Met een olympische medaille in de wegrit haalde Axel Merckx een prijs die in de welgevulde trofeeënkast van zijn vader nog ontbreekt. Verslag achter de schermen van een dagje fietsen in de tropische hitte.

Hoeveel koersen hij in zijn profloopbaan al gewonnen heeft ? Axel Merckx moet even nadenken. Hij weet het niet. Drie, vier, vijf ? “Het zijn er niet veel, ik ben geen echte winnaar.” Dan, droog : “Dat bleek ook vandaag. Ik heb hier ook niet gewonnen. Ik was maar derde.” Gelach. Axel Merckx (32) is gelukkig, Eddy Merckx is gelukkig. Iedereen in het Belgische kamp lacht, ook als Axel zich met behoorlijke vertraging meldt in Hotel Titania waar de Belgische delegatie op hem wacht om een feestje te bouwen. Eerst moest de bronzen medaillewinnaar naar de dopingcontrole, daarna wou hij absoluut naar het olympisch dorp om de andere Belgische atleten te groeten : “Wij zijn hier één team. Ze stonden me al op te wachten met champagne.”

Onlogisch was dat niet. Eigenlijk stond het scenario voor de wegrit van zaterdag op woensdagavond al vast. Toen werd aan het wielerpodium op de aankomstlijn in de Athenestraat aan het stadhuis al de Belgische vlag traag omhoog gehesen terwijl het Belgische volkslied speelde. Enthousiast riep de speaker de naam van de winnaar van de gouden medaille in de wegrit om : “Axel Merckx !” Bondscoach José De Cauwer geeft het als uitsmijter mee, een paar dagen voor de wedstrijd. Alleen betrof het nog niet de echte rit, maar het droomscenario, mede opgezet door de Belgische speaker van dienst die bij de algemene repetitie voor de medailleceremonie woensdagavond even zijn verbeelding liet werken. Uiteindelijk vergiste hij zich alleen in de kleur van de medaille. Niemand die daar zaterdagavond in een overgelukkig Belgisch kamp over zeurde. Afgelopen zaterdag was het brons voor Merckx, voor België en voor bondscoach José De Cauwer goud waard : “Er is een groot verschil tussen brons op een WK en brons op de Spelen. Op een WK ben je met brons een verliezer, hier ben je met brons een winnaar.”

Tot zes uur eerder had De Cauwer nog een ander scenario in zijn hoofd. Op zes januari troonde hij Peter Van Petegem mee naar Athene. Het EK voor beloften op identiek hetzelfde parcours op 15 augustus vorig jaar deed bij de bondscoach een lichtje branden : draaien en keren, wringen naar die ene helling toe, was dat niets voor Van Petegem ? Een korte verkenning ter plaatse motiveerde de Oost-Vlaming om de Spelen in zijn programma op te nemen. Dit parcours was Van Petegem op het lijf geschreven, hij zou de kopman zijn, wist De Cauwer. Met een paar outsiders aan zijn zijde, mannen die in de aanval mochten gaan. Die mannen, gaf hij een dag voor de wegrit nog aan, zouden Axel Merckx en Philippe Gilbert zijn. “Op dit moment heeft Axel de drive om aan te vallen. Hij was in San Sebastian ook al weg voor hij het wist.”

Terwijl De Cauwer nadenkt hoe de Belgen het gaan aanpakken, stijgt de temperatuur in het centrum van het zonovergoten Athene tot nauwelijks te verdragen hoogte. Een raar zicht is het om de anders zo drukke straten autovrij te zien, ongestoord over de brede boulevards te kunnen wandelen. Op het Omoniaplein, hartje centrum, verzamelt een menigte zich rond een podium waar optredens doorgaan. Uit de luidsprekers klinkt Sheryl Crow : ‘All I wanna do is have some fun. ‘ Dat heeft ze op dit moment waarschijnlijk ook aan de zijde van Lance Armstrong, die al voor de Tour besliste de Spelen over te slaan. Toch winnen de Spelen ook in het profpeloton aan waarde, voelt De Cauwer : “Het is nu de derde keer dat de profs mogen meerijden. In Atlanta werd er nog een beetje om gelachen, maar ik zie toch nog altijd de ontgoocheling van Johan Museeuw na afloop omdat hij niet op het podium stond.”

Rijen dik staat de menigte achter de hekken van de Athenestraat, waar start en aankomst samenvallen. De wegrit is de enige Olympische discipline waar de man in de straat zich kan aan vergapen zonder een half maandloon neer te dokken. Sloveense en Poolse vlaggen hangen over de schouders van wie achter de nadarhekkens voorbij wandelt of van op een terras het gezweet in het peloton gadeslaat. Er zijn flink wat oranje truitjes, Duitse supporters en fans met Belgische en Vlaamse symbolen. Alleen de lokale bevolking ontbreekt, terwijl de temperatuur op straat naar 37 graden klimt. Grieken wagen zich na twee uur ’s middags niet meer op straat, met uitzondering van wie daar belang bij heeft als verkoper. Een beetje vreemd slaan ze die bonte verscheiden menigte gade : bij de 144 vertrekkers zit geen enkele Griek. Kort voor de start kruisen de blikken van tv-commentator Eddy Merckx en zijn zoon. Axel oogt zenuwachtig. Dat stelt Eddy gerust : “Als Axel zenuwachtig lijkt, is hij goed.”

Na één ronde schrikt iedereen wanneer de Zweed Magnus Backstedt onder luid gejuich en met een halve minuut voorsprong de bocht in gaat na de streep. De race, 224,4 kilometer lang via 17 rondes van 13,2 kilometer, wordt in deze hitte slopend en moordend voor wie te vroeg met zijn krachten woekert, waarschuwden alle kenners. Backstedt, toch winnaar van Parijs-Roubaix, zou beter moeten weten. Maar de Zweed heeft een plan. Hij moest de weg voorbereiden voor zijn landgenoot Marcus Ljungqvist, die op het einde zijn kans zou wagen. Het lukt bijna : alleen mist Ljungqvist de ultieme ontsnapping en eindigt veertiende.

Achter Backstedt wordt nog niet gejaagd, het peloton wandelt over de hele breedte van de weg, wetend dat de hitte straks voor een echte afvallingskoers zorgt. Axel Merckx draait, samen met Van Petegem, rustig mee. Geen haar op zijn hoofd dat er aan denkt nu iets te ondernemen. Het enige wat op dit moment in Axels hoofd omgaat, is dat het ver-schrik-ke-lijk warm is, bijna niet om uit te houden.

Er zijn slechtere plaatsen om een wielerwedstrijd te zien passeren dan aan de brede Dionissiou Areopagitulaan aan de voet van de Akropolis, het symbool van de welvaart en het centrum van het intellectuele leven in het oude Athene. Elf kilometer ver op het parcours ligt hét toeristische monument bij uitstek. Boven op die heuvel, langs het Parthenon, staan maar een paar toeristen. Een licht briesje brengt verkoeling.

Een Duitser veegt het zweet weg met een oude Oost-Duitse vlag. Géén supporter van uittredend olympisch kampioen Jan Ullrich, maar gewoon een man uit Heidelberg die bij de Duitse eenmaking een souvenir op de kop tikte en daar nu trots mee pronkt. Ondertussen mag Backstedt rustig zijn gang gaan. Bijna vier minuten voor het peloton rijdt hij bij de zesde ronde uit. Tussenin pikken ook Richard Virenque en de Hongaar Laszlo Bodrogi, einde contract bij Quick Step, wat extra applaus mee door tussen Backstedt en het peloton in te rijden. In tegenstelling tot de Zweed zullen zij de race wél uitrijden, al wordt dat voor Bodrogi nipt : vierenzeventigste en voorlaatste wordt hij, op een kwartier van de winnaar. Of dat hem bij Quick Step een nieuw contract oplevert, is nog lang niet zeker.

Net over halfweg schudt het peloton de warmte van zich af en begint de koers. Op de brede Akademiasstraat slaat het peloton scherp linksaf, langs de Kanaristraat gaat het omhoog, naar de scherpe helling die de Lycabetusheuvel vormt. Vanop die heuvel, met ruim 180 meter het hoogste punt van Athene, is het een prachtig zicht over de stad tot aan de zee, bij voorkeur met zonsondergang. Maar geen renner die daar aan denkt terwijl hij zuchtend de Kanaristraat op snijdt. In de bocht heeft Backstedt nog twintig meter voorsprong op de achtervolgers, niet veel later zal hij uit koers stappen. Hij is niet de enige. De Oekraïner Vladimir Duma probeert nog even, maar keert meteen om. De Zwitser Rubens Bertogliadi, die nog net op volle snelheid naar boven leek te hijgen, komt na anderhalve minuut weer naar beneden.

Nog een paar rondes later rijden ook Marc Wauters en Wim Vansevenant in omgekeerde richting naar het Griekse parlementsgebouw aan het Syntagmaplein. Wanneer de resterende renners in ronde dertien aan de Akademiastraat de laatste bevoorrading meepikken, delen Wauters en Vansevenant als volleerde helpers vanaf de kant van de straat eten en drinken uit aan de drie resterende Belgen. Eigenlijk doet Vansevenant niets anders dan wat hij ook de hele tijd in koers deed : de perfecte helper zijn.”

Even na de bevoorrading liggen de nationale materiaal- en verzorgingsposten. Marc Wauters zit even bij te komen van de inspanningen. Verder rijden had geen zin : wie in volle strijd tien seconden achterop raakt, kan dat niet meer goed maken. “In een klassieker of de Tour vorm je dan met andere gelosten een bus, maar op zo’n klein stadsparcours krijg je daar de kans niet toe, dan moet je afstappen.” Lossen moet ook een van de zes neutrale wagens, die een Belgische nummerplaat dragen. Tweeduizend kilometer reed Zelzatenaar Ghislain Thys samen met zijn Nederlandse collega met de auto over land om hier in volle koers tegen een andere auto aan te botsen. Het koelsysteem werd geraakt, ook voor hen is deze koers gedaan.

De strijd om de medailles barst los. Er zijn zes renners weg, achterop wordt gejaagd. In de tweede bocht vanaf de Kanaristraat naar de Lycabetousheuvel blijft alleen de tv-cameraman er onbewogen bij zitten. Hij leest een boek. Pagina 116 van het derde deel van de vampiertrilogie van Anne Rice. Heeft hij dat allemaal vandaag gelezen ? Hij grijnst : “Ik zit hier al van tien uur vanmorgen.” Het is even over half zes. Met nog anderhalve ronde te gaan is alles weer samen wanneer Paolo Bettini aan de boom schudt. Alleen de Portugees Sergio Paulinho klampt aan en werkt mee.

Ondertussen zit José De Cauwer in zijn auto in de volgkaravaan te vloeken. Hij heeft dan wel tv in de wagen, maar na de start van de wegrace schakelde de Griekse tv over op beachvolley en kajak. Niet onaardig om zien, maar daar heeft een bondscoach in volle medaillestrijd niets aan. Evenmin als aan de oortjes. Welke raad moet hij zijn mannen nu geven, terwijl hij ze niet ziet ? In de Atheense chaos kan hij enkel hopen dat zijn mannen voorin slim genoeg zijn om te overleggen en de juiste keuzes te maken. “Het enige waar ik aan dacht, was : twee man weg, niemand van ons erbij en nog met meer dan dertig voor die ene overblijvende medaille. Als die dan in jouw schoot valt, moet je gewoon blij zijn. Dan heb je het lot uit de loterij gewonnen.”

Langs de weg vloekt ook Robert Van de Walle, die als teamleider bij zijn mannen wil zijn. Plots wijst hij met de vinger naar het oor. Vertelde de speaker net niet dat Axel Merckx in de tegenaanval was gegaan ?

Axel Merckx is in de tegenaanval gegaan ! Toen de schifting voorin begon, geeft hij achteraf aan, voelde hij dat hij met de besten mee kon. “Terwijl ik het in het begin van de koers echt moeilijk had.” Wanneer Bettini springt, wendt Merckx zich tot kopman Van Petegem. Of hij op kop van het peloton moest gaan rijden om het gat te dichten en Van Petegems kansen gaaf te houden ? “Hij deed teken van niet. Op dat moment wist ik dat hij niet zo goed zat, dat ik voluit kon gaan.”

Onder beleefd applaus van IOC-voorzitter Jacques Rogge en UCI-voorzitter Hein Verbruggen rijdt Merckx acht seconden na Bettini met een brede grijns en opgeheven vinger als derde de eindmeet over, voor Erik Zabel. Achttien minuten na Bettini overschrijdt de Pool Dawid Krupa als laatste en nummer 75 de eindmeet. Op dat moment hebben uitgelaten Italiaanse supporters het standbeeld van de Atheense veldheer/bestuurder Pericles al met een Italiaanse vlag getooid.

Hoewel hij twee trapjes lager staat, steekt een breed lachende Axel Merckx nog steeds een halve kop boven Bettini uit op het podium. Hij zwaait naar zijn vrouw Jodi, die naast de tribune staat te applaudisseren. Zij was het die er bij hem op aandrong om mee te doen aan de Spelen, haalt Merckx later aan : “Deze winter dacht ik niet eens aan de mogelijkheid om naar de Spelen te gaan. Dit is een droom die uitkomt, waar ik tevoren niet aan dacht.” Op de persconferentie informeert iemand naar zijn verdere plannen : ‘ What about your future ?’Axel grijnst : “My Future ? Belgian beer, and French fries !”

door Geert Foutré

José De Cauwer heeft tv in de wagen, maar na de start schakelde de Griekse tv over op beachvolley en kajak.

Vanaf de kant van de straat delen Marc Wauters en Wim Vansevenant als volleerde helpers eten en drinken uit.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content