Op elk WK is Brazilië favoriet. En dit keer is het terecht. ‘Dunga heeft tot dusver nog niks fout gedaan. Maar mooi is het voetbal niet.’

Tiens, hoe zou het met Robinho zijn? Een van de meest verrassende wintertransfers was de tijdelijke terugkeer van Robinho naar Brazilië. De spits aardde niet bij Manchester City en keerde in januari terug naar Santos. Om te zien of dat een beetje lukte, trokken we op zondag 7 maart in de late middag naar het veld van Portuguesa. Al een paar weken is het staatskampioenschap in São Paulo bezig en vanmiddag komt Santos op bezoek. Het magische Santos, wereldvermaard ten tijde van Pelé. Nu met Robinho.

De dag kan niet stuk. De middag hebben we doorgebracht in het Estádio do Pacaembu, gelegen aan de Charles Millerstraat, naar de Engelsman die volgens de overlevering het futebol naar Brazilië bracht. Pacaembu is overweldigend. Niet het stadion – een lege voetbaltempel heeft altijd iets triest. Maar het Museo de Futebol is om van te snoepen: de geschiedenis van het Braziliaanse voetbal in beeld. Ontroerend sterk is ook de tijdelijke tentoonstelling: Ora Bolas, o Futebol pelo Mundo. Foto’s van topfotografen over de hele wereld over voetbal in de meest vreemde uithoeken. Kippenvel bij 39 graden in de schaduw.

Om 17 uur trappen Portuguesa en Santos af. Op weg naar het stadion vangen twee fans van Santos me op. Het Engels van Bruno, de jongste, is beperkt maar voldoende. Hij gidst me naar het stadion, koopt een ticket op de zwarte markt want de loketten zijn dicht, en loodst me mee naar de harde kern van Santos, waar ik onmiddellijk word opgenomen in de bende.

Bruno, voor de wedstrijd: ‘ Santos is the best team in the world.’ Iedereen in Brazilië is voor Corinthians (São Paulo) of Flamengo (Rio) en dus is Bruno voor Santos, de containerhaven op een kleine tachtig kilometer van hier. Aan de rust staat het 1-0 voor de thuisploeg. Bruno: ‘ Santos very bad. But we will be champions.’ Dat worden ze ook, uiteindelijk.

Even ter verduidelijking: dit is een wedstrijd in het Campeonato Paulista. Dat is het kampioenschap waaraan alle ploegen uit de staat São Paulo die in de eerste, tweede en derde klasse van Brazilië spelen, mogen deelnemen. Pas later start het eigenlijke Braziliaanse nationale kampioenschap. Santos is een grote club uit eerste klasse, Portuguesa een kleintje uit tweede.

Joga bonito? Mooi voetbal? Vergeet het. Robinho heeft er maar één helft zin in. De tweede. Ons valt voor de rust het nummer 11 op. Snelle kwieke linksvoor, die, als hij wat ruimte krijgt, ongelooflijk kan voetballen. Neymar. Achttien pas. Onthouden die naam. Opvallend: het enthousiasme van de fans. Die zingen altijd hetzelfde, in een vrolijk ritme, de ene keer rustig, een andere keer, als Santos domineert en kans na kans afdwingt, heel hevig. Het beton waarop we staan, veert mee. Bruno komt voor me staan. Op de achterkant van zijn T-shirt staat de tekst:

vai com determinação

tu que és o glorioso

visto seu manto com amor

e emoção

’s Avonds is er op tv een lang debat over Adriano. Het thema is: mag hij naar het WK? Een columnist, heel hevig, vindt van wel. Of hij nu drinkt, cocaïne snuift of wat dan ook doet, dat is zijn privéleven. De jogador de futebol is het enige dat telt. Uiteindelijk zal Adriano de selectie niet halen.

De kracht van Dunga

Drie dagen later titelt de krant: de warmste zomer ooit. Gelukkig zit ik ondertussen in Rio, een klein uur vliegen naar het oosten. Het hotel heeft een zwembad op het dak, en het strand van Copacabana ligt vlakbij. Op de achtergrond staat Christo in de steigers, tijd voor groot onderhoud. Voor me zit Tim Vickery, Braziliëkenner en correspondent van de BBC in Zuid-Amerika met Rio als uitvalsbasis. Onderwerp van gesprek: de Seleção.

Vickery: ” Dunga heeft tot dusver met Brazilië alles goed gedaan. De Copa América gewonnen, de Confederations Cup, eerste geëindigd in de kwalificaties. Niet slecht voor een interim. Toen hij werd aangesteld na de voorbije wereldbeker, was hij iemand voor de korte termijn. De perceptie na Duitsland was dat de sterren ’te groot’ waren en dat dat ten koste ging 2323van het resultaat. Dunga heeft dat sterrendom direct aangepakt. Hij beperkte meteen ook de toegang voor de pers. Hier is de traditie er een van totale openheid. De meesten dachten dat Dunga even insprong omdat Felipe Scolari onbeschikbaar was. Velen twijfelden of het zou lukken. Dunga had geen ervaring en zijn assistent, Jorginho, slechts een heel klein beetje. Maar ze hebben het ongelooflijk goed gedaan.”

Zowel Scolari als Dunga komt uit het zuiden van Brazilië, uit Porto Alegre, een gebied dat hier wordt gezien als ‘hard’, ‘no-nonsense’, de antithese van Rio. Mensen uit Porto Alegre zijn de Europeanen van Brazilië, de serieuze mensen. Vickery: “Al omwille van zijn spelerscarrière is Dunga een symbool van succes en inzet. Hij was de kapitein die voortdurend praatte en schreeuwde. Het was een geniale zet van Parreira om Dunga op het WK in 1994 in dezelfde kamer te laten slapen als Romario. Dat hielp om Romario gefocust te houden tijdens het WK.”

Toch krijgt Dunga veel kritiek. Vickery: “Je kan discussiëren over de manier van voetballen. Het is niet naar de zin van iedereen, ook niet naar mijn zin. Maar Dunga selecteert zijn spelers niet om mij of u te plezieren. Dunga selecteert om te winnen. En dat doet hij. De stijl is: de tegenaanval. De tegenstander vrij diep opwachten en snel omschakelen. Ik denk dat weinig Europese teams een plaats zouden inruimen voor pakweg Gilberto Silva. Hij doet niks met de bal. Maar hij heeft wel haast negentig selecties voor Brazilië …

“Dunga is ook heel succesvol op het vlak van mentaliteit. Carlos Queiroz, de coach van Portugal, zei recent nog dat hij de indruk had dat Brazilië elf Dunga’s op het veld had. Dunga is ook geëvolueerd. In 2006 werkte hij voor de media en ik denk dat hij toen niet verwachtte dat hij ooit bondscoach zou worden. Vrijuit bekritiseerde hij de ploeg toen voor het gebrek aan balbezit. Maar als je het Brazilië van Dunga nu bekijkt, is balbezit ook niet direct een zorg. Ik denk dat ze vaak wonnen met minder balbezit dan de tegenstander.

“De sleutelspeler is Kaká. Het team is gebouwd rond zijn snelheid op de counter. Ik had mijn twijfels of Dunga met Robinho, een van zijn favoriete spelers, zou kunnen werken? Robinho is iemand die bij elke club tot dusver voor problemen zorgde. Bij de nationale ploeg nog niet. Ik ben wel benieuwd nu ze voor heel lang samen zijn, ik ben niet zeker of de mentaliteit van Dunga op de langere termijn past bij het verwende kind in Robinho. Anderzijds: het niveau van inzet en engagement dat hij van al zijn spelers krijgt, ligt heel hoog. Dunga domineert zijn selectie, op een manier die ik indrukwekkend vind. En eigenlijk is Dunga niet al te bekommerd om de vorm die spelers bij hun club hebben, zo lang ze hun nut maar bewijzen voor de nationale ploeg.”

Twee problemen

Helemaal perfect is Brazilië uiteraard niet. Vickery ziet twee problemen. “Probleem één: de tactiek. De manier waarop Brazilië nu speelt, zie ik als 4-3-2-1. Veel mensen zeggen 4-2-3-1, maar volgens mij was dat zo toen Ronaldinho nog in de ploeg stond. Toen hadden ze een lijn Robinho-Kaká-Ronaldinho achter Luís Fabiano. Maar Kaká en Ronaldinho, dat ging niet samen. Ze namen te veel ruimte van elkaar af. Het team ging pas beter draaien toen Ronaldinho aan de kant werd geschoven en op rechts een ander type zoals Elano, Ramires of Dani Alves geposteerd werd. Die laatste is overigens gelukkiger als hij bij Brazilië op rechtsmidden mag spelen dan bij Barcelona op de rechtsachter. Maicon krijgt zo ook de kans om op te rukken. Wat Brazilië uiteindelijk naar rechts deed overhellen en de linkerflank in de problemen bracht.

“Probleem twee: de linksachter. Ik geloof dat ze tijdens de kwalificaties een speler of zes hebben uitgeprobeerd. Niemand heeft overtuigd. Het lijkt nu dat het Michel Bastos gaat worden. Zijn probleem is dat hij al lang geen linksachter is en op het WK defensief in de problemen zal komen.

“Heel belangrijk in het spel van Brazilië is dat de buitenste verdedigers het spel breed houden. Een flankverdediger mag niet naar binnen snijden. Zo blijven Kaká en Robinho ruimte hebben. Misschien was het makkelijker mocht Robinho linksvoetig zijn geweest, zodat hij aan de buitenkant kon spelen, maar dat is niet zo. Voor Neymar was het nog te vroeg. Er bestond een sterke lobby om hem te selecteren en hij had meegekund om ervaring op te doen. Maar op het WK -17 was hij een flop. Wat zou hij dan nu op het grote WK moeten uitrichten, tenzij grote ogen opzetten?”

Had Roberto Carlos, nu bij Corinthians, een punt door te zeggen dat hij beschikbaar was? Vickery schudt het hoofd. “Mocht hij goed hebben gepresteerd op clubniveau, kon dat zijn kandidatuur hebben ondersteund, maar dat was niet zo. Dunga heeft trouwens zijn collectief, en dat is voor hem vitaal. Wie er niet in past, komt er ook niet in. Daarom geen Marcelo en ik denk dat het verhaal van Pato op dit moment gelijkaardig is. Diego is nog wat anders. Ik zag de eerste wedstrijd van Diego in 2002 en vond hem een schitterende speler, de Zidane van Zuid-Amerika. Hij was lang bij de nationale ploeg, kreeg zijn kansen, maar heeft ze niet gegrepen. In Rio speelde hij met Brazilië 0-0 tegen Bolivia, ongelooflijk want dat land verloor al zijn andere uitwedstrijden. En Brazilië had welgeteld één kans … Dat was het einde van Diego.”

En de grote namen: Adriano, Ronaldo, Ronaldinho? Vickery: “Adriano heeft altijd deel uitgemaakt van de selectie en daar dingen gedaan die hem in de groep populair maakten. Zijn probleem was: hij zat veel te dicht bij zijn barrio, zijn vrienden, en mocht te veel zijn zin doen bij Flamengo. Zijn privileges waren een tijdbom. Hij miste een training wanneer hij dat wilde, en dat is dodelijk.

“Ronaldo had nooit een kans. Er wordt hier gezegd – zij het nooit officieel – dat er na het laatste WK een boycot tegen hem was, omdat hij een negatieve invloed had. Bovendien had hij wat moeten doen in de Copa Libertadores met Corinthians om echt een kans te maken, maar dat is niet gebeurd. En wat Ronaldinho betreft, die blonk niet uit in de Champions League met Milan. Dat hij niet gaat, moet hij alleen zichzelf verwijten. Dunga heeft met hem heel veel geduld gehad. Als je dan met overgewicht naar de selectie komt en speelt zonder enige versnelling en zonder collectieve deelname aan het spel, dan is dat triest. Hij leek op iemand die tien jaar geleden stopte en een keer terugkwam voor een liefdadigheidswedstrijd.”

Kaká is belangrijk, maar Kaká heeft een seizoen vol blessures achter de rug, en miste ook de aanloop met Brazilië. Is er een plan B? “Als er iets fout loopt met Kaká, hoopt Dunga dat zijn bank voor plan B kan zorgen, maar daar vrees ik voor. Misschien betaalt Brazilië straks een prijs voor het feit dat Dunga vorige zomer iedereen meenam naar de Confederations Cup. Ik kan begrijpen waarom. Als coach van Brazilië moet je jezelf op alle momenten beschermen. In 2001 selecteerde Emerson Leão een reserveteam voor dat toernooi. Brazilië deed het niet goed en Leão werd ontslagen, ook al deed het resultaat er niet toe, was vooraf gezegd. Ik snap Dunga, maar je kan je afvragen of de spelers vorige zomer niet beter wat langer hadden gerust …”

door peter t’kint

“Brazilië won vaak met minder balbezit dan de tegenstander.” Tim Vickery

“Je kan je afvragen of de spelers vorige zomer niet beter wat langer hadden gerust.” Tim Vickery

“Dunga selecteert zijn spelers niet om mij of u te plezieren. Dunga selecteert om te winnen. En dat doet hij.”

Tim Vickery

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content