn plan, Ciman en Van Damme vallen evenmin tegen. Op Club kwam eerst Dino Arslanagic te laat met zijn interventie, vervolgens merkte Ricardo Faty niet dat hij nog gedekt was door Ciman.

Arslanagic lijdt het meest onder het geschuif achterin. Zijn talent had Rednic bekoord. “Op een dag heeft die jongen zijn plaats centraal achterin bij de Rode Duivels”, merkte de Roemeen op toen hij het jonge Luikse talent lanceerde. Na een goed seizoen 2013/14 lijkt die droom ver weg.

“Drie maanden heb je niet nodig om een verdediging te organiseren”, meent Georges Heylens, voormalig toptrainer én rechtsback. “Toen ik bij de nationale ploeg iets niet snapte, tekende bondscoach Raymond Goethals wat hij wilde en praatte desnoods uren over hoe en wat hij wilde. Luzon moet zijn opties vastleggen en hard werken, het is zijn taak de lekkage achterin te stoppen. Het is niet normaal dat de verdediging van Standard het grootste lek is in het Belgische voetbal.”

Op de keeper beschouwd

Als het verdedigende falen een naam moet krijgen, keert die van doelman Eiji Kawashima het vaakst terug. Sinds zijn komst wisselt hij opmerkelijke reddingen (donderdag nog op Feyenoord) af met onwaarschijnlijke blunders (ook donderdag op Feyenoord). Vorig seizoen snoerde hij zijn criticasters de mond met sterke prestaties, nadat het bestuur na zijn eerste eerder matige seizoen een van de grote beloften uit het Franse voetbal had aangetrokken, met name Yohann Thuram.Die concurrentie maakte Kawashima sterker en beter, al werd zijn positieve evolutie ook toegewezen aan een nieuwe keeperstrainer, Jos Beckx.

Een jaar later lijkt de Japanse nationale doelman eerder op de keeper van twee jaar geleden dan op die van afgelopen seizoen. De tirade met Ciman tijdens de wedstrijd tegen Lierse lijkt aan te tonen dat het vertrouwen tussen keeper en verdediging compleet zoek lijkt. Toch blijft hij in doel staan en noemt Guy Luzon hem nog steeds de beste keeper van België.

Kawashima heeft in elk geval altijd getoond sterker terug te vechten wanneer het moeilijk gaat. Sommigen vragen zich af of men hem niet handhaaft om andere dan sportieve redenen. Kawashima vertegenwoordigt namelijk een commerciële waarde in Japan. Steeds vaker vraagt men zich af waarom Standard veel geld (1,5 miljoen euro) dokte voor een talent als Thuram dat het onder de neus van diverse geïnteresseerde Franse eersteklassers weghaalde om het vervolgens op de bank te laten verkommeren.

DOOR PIERRE BILIC

“Vroeger stond een verdediging er voor tien jaar. Anno 2014 is dat onmogelijk.” Michel Renquin

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content