Ook dit seizoen lonkten ze bij AA Gent naar de top, maar een ster op het bal lijken ze (weer) niet te worden. Na drie ‘faux pas’ op rij dreigt bovendien straks ook het Europese feest

een droom te blijven.

In 1999 was Trond Sollied een trainer die België verbaasde door te verklaren dat AA Gent, toen een verzameling bonte legionairs, met hem heus wel van Real Madrid kon winnen als zijn ploeg een goede dag kende. Hij had, verklaarde hij destijds, met Rosenborg al tegen de Spanjaarden gespeeld, dus hij kon vergelijken. Nu klonk het vorige week voor de wedstrijd tegen Anderlecht uit zijn mond dat de verwachtingen veel te hoog lagen en iedereen de voeten op de grond moest houden. Na AA Gent-Anderlecht had de trainer het zelfs over de derde plaats die het doel was. AA Gent, vond hij, kon zich niet vergelijken met Anderlecht en aan de titel of de tweede plaats moest in het Ottenstadion maar niet gedacht worden. “We staan derde en we willen zolang mogelijk daar kamperen”, luidde zijn verrassende want berustende conclusie.

De koning van de bluf profileert zich dezer dagen zowaar als dienaar van het realisme.

En met reden.

Op speeldag 1 kon zijn ploeg zich nog warmen aan een goed bijeen gevoetbalde 3-0-overwinning tegen Standard, maar sindsdien lijkt ze uit tegen Genk (2-0), thuis tegen Anderlecht (1-4) en op Club Brugge (1-0) met drie keer verlies op rij dezelfde richting uit te gaan als vorig seizoen onder Francky Dury. Niet toevallig waren het ook drie wedstrijden waarin blessures van dragende spelers de ploeg verzwakten: Jesper Jorgensen viel na 19 minuten uit op Genk, Melli en César Arzo dienden na respectievelijk 24 en 36 minuten vervangen te worden tegen Anderlecht, waardoor Mamoutou N’Diaye, Alpha Ba en Valery Nahayo tegen Club Brugge op het middenveld en centraal in de verdediging moesten spelen.

Van de automatismen die AA Gent swingend aan het seizoen lieten beginnen, is al lang geen sprake meer en in de eens om zijn breedheid geroemde kern blijkt de onderlinge inwisselbaarheid dan toch niet zo evident. “We hebben een brede kern waarin we spelers kunnen wisselen tegen, met alle respect, pakweg Westerlo of Zulte Waregem,” ziet assistent-trainer Manu Ferrera, “maar als het telkens tegen Anderlecht, Standard, Club Brugge of Genk gaat, heb je spelers van een ander niveau nodig, dan moet je niet te veel veranderen.”

Aanvallend wisselde Sollied al het vaakst van spelers – met weinig verlies aan niveau, want scoren doen ze geen van allen vlot – maar vooral op het middenveld en in de verdediging verzwakt de ploeg als er wordt veranderd.

Van Afrika naar Europa

Op Club Brugge pakte Sollied uit met het schaduwduo voor de tandem Melli-Arzo: Valery Nahayo, binnengehaald als sterkhouder van de Kaizer Chiefs, waar hij kapitein was, en Alpha Ba, door Ivan De Witte in de voorbereiding bewierookt als een van de revelaties. De Burundees startte in de reguliere competitie acht keer in de basis en viel één keer in. Hij liet zich daarbij opmerken door veel snelheid voor iemand van zijn lengte, maar ook en vooral door fout positiespel en slechte inspeelpasses, met vijf gele en twee rode kaarten tot gevolg. Alpha Ba van zijn kant vulde dit seizoen de krantenkolommen in de marge vooral met blessure- en ziektenieuws en toonde zich in de drie competitiewedstrijden waarin hij meedeed, niet de meest verfijnde verdediger. De omschakeling van het Afrikaanse naar het Europese voetbal kost tijd. En die heeft Ba, die 23 is, nog wel, Nahayo, die er 28 is, veel minder.

“Nahayo moest een grote stap zetten”, zegt Ferrera. “Hij heeft zijn hele opleiding in Afrika gekregen en is op een vrij late leeftijd naar hier gekomen. Dat is anders dan een jongere die je nog kan opleiden. Dus Nahayo heeft meer tijd nodig dan anderen. Individueel heeft hij het profiel om in eerste klasse te slagen. Dus ik begrijp dat de club hem gehaald heeft, want hij heeft alles. Hij moet vooral het vertrouwen terugvinden.”

Geen van beide centrale verdedigers zat vorige week woensdag tegen Anderlecht – net toen Gent ze door het uitvallen van Melli en Arzo nodig had – overigens als reservespeler op de bank. Dat zegt genoeg.

Met Remi Maréval werd een in de Belgische competitie beslagen linksachter gehaald, die zoals hij bij Zulte Waregem en bij AA Gent vorige woensdag tegen Anderlecht liet zien, ook centraal in de verdediging kan spelen. Ook zondag op Club Brugge kwam hij centraal Nahayo herhaaldelijk bijspringen. Het zijn vooral die verdedigende capaciteiten, gekoppeld aan zijn uitstekende verre pass en dito vrije trap die uiteindelijk hem en niet Derrick Tshimanga naar het Ottenstadion brachten.

Zijn verre passing is een troef in de spelopvatting van Sollied, waarin oprukkende backs voor voorzetten moeten zorgen. Maar noch Mario Baric of Matija Skarabot noch Fernando Wallace toonde zich daarin sterk. Behalve Maréval werd daarom eerder ook Rafinha gehaald als rechtsachter. Het volstaat echter zich af te vragen of hij nog wel dezelfde schwung in zijn acties legt als vóór zijn gecompliceerde armbreuk (11 november) om het antwoord te kennen. Zondag tegen Club Brugge zat hij dan ook op de bank ten voordele van de nochtans aanvallend niet altijd vertrouwen wekkende Mario Baric, die zich links, rechts en centraal wel al verdedigend polyvalent liet inzetten.

Diesel

Op drie posities wilde AA Gent zich voor dit seizoen zien te versterken. Wélke posities, dat waren, liet voorzitter Ivan De Witte in de zomer plagend optekenen, was wel duidelijk voor iedereen die AA Gent van nabij volgde. Een direct inzetbare diepe spits en een valabele vervanger voor Bernd Thijs waren er daar twee van en die zijn er in elk geval nog altijd niet.

De teruggehaalde Tom Boere, amper 19, heeft nog een weg af te leggen, zo bleek toen hij op Racing Genk voor het eerst en als onderdeel van een onverwacht tactisch counterplan in de basis startte. Elimane Coulibaly, goed voor drie doelpunten in de vorige vier wedstrijden, zat op de bank.

“We hebben op de counter gespeeld en dan heb je mobiele spelers nodig voorin, dus daarom speelden Boere en Zlatan Ljubijankic“, verduidelijkt Ferrera. “Maar toen we ons gebruikelijke systeem speelden tegen Genk verloren we met 3-1 ( in de reguliere competitie, nvdr) en nu we met 2-0 verloren ( in play-off 1, nvdr) vraagt iedereen waarom we het systeem hebben aangepast en waarom Coulibaly niet speelde. Tja, we verloren de vorige keer met 3-1! Het enige wat we aangepast hebben, is dat Thijs vijftien meter lager heeft gespeeld. Niet het systeem is door de mand gevallen. Bovendien is het verschil gemaakt op een hoekschop – dat heeft niet met het systeem te maken.”

Mamoutou N’Diaye, die tijdens een uitleenbeurt bij Bergen kon rijpen, vulde de rol van verdedigende middenvelder tegen Anderlecht anders in dan de geschorste Thijs.

“Ik zie in België weinig spelers die zo creatief zijn als Bernd Thijs”, zegt assistent-trainer Manu Ferrera. “Hij is een van de weinige Belgische middenvelders die in één tijd kunnen spelen. Voor hij de bal krijgt, weet hij al naar wie hij hem gaat afspelen. N’Diaye heeft andere kwaliteiten: hij is verdedigend goed in de duels, maar hij heeft niet het overzicht van Thijs. Met passes verder dan vijftien meter komt hij meer in de problemen, maar met de kop is hij dan bijvoorbeeld wel weer goed. Als er een minpunt te vinden is in ons middenveld ( Thijs-Jorgensen-Tim Smolders, nvdr), is het wellicht het gebrek aan vivacité. Het begin van een wedstrijd is telkens moeilijk voor ons omdat onze diesel zich op gang moet trekken.”

In elk geval staat een ervaren alternatief voor de positie van Bernd Thijs net als een diepe spits nog altijd op het Gentse boodschappenlijstje.

Nu Tim Smolders volgend seizoen naar Cercle Brugge vertrekt, werd bij KV Kortrijk Mohammed Messoudi, een aanvallende middenvelder, gehaald om het contingent voetbalbelgen in de selectie op peil te houden en werd de bij de jeugd tot voetbalbelg klaar gestoomde achttienjarige Bosniër Armin Cerimagic, die voor creativiteit op de linkerkant kan zorgen, aan de selectie toegevoegd.

Dát en het gegeven dat Mix Diskerud (tegen Anderlecht) en Mamoutou N’Diaye (tegen Club Brugge) als aanvallende en verdedigend sterkere middenvelders de voorkeur op hem kregen, maken dat Ibrahima Conté zich steeds minder goed voelt bij AA Gent. Alles lijkt erop te wijzen dat de Ivoriaan volgend seizoen voor een andere ploeg zal voetballen. Misschien, zo valt in zijn entourage te horen, iets voor Cercle Brugge of Zulte Waregem, waarvan de trainers, Bob Peeters en Francky Dury, zich destijds bij AA Gent lovend uitlieten over de technisch getalenteerde Ivoriaan.

En wat gebeurt er met Christophe Lepoint, de middenvelder die met zijn enorme loopvermogen en infiltraties voor doelgevaar zorgde, maar na een auto-ongeluk zwaar geblesseerd raakte? Nadat hij aan zijn beenbreuk en naderhand ook aan een kalkafzetting die voor te veel spanning op zijn kuitbeen zorgde, én aan zijn gescheurde achterste kruisbanden was geopereerd, begon Lepoint individueel aan de trainingen, af en toe met bal. Hem voluit laten meedoen aan de voorbereiding van volgend seizoen is het streefdoel. Maar de van pessimisme doordrongen bedenking die door het Ottenstadion waart, is: haalt hij straks wel weer zijn vroegere niveau en mag hij na zijn strapatsen überhaupt nog in Gent blijven?

Zonder bal

Na een drie op twaalf raakte AA Gent de derde plaats kwijt aan KRC Genk en wordt het knokken voor Europees voetbal. Behalve tegen Standard slaagde het er bovendien geen enkele keer in om op voorsprong te komen. Een wedstrijd controleren en met 1-0 winnen, het is AA Gent in de reguliere competitie alleen tegen Lierse en Cercle Brugge gelukt. “Het is bijna onmogelijk”, zegt Ferrera. “Dat is een probleem van spelen zonder bal. Ook op stilstaande fasen. Het is duidelijk dat ons defensief spel niet op punt staat – we krijgen te veel goals tegen. En dan heb ik het niet over de verdediging op zich, maar over de hele ploeg. Dat we een van de ploegen zijn die het meeste scoort, geeft aan dat we vaak uit positie staan, met vier of vijf, onder wie twee middenvelders, in het strafschopgebied. Op Mechelen is Thijs tien meter lager gaan spelen, op Genk vijftien meter. Uiteindelijk is het toch de individuele kwaliteit die overheerst. Anderlecht is daarin achteraan heel sterk. Je kan ze eigenlijk alleen maar voorbijgaan in de passing.

“Anderlecht scoorde tegen ons hoe en wanneer ze wilden. Ze hebben internationals op elke positie: het niveauverschil is te groot. Met het budget waarover wij beschikken, zouden we met een derde plaats beter doen dan verwacht. We kunnen maar als derde eindigen als twee of drie grote ploegen slecht werken of problemen kennen. Als ze even goed rekruteren als wij, maken wij geen kans om ze bij te halen. Neem nu JordiFigueras, die hadden wij al aan het werk gezien vóór Club Brugge. Hij speelde met Arzo bij Valladolid en we wilden ze allebei, maar ja, Figueras was onbetaalbaar voor ons.”

Blufpoker spelen of realistisch consolideren, ongebreideld aanvallen of pragmatisch bijsturen, niets daarvan tilde AA Gent, alle blessures en pech in acht genomen, tot nog toe over de drempel die ook vorig seizoen te hoog bleek. Dus blijft het wat het is: te weinig voor de echte top. Of zoals Manu Ferrera besluit: “Zelfs het mooiste meisje ter wereld kan maar geven wat ze heeft – méér niet, ook al is ze de mooiste ter wereld.”

DOOR RAOUL DE GROOTE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Het is duidelijk dat ons defensief spel niet op punt staat – we krijgen te veel goals tegen.” Manu Ferrera

“Het begin van een wedstrijd is telkens moeilijk voor ons omdat onze diesel zich op gang moet trekken.” Manu Ferrera

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content