Brian De Mulder begon op zijn zesde te voetballen bij Germinal Beerschot. Elf jaar later wees die club hem de deur. ‘Zijn wereld stortte in.’ Nu zit De Mulder in Syrië, om er te vechten.

Dat haar inmiddels twintigjarige zoon zich in de voetbalwereld zou storten, werd al vlug duidelijk, vertelt Ozana Rodrigues Viana: “Toen Brian nog maar één jaar was, speelde hij al graag met de bal. Ik zie hem ook nog altijd als tweejarige een bal afpakken van twee kinderen die vijf keer zo oud waren als hij. Alles wat rond was, trok zijn aandacht. Appelsienen en meloenen gebruikte hij om op te trappen. (lacht) Waarschijnlijk zitten zijn Braziliaanse genen daar voor iets tussen. Ik ben Braziliaanse. Ik heb vroeger zelf ook nog gevoetbald. En mijn Belgische ex-man, de papa van Brian, ook.”

Houten lepels

Bij Germinal Beerschot kwam Brian terecht via de vader van zijn vader. “De bompa van Brian was een fanatiek supporter van Germinal Beerschot. Toen hij merkte dat Brian zo in voetbal geïnteresseerd was, sleurde hij hem mee naar het Kiel. Enkele jaren later sloot Brian zich aan bij Beerschot. Dat werd echt zijn ding. Als hij thuiskwam van school, had hij nooit tijd om te eten. Hij propte vlug iets in zijn mond, stak snel een drankje in zijn tas en ging naar de training. Met de tram, met de bus, drie à vier keer per week. Door de regen, door de sneeuw, het maakte hem allemaal niet uit, hij ging met plezier. Zijn kamer hing vol spullen van Beerschot. Ik heb op den duur de muren paars geschilderd, omdat hij dat vroeg. Dat voetbal, Beerschot, dat was zijn leven. En Luciano, die Braziliaan die nog bij Beerschot gekeept heeft, was zijn grote idool. Als er in Antwerpen een Braziliaans feestje in aantocht was en ik Brian vroeg of hij meeging, was zijn eerste vraag altijd: ‘Komt Luciano?’ Als dat zo was, ging hij mee. En dan ging hij met Luciano op de foto. Ook Lionel Messi was een van zijn idolen. Als Barcelona speelde, riep hij: ‘Komaan mama, we moeten hen steunen!’ Er ontstond bij die matchen altijd een geweldige sfeer, ook omdat we in die tijd Spaanse buren hadden. Brian kreeg me zelfs zo gek dat ik met houten lepels tegen elkaar begon te kloppen, om zo luid mogelijk te supporteren. (lacht) Zelf wou Brian uiteindelijk ook bij Barcelona terechtkomen, maar eerst zou hij prof worden op het Kiel. Hij zei: ‘Dan kun je mij vanuit je zetel zien, op tv.’ Naar zijn trainingen en wedstrijden bij de scholieren mocht ik niet gaan. Eén keer wel, maar toen heb ik zo hard geroepen dat hij achteraf zei: ‘Nooit meer kom jij nog mee, ik schaam me dood voor jou.’ (lacht) Ik zal het allemaal nooit vergeten, het was een mooie tijd. Tot hij in 2010 plots niet goed genoeg meer was voor Beerschot. Hij kon er niet blijven. Als ik terugdenk aan de dag waarop hij dat nieuws kreeg, aan de manier waarop hij toen thuiskwam, voel ik nog altijd pijn. Zijn wereld stortte in. Zijn vader is die dag nog mee binnengekomen en mee naar boven gegaan, omdat Brian zo verdrietig was. Ik heb nooit helemaal begrepen wat er aan de hand was, maar ik vind het nog altijd een schande dat hij toen is buitengezet.”

Verloren geld

Jean Heylen, die als jeugdtrainer Brian een paar jaar onder zijn hoede had bij de provinciale scholieren van Germinal Beerschot, legt uit wat er gebeurd is. “De club”, zo vertelt hij, “had beslist om geen provinciale junioren meer in te schrijven. Wie als provinciale scholier niet kon doorstromen naar de nationale U19 of de beloften, moest vertrekken. En Brian was een van de vele jongens die te licht uitvielen. Dat de club die gasten gewoon dumpte, vond ook ik niet correct, maar dat zijn beslissingen van hogerhand. De voetbalwereld is keihard. Ze beschouwden provinciale juniores als verloren geld, neem ik aan. Want hoe ouder de spelers, hoe minder ouders er meekomen natuurlijk. Maar als het dan achteraf bij een van die gedumpte jongens grondig misloopt, denk je toch eens na. Dan sta je stil bij de manier waarop zo’n beslissing van een club ook impact heeft op de sociale leefwereld van die kinderen; wij hielden hen drie avonden per week van de straat.”

Ozana zegt: “Na elf jaar laat zo’n club simpelweg weten dat je niet meer nodig bent. Zoals je iets wat gebruikt is in de vuilbak gooit. De vader van Brian woont vlak bij de Bosuil en is met Brian naar daar gegaan, hij heeft nog even bij Antwerp gespeeld, maar dat was niks voor hem. Brian voelde zich daar niet thuis, hij kende er niemand. Beerschot was alles voor hem. Hij vroeg: ‘Mama, wat kan ik nu doen?’ Ik antwoordde: ‘Brian, er is meer dan Beerschot, jij kan álles doen in het leven.’ Maar hij was te verdrietig, echt kapot. Ik zag het, ook al huilde hij niet als ik erbij was. Meestal ging hij zich verstoppen om stiekem te wenen. Uiteindelijk is hij met Marokkaanse jongens beginnen te praten over zijn verdriet. Die vertelden hem dat hij op zoek moest naar Allah. Ze brachten hem naar de moskee, en in 2011 is hij dan tot moslim bekeerd. Jongens die zwak zijn, die problemen hebben, zoals Brian, worden eruit gepikt. België stelde voor Brian ineens niks meer voor. Plots haatte hij België. Terwijl hij zelf Belg is. Hij is hier geboren. Zijn vader is Belg.”

In een poging om haar zoon weer op de rails te krijgen, liet Ozana Antwerpen achter zich en verhuisde ze met haar kinderen naar Limburg. “Toen hebben we hier een voetbalclub voor hem gezocht en hij heeft uiteindelijk wel zijn best gedaan om in dat verhaal mee te gaan, maar het is niet gelukt. Brian was gewoon dezelfde niet meer.”

Begin dit jaar liet De Mulder alles en iedereen in België achter om te gaan vechten in de oorlog die in Syrië woedt.

Okselhaar

Ozana toont in haar huis de verlaten kamer van Brian. Ze trekt een schuif open en meteen vallen de attributen van Germinal Beerschot op; een paarse sjaal, een paarse muts. Ozana begint te wenen. “Mocht ik de tijd kunnen terugdraaien,” zegt ze, “ik zou hem opsluiten, hem een spuit geven, om het even wat om hem hier te houden. Nu weet ik niks meer. Ik weet niet eens of hij nog leeft. Zou hij nog leven?” Ze haalt een zakdoek.

“Misschien had ik zijn verdriet meer aandacht moeten geven. Ik vind het erg dat ik over dat voetbal niet zo kon meepraten. Voor de rest kon Brian met mij over alles praten. Toen hij zijn eerste okselhaartje had gekregen, kwam hij het mij vertellen. Brian was een echt moederskindje. Tot zijn dertiende of veertiende sliep hij altijd bij mij. Omdat hij bang was. Bang van mieren, bang van spinnen, van alle insecten. En ook toen hij ouder was, kwam hij nog regelmatig eens bij mij in bed liggen. ‘Mama, krab eens op mijn rug’, zei hij dan. Dat had hij graag. Hij hielp mij ook altijd koken. Maar ik kook meestal Braziliaans, en hij Belgisch, dus daar kwam weleens ruzie van. Dan boksten we. (lacht) En boksen deden we ook als het over de afwas ging. Vaak nam hij zijn laptop om een recept op te zoeken, maakte hij dat gerecht klaar en liet hij een berg potten en pannen in de keuken achter. Dan ging hij liggen en zei hij: ‘Ik ben kapot.’ Ik moest dan achter zijn gat alles opkuisen. Maar de liefde die ik van hem kreeg, was speciaal. Hij is mijn beste vriend. Een brave jongen. Veel ouders zouden zich een zoon als Brian wensen.”

Kotsen

“Ergens begrijp ik Brian”, besluit Ozana. “Als ik elf jaar van mijn leven iets met hart en ziel zou doen en dan zou te horen krijgen dat ik word weggegooid, dan zou ik het daar ook heel moeilijk mee hebben. En voor een kind is zoiets dan nog eens extra lastig. Ik kan me inbeelden dat het voor Brian echt heel zwaar was. Het leven van mijn zoon is kapotgemaakt. Zo’n club beseft niet wat ze zo’n jongen aandoet. Ik kijk nu niet meer naar het Belgische voetbal. Ik moet ervan kotsen. En ik ben blij dat Beerschot failliet is. Ik ben heel kwaad. De laatste tijd probeer ik veel steun aan God te vragen, te bidden, maar het is moeilijk. Het is echt moeilijk.”

DOOR KRISTOF DE RYCK – BEELDEN: CHRISTOPHE KETELS (IMAGEGLOBE)

“Mocht ik de tijd kunnen terugdraaien, ik zou Brian opsluiten, hem een spuit geven, om het even wat om hem hier te houden.”

“Zijn kamer hing vol spullen van Beerschot. Ik heb op den duur de muren paars geschilderd.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content