Een heel seizoen lang volgt Sport/Voetbalmagazine vier spelers, in goede en kwade dagen, bij voor- en tegenspoed, tot het tussenseizoen ons scheidt. Lees hun verhaal hier elke eerste woensdag van de maand.

Ronny Gaspercic, Westerlo

“Een tijdlang heb ik gedacht dat ik mijn blessure controleerde. Ik werkte aan een comeback en maakte progressie. Helaas, een kraakbeenletsel besliste er anders over. In plaats van doorgedreven trainingen om mezelf te testen drong een nieuwe operatie zich op en zat ik weer met de handen in het haar. Onlangs mocht ik, na die laatste knieoperatie dus, mijn krukken aan de kant schuiven en met de revalidatie beginnen. Nog maar eens …. (aarzelt) Het spookt geregeld door mijn hoofd dat de match tegen Lierse misschien mijn laatste wedstrijd op het hoogste niveau was, maar ik ga niet te paniekerig doen. Laat me alles even op een rijtje zetten en de zaken positief bekijken.

“Als realist denk ik natuurlijk aan mijn toekomst na het voetbal. Een mens weegt zijn opties af. De weg die ik zal inslaan blijft onbekend, maar gelukkig zijn er voldoende alternatieven. Ik ben misschien oud als voetballer, maar er is nog een wereld naast het veld. Hoewel, noem me hardleers, maar ik heb nog steeds niet het gevoel dat ik stop met voetballen. Al is het voor een paar maanden, al is het maar voor enkele matchen, dan nog vind ik dat voldoende reden om te blijven werken. Ik heb het afgeleerd om me met deadlines op te zadelen, ik gun mezelf tijd. De dokter denkt dat ik in januari misschien terug fit ben. Laat dat een streefdoel zijn.”

Killian Overmeire, Lokeren

“In de wedstrijd tegen Brugge vond ik mezelf niet goed, maar over het algemeen zie ik een stijgende lijn in mijn prestaties. Er wordt volwassen gevoetbald bij Lokeren en daar word je als individu ook beter van. Scoren lukt tot nog toe te weinig : binnenkant paal, een save van de doelman, net naast, het is altijd wat. Of mij dat frustreert ? Ik compenseer het wel met gele kaarten. (lacht) Neen, ik ben vrij tevreden, maar we moeten opletten, we blijven een ploeg in heropbouw. In het begin van het seizoen teerden we wat op revanchegevoelens, maar die factor speelt nu niet meer.

“Wat me pleziert, is de goeie sfeer op Lokeren. Leekens heeft uit los zand een hechte groep gesmeed. Dat vertaalt zich niet alleen in een degelijke organisatie op het veld, maar je komt ook gewoon graag op de club. Er worden constant onnozelheden uitgehaald : iets van een ploegmaat verstoppen of zo. Kliekjesvorming is er niet, iedereen praat met iedereen. Ik trek zowel op met de jonge Belgen ( De Winne, De Vroe, Clappaert, nvdr.) als met de buitenlanders. Er is trouwens een duidelijke taakverdeling in de ploeg : Olivier Doll is de leider, Copa is de grappenmaker. Copa is voor mij ook dé sportieve revelatie tot nog toe. Hij heeft zich op het veld meteen ontpopt tot een dragende speler. Dat flexibele, het vermogen om je in een mum van tijd te integreren, dat bewonder ik.”

Issame Charai, KV Mechelen

“De ramadan is bezig en aanvankelijk betekent dat wel even omschakelen. Vooral de eerste week vraagt een serieuze aanpassing, nadien val je terug op routine. Ik probeer gewoon na zonsondergang zo veel mogelijk koolhydraten en water op te nemen en dat vul ik aan met enkele voedingssupplementen. Vanmorgen ben ik om kwart voor vijf opgestaan om wat te eten. Heb je die beelden gezien van Boussoufa tijdens Anderlecht – Rapid Wenen ? (lacht) Die was aan het eten op de bank. Ik zit daar ook zo. Als de scheidsrechter de zaterdagavondmatch op gang fluit, begin ik aan mijn avondmaal in de dug-out. Een verademing, dat fluitsignaal ! Ach, het went wel en je doet het niet alleen. Het zal je misschien verbazen, maar in bepaalde opzichten kijk ik naar deze periode uit. Ze geeft je een extra gevoel van samenhorigheid : de familie komt bijeen, je eet en drinkt samen. Anderzijds is het ook een moment om te bezinnen, om even stil te staan bij zaken die je logisch acht. Het leert me het voetbal relativeren, mijn bankzitterstatuut is nu even minder belangrijk. De trainer weet wat hij aan mij heeft. Ik respecteer zijn beslissing, maar het begint te prikkelen. Omdat ik even met een knieblessure kampte, heb ik nog geen gesprek aangevraagd met Peter Maes. In kwalitatief opzicht zijn de spitsen bij Mechelen allemaal aan elkaar gewaagd, maar binnenkort wil ik eens met de trainer overleggen over mijn situatie. Als eindecontractspeler moet je in de kijker lopen.”

Mbaye Leye, Zulte Waregem

“Sportief loopt alles naar wens. Wat me wel opvalt, is dat de kloof – vooral op het technische vlak – tussen de top drie en alles wat daaronder bengelt, groot is. Daarom zie ik Zulte Waregem toch vooral als een springplank, un tremplin. Mijn capaciteiten en mijn ambitie reiken verder. Anderzijds, het is niet altijd gemakkelijk om je aan te passen aan een nieuw land en een nieuwe cultuur. De sfeer bij Waregem is goed, een vriendengroep, maar je blijft met die taal zitten. Zolang ik geen Nederlands praat, blijft dat een obstakel bij de banaalste dingen. Boodschappen doen is bijvoorbeeld een hele klus.

“Zoals de meeste Afrikanen hecht ik veel belang aan het sociale aspect. Ik geef toe dat er nu en dan een vlaag van heimwee de kop op steekt. Ik zoek ook steeds meer contact met andere Senegalezen in België en trek veel op met mijn ploegmaat Khalifa Sankaré. (denkt) Ik had de tijd niet om naar Senegal terug te keren voor de begrafenis van mijn vader. Dat betreur ik, ik wilde hem de gepaste eer betonen. Ik ben professioneel genoeg om me daarbij neer te leggen. Je hebt plichten en rechten en als voetballer kan je je nu eenmaal minder snel vrijmaken dan als ambtenaar. C’est la vie. Gelukkig begrijpt mijn familie het. Ik telefoneer geregeld naar huis en ze willen dat ik er alles aan doe om in Europa door te breken. Dat ben ik rotsvast van plan.”

Bert boonen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content