Vijf Belgische meisjes vertegenwoordigen ons land in de gloednieuwe Nederlandse Eredivisie voor vrouwen. Femke Maes en Niki De Cock, beiden actief voor Willem II, vertellen waarom.

Nu het WK in China zijn climax nadert, laait wereldwijd de interesse voor het vrouwenvoetbal op. “Het vrouwenvoetbal zit in de lift”, laat Vera Pauw, bondscoach van het Nederlandse vrouwenelftal, vanuit China weten. “USA-Korea of Nigeria-Zweden waren toppers, het niveau is goed. Vooral de enorme progressie van het Nigeriaanse elftal valt op. Ook de publieke belangstelling is er : 35.000 mensen op de tribune vormen geen uitzondering. En dan heb ik het niet eens over wedstrijden van China ! Ik merk dat de populariteit van het vrouwenvoetbal wordt onderschat. Niet dat we kunnen concurreren met mannenvoetbal, maar de vergelijking met sporten zoals tennis, volleybal of hockey gaat op.”

In Nederland kreeg het vrouwenvoetbal al een professioneler kleedje : de KNVB startte dit seizoen met een mini-Eredivisie. Het gaat om een dubbele competitie : zes clubs bekampen mekaar vier keer per seizoen. In deze gloednieuwe vrouwencompetitie wordt ook ons land vertegenwoordigd. Naast Inge Hendrix (Twente), Lorca van de Putte (Twente) en Gave Van Poucke (Heerenveen) kozen ook Femke Maes (27) en Niki De Cock (21) met Willem II voor een stap over de landsgrenzen. Een noodzakelijke stap, zo blijkt, want de simpele vraag hoeveel interlands ze tot nog toe voor de Belgische nationale ploeg speelden, illustreert het probleem. “Iets in de zeventig ? Het totaal wordt nergens bijgehouden”, zegt Femke Maes.

Een gebrek aan sérieux gijzelt het Belgische vrouwenvoetbal. Nochtans verdienen vrouwen zoals Femke en Niki appreciatie. Ze spelen in Tilburg louter uit sportieve ambitie, uit passie voor de sport, want naast een vergoeding voor de gemaakte verplaatsingen verdienen ze geen euro aan hun Nederlandse voetbalkunstjes.

Geen poenpakkerij

Het hedendaagse mannenvoetbal wordt vaak gebrandmerkt als poenpakkerij, zien jullie verbaasde gezichten als je vertelt dat je niets verdient in Tilburg ?

Niki De Cock : “Willem II was een kans om hogerop te raken, het niveau is toch een stuk beter dan wat ik bij Anderlecht gewend was. Ik studeerde regentaat lichamelijke opvoeding en zoek nog naar een job. De combinatie met werk zal niet evident zijn, maar Belgische speelsters die zich sportief willen verbeteren, moeten naar het buitenland. In België wordt er twee keer per week getraind, dat is niet genoeg. Na elke match met de nationale ploeg komen we tot de conclusie dat we meer moeten trainen, maar het komt er niet van. Door over te stappen naar Nederland geven we onze sportieve ambitie aan. In België geloven ze ons niet als we zeggen dat we hier niets verdienen. ‘Waarom zet je dan die stap ?’, krijg je te horen. Dat is net ons punt, het gaat niet om geld.”

Femke Maes : “We hebben een duidelijk signaal willen geven aan de Belgische speelsters. Het moet anders. Internationaal is het verschil te groot : we komen fysiek, qua kracht, te kort. De Belgische vrouwenploeg staat vierendertigste op de FIFA-ranking, tussen Hongarije en Thailand, we kunnen beter dan dat. We willen nu bij Willem II bewust voor het voetbal kiezen. In België wordt eigenlijk te goed betaald voor wat je moet doen, dat motiveert niet om meer te bereiken.”

Niki : “Geld is een belangrijke factor, maar het is niet alles. Voor het financiële aspect was ik beter in België gebleven ; twee of drie keer trainen per week, matchkesjotten en de centen waren alweer binnen. Ik vind dat een verkeerde instelling. De hele voetbalcultuur in Nederland is anders. Ook wat het sportieve betreft : je kan al eens kritiek geven of roepen naar ploegmaats, dat wordt getolereerd. In het Belgische vrouwenvoetbal moet je te vaak je mond houden. Misschien is het ook wel typisch voor vrouwen om kritiek te onthouden. Mannen drinken na de match een pint en alles is vergeten. Zo hoort het.”

Femke : “In Nederland is niemand het gewend om betaald te worden voor vrouwenvoetbal, dat creëert een andere beleving. We kunnen in Tilburg werken met een prachtige infrastructuur en er is media-aandacht. Het vrouwenvoetbal komt wekelijks via samenvattingen op televisie. Het is nu aan ons om te bewijzen dat we die aandacht waard zijn. Misschien kunnen we later de stap zetten naar semiprofessioneel voetbal. Volledig professioneel vrouwenvoetbal vind je trouwens nergens, denk ik. In 2009 zou in Amerika een nieuwe profcompetitie starten. Het vrouwenvoetbal groeit wel, in de Verenigde Staten gebeurt het dat de mannen bij wijze van voorprogramma eerst een match afwerken, daarna start de vrouwenwedstrijd. (lacht) Schitterend, dat is toch een beetje leedvermaak.”

Volgens de Belgisch bondscoach, Anne Noë, ligt in België het sportieve probleem bij de omschakeling van de -19 naar de A-ploeg. Meisjes die tijdens hun humaniora een richting zoals sportwetenschappen volgden, vallen terug op een fel verminderde trainingsfrequentie als ze gaan werken.

Niki : “Ik had tijdens mijn studie wekelijks twaalf uur voetbal. Als dat wegvalt, voel je dat. Anderzijds, het is aan jezelf om extra bij te trainen. Ik wist vorig jaar ook wel dat ik er met die trainingen in Anderlecht niet kwam.”

Femke : “Extra trainen is makkelijker als je studeert. Als je werkt, ligt dat anders. Gelukkig heb ik met mijn werkgever afgesproken dat ik dit jaar minder uren klop. Het is vreemd, ik train een stuk meer bij Willem II dan vorig jaar bij Wezemaal en toch heb ik nu meer zin om nog individueel te werken. Misschien omdat ik het gevoel heb professioneler met het voetbal bezig te zijn. Ik train ook effectief extra als ik thuis ben : een beetje krachttraining, wat lopen. De trainer hamert daar fel op : weten waarmee je bezig bent. Frivoliteiten zoals oorbellen of flashy schoenen worden bij Willem II niet getolereerd. Aan de buitenwereld moet je je presenteren als atleet, niet als een meisje dat voetbal speelt.”

Progressief Nederland

Jullie verloren de eerste twee wedstrijden. Gesteld dat de resultaten uitblijven, zakken de kopjes dan niet snel naar beneden ? De verplaatsingen naar Tilburg wegen toch ook …

Niki : “Die reactie kreeg ik ook al vanuit België : ‘Heb je nog geen spijt, je verliest !’ Bij Anderlecht was ik gewend om te winnen, het is even aanpassen. Voorlopig heb ik geen problemen om me op te laden. Of je nu wint of verliest, je leert bij. Trouwens, in de Nederlandse competitie zijn de meeste ploegen aan mekaar gewaagd. Als je in België verliest van de laatste, dan weet je al dat je geen kampioen wordt.”

Femke : “Als ik vorig jaar een match met Wezemaal verloor, was ik drie weken slechtgezind. Nu heb ik daar minder problemen mee. Ik weet natuurlijk niet of het blijft duren, maar het geeft me telkens een goed gevoel om in een mooi stadion te voetballen, tegen een tegenstander van niveau. De speelsters hier zijn technisch wat meer onderlegd dan in België. De clichés van het Nederlands voetbal vind je eigenlijk ook bij de vrouwen terug, elke ploeg heeft van die typische buitenspeelsters. En terwijl er in België vaak geprobeerd wordt om een goeie speelster van de tegenstander te elimineren door er een verdediger op te plakken, wordt bij Willem II uitgegaan van de eigen kwaliteit.”

Signaleert het feit dat jullie naar Nederland uitwijken ook de tekortkomingen van de Belgische voetbalbond ?

Niki : “De interesse in België is minder, je speelt een topwedstrijd voor vier- of vijfhonderd man. Tijdens Willem II-Utrecht waren er 1500 supporters, dat zegt iets. Ik denk dat Belgische profploegen vaak weigerachtig staan tegenover vrouwenvoetbal. De voorzitter van Willem II is komen kijken naar onze eerste wedstrijd, dat zie ik bij Belgische clubs niet meteen gebeuren.”

Femke : “De Belgische voetbalbond doet te weinig. Bij de nationale ploeg spelen we bijvoorbeeld nog steeds met mannenkleren. In februari zouden we eindelijk vrouwenkleding krijgen. Dat apprecieer ik, het is prettiger om in passende kledij te spelen. (denkt) En toch, in Nederland lijkt alles beter georganiseerd. Dan kom ik op culturele verschillen : Nederlanders staan opener tegenover voetballende vrouwen.”

In Nederland voetballen 95.000 meisjes en vrouwen, in België nog geen 20.000. Dat verschil kan niet alleen uitgelegd worden door het grotere bevolkingsaantal van Nederland, was het moeilijk om als Belgisch meisje te gaan voetballen ?

Niki : “Ik woonde dicht bij het voetbalveld van Begijnendijk. Mijn pa voetbalde en was jeugdcoördinator. In feite was zelf spelen een kleine stap. Mijn vader heeft me nooit gezegd dat voetbal geen sport was voor meisjes, integendeel. Mijn grootmoeder was er in het begin niet echt mee opgezet, maar nu komt ze elke wedstrijd kijken.” (lacht)

Femke : “Ik heb drie broers, een drieling, die vier jaar ouder zijn. Mijn zus is acht jaar ouder, dus trok ik er altijd met mijn broers op uit. Dan was het altijd voetbal. Mijn ouders vonden het vanzelfsprekend, ik kan me niet herinneren dat er thuis ooit discussie was. Ik speel nog geregeld met mijn broers. Of ik ze af en toe in de wind zet ? Natuurlijk, al word ik daarna wel omhoog gesjot.” (lacht)

Emancipatie ?

Is het positief dat meisjes aanvankelijk altijd in jongensploegen spelen ?

Niki : “Absoluut. In België kunnen meisjes tot hun vijftiende bij de jongens spelen, in Nederland kan dat tot achttien of negentien. Qua lichaamsbouw en fysieke capaciteiten is er een verschil tussen jongens en meisjes, maar de snelheid van uitvoering en de techniek van een meisje kan alleen maar beter worden door langer bij de jongens te voetballen. In de topsportschool van Leuven speelde ik samen met Steven Defour, Faris Haroun en Frank Boeckx en de helft van onze ploeg bij Willem II speelde tot vorig jaar in een jongenscompetitie. Ik vond het eigenlijk altijd leuk om tegen jongens te voetballen. Fantastisch als je er eens eentje door de benen tikt ! Trouwens, jongens hebben vaak iets beschermends. Als je als meisje zwaar getackeld werd, dan wist je zeker dat je ploegmaats de dader later terugpakten.”

Femke : “Ik heb maar tot mijn tiende bij de jongens mogen voetballen, maar ik ben ervan overtuigd dat langer gemengd spelen vruchten afwerpt.”

‘Damesvoetballer is nog steeds lustobject’, schreef de Nederlandse journalist Johan Derksen in de jaren zeventig. Is het vrouwenvoetbal intussen geëmancipeerd ?

Niki : “Ik zou niet weten waarom de supporters naar het vrouwenvoetbal komen, ik ben te geconcentreerd met de wedstrijd bezig. Hopelijk voor de sport.”

Femke : “Ik weet dat er een tijdje gediscussieerd is over de vraag of we geen kortere broekjes moesten aantrekken om meer mensen naar het stadion te lokken. Die discussie was toch een beetje belachelijk, we zijn in de eerste plaats sportsters. Hoewel, het zou goed kunnen dat er door zulke maatregelen ook echt meer mannen naar het vrouwenvoetbal komen. (lacht) Wat denk je zelf ?” S

Door Bert Boonen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content