Vorig seizoen was hij al de revelatie van de Zebra’s en die lijn trekt hij nu gewoon door. Vragen over zijn broer, zijn contract en de nationale ploeg van Congo beantwoordt hij met de glimlach.

Donderdag 15 augustus. De meeste mensen genieten van een vrije dag, maar in Charleroi heeft coach Felice Mazzu een ochtendtraining ingepland. En nadien heeft doelman Parfait Mandanda zelfs nog wat tijd om vragen te beantwoorden.

Hoe beoordeel je het seizoensbegin van Sporting?

Parfait Mandanda: “Niet slecht. Op Club Brugge verloren we, maar konden we met opgeheven hoofd van het veld stappen. Als Jamal Thiaré die goeie kans afwerkt, dan pakken we daar een punt. Tegen Waasland-Beveren verliezen we twee punten door die buitenspelaffaire en op Bergen hebben we ons in de tweede helft prima herpakt. Ik hoop dat we een uitstekend seizoen gaan draaien.”

En uitstekend, dat is voor jou…?

“Voor ons betekent dat een plaats in de linker kolom.”

Jij was zelf outstanding tegen Bergen. Onur Kaya noemde je in de pers zelfs ‘een tovenaar’.

“Bwa, hij plaagt me wat omdat hij op training nooit een goal gemaakt krijgt tegen mij. Daarom zegt hij dat (lacht). Maar het is gewoon mijn taak om er te staan als de ploeg eventjes wat minder goed speelt.”

Jullie krijgen nu Anderlecht en Genk voorgeschoteld, je gaat je dus nog kunnen tonen.

“Ja, maar toch niet te veel, hoop ik. Enkele reddingen verrichten is oké, maar geen wereldgoals tegenkrijgen of zes keer moeten vissen zoals vorig jaar op Standard, want daar krabbel je maar moeilijk van recht. Maar we zijn vrij rustig nu, ik hoop dat we kunnen winnen en weinig kansen weggeven. Twee of drie, dat is wel te doen voor mij.”

Wie zie je dit jaar kampioen worden?

“Moeilijk in te schatten, we zijn er pas aan begonnen. Op dit moment zou ik zeggen: Standard. Of Lokeren.”

Lokeren?

“Ja, ze zijn goed begonnen en hebben een erg stevige ploeg.”

Weggaan om te ademen

Twee jaar geleden kwam je in Charleroi aan. Vroeg je je niet af in welk circus je terechtgekomen was met een voorzitter als Abbas Bayat en al die trainerswissels?

“Dat was wel wat vreemd, ja, maar ik was er al wat aan gewend door een jaar in Turkije te spelen. Daar ontslaan ze ook trainers met een simpele vingerknip. Ik vroeg me af: is de voorzitter van Charleroi een Turk of zo? Soit, de spelers hadden er niet te veel last van, de druk lag eerder bij de technische staf. Al was het best gek om een voorzitter de kleedkamer te zien binnen stormen om ons de huid vol te schelden als we verloren. Maar nu is alles anders, het gaat er professioneler aan toe, we lijken weer in een ‘normale’ club te zitten.”

Je verlengde je contract tot 2017. Zie je jezelf echt zo lang hier blijven?

“Op dit ogenblik zeg ik: ja. Ik speel, alles loopt vlot. Mijn doel is altijd geweest: prof worden. Ik wist dat dat op zich al moeilijk genoeg zou zijn. En nu is mijn doel: prof blijven. Ook niet evident. Verder zou ik weleens een titel willen pakken. Ik ben kampioen geworden in tweede klasse, dat wil ik in eerste ook wel eens meemaken.”

Welke keepers in België maken indruk op jou?

Silvio Proto is heel sterk, Boubacar Copa ook, en op dit moment vind ik dat ook EijiKawashima heel sterk bezig is.”

Heb je een voorbeeld in het buitenland?

“Ik hou van de stijl van Iker Casillas, maar mijn rolmodel is natuurlijk mijn broer (Steve Mandanda, doelman van Marseille en de Franse nationale ploeg, nvdr).”

Ben je het niet beu dat hij altijd ter sprake komt?

“Dat is lastig, ja, maar ik moet daarmee leren leven. Steve is mijn broer en we spelen op dezelfde positie. Hier valt het trouwens nog mee, in Frankrijk spreken ze me altijd over hem aan.”

Moest je naar het buitenland om een voornaam te verwerven?

“Ja. Neem nu onze oefenmatch op Reims: het eerste wat hun coach aan Felice Mazzu vraagt: ‘Is hij zo goed als zijn broer?’ Is dat nu het belangrijkste? Ik moest wel weg uit Frankrijk om te kunnen ademen, om me van die voortdurende vergelijking te ontdoen. Had ik in Reims slecht gespeeld, dan was het: die broer van Mandanda deugt niet. Overal waar ik kom, ben ik de broer van. Speel ik goed, dan heet het: hij komt uit een goeie familie. Speel ik slecht, dan hoor ik: zijn broer is toch beter.”

Heeft die naam je nooit eens geholpen?

“Neen. Ik was tweede doelman bij Beauvais, op een dag vroeg de coach of ik kaartjes kon regelen voor Marseille-Nancy. Dat lukte niet en van de ene dag op de andere werd ik vierde doelman… Ik ben blij dat mijn broer het zo goed doet, maar ik schreeuw het niet van de daken. Op een moment dat het me echt te zwaar viel, heb ik eens gezegd: we dragen wel dezelfde naam, maar het is niet mijn broer.”

Je hebt nog twee broers die in het doel staan. Men zegt soms dat je een keeper een beetje gek moet zijn, is de familie Mandanda dan een familie van gekken?

“Neen hoor, ik denk gewoon dat je wat karakter nodig hebt. Je moet durven, maar niet per se gek zijn. Ik ben niet gek, hé! Ik ben net heel rustig.”

DOOR JULES MONNIER – BEELD: IMAGEGLOBE

“Ik vroeg me af: is de voorzitter van Charleroi een Turk of zo?”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content