Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

In tien minuten tijd ruimde RC Genk de hindernis Moeskroen op. De titel wenkt. Bernd Thijs legt uit waarom Genk kampioen wordt.

Maar Genk kan tegen een stootje, is mentaal weerbaar en na de rust stond er maar één ploeg meer op het veld. Gordan Vidovic zette Wesley Sonck op weg naar de gelijkmaker, een fout van Michal Zewlakow op Sonck leverde negen minuten later via een strafschop de voorsprong op, en een mooie combinatie Sonck- Dagano zorgde voor 3-1. De buit lijkt binnen, maar naar buitenuit blijven ze in Genk nog met de voeten op de grond. Strafschopnemer Bernd Thijs : “Moeskroen de laatste serieuze tegenstander ? Kwalitatief wellicht de moeilijkste, maar het zou van weinig respect voor Westerlo en Lokeren getuigen om nu zulke dingen te roepen. Die twee gaan ons best nog voor problemen stellen. We staan sinds zondag gewoon op twee wedstrijden van de titel, en niet langer op drie.”

De sleutelmomenten

Thijs : “De eerste nederlaag, tegen Antwerp. Na een goeie start kreeg iedereen weer schrik, dat we buitenshuis hetzelfde fiasco zouden meemaken als vorig jaar. Toen we de weken erna wel met overwinningen of gelijke spelen, maar vooral met goed spel konden uitpakken, raakten we van dat complex verlost.

“Tweede scharniermoment : de Afrika Cup. Vooraf waren we wat bang : drie spelers weg, dat zou ons zuur opbreken. Maar eigenlijk hebben we weinig punten verloren. Een bijkomend voordeel was dat die jongens fris terugkwamen. Of de aanwezigheid van meneer Raes in Mali daar voor iets tussenzat, weet ik niet, maar ik denk het wel. Ze zijn niet blijven hangen bij hun familie. We stonden heel goed geklasseerd, dus was het hun plicht om zo snel en zo fris mogelijk terug te komen.

“Derde moment : de topmatchen. Allemaal goed doorgekomen, tenzij op Standard, waar zij goed speelden, met veel druk en pressing, heel agressief, soms zelfs over de schreef. Daar hadden wij op dat moment geen antwoord op. Ik denk dat we ons globaal gezien in de toppers goed uit de slag trokken, van onze eigen kracht uitgingen, aanvallend speelden. Alleen in Brugge hebben we wat geluk gehad.”

Mentaal sterk

Thijs : “Heel goed. Onverwacht eigenlijk, omdat de groep zo jong is. Een verdienste van de hele trainersstaf. Als we dan eens verloren of een mindere wedstrijd speelden, spoorden zij ons aan om het werk terug op te nemen. Het haasje-over aan de top veranderde voor ons niet zoveel, omdat het eigenlijk nog steeds niet moet. Echt niet ! Vorig jaar stonden we met ongeveer dezelfde spelersgroep op het einde van het seizoen twaalfde, nu eerste. Ons seizoen is ook zonder die titel geslaagd. We zouden niet meer ontgoocheld mogen zijn, vind ik, zelfs niet als we nog tweede worden.”

De doelmannen

Jan ( Moons, nvdr) en Brockie ( Istvan Brockhauser, nvdr), met daarachter Bram ( Castro, nvdr), een jonge. Jan voetbalt heel goed mee, Brockie is misschien iets beter op hoge ballen, maar het zijn twee heel goeie, evenwaardige keepers, denk ik, zoals je ze ook nodig hebt in een titelstrijd. Toen Jan over de belangstelling voor De Vlieger las, was hij wat ontdaan, maar ik denk dat het een misverstand was. Ik geloof niet dat ze nog een eerste doelman zoeken, maar dat ze Jan het vertrouwen voor volgend jaar geven. Hij bewees dat hij eerste keeper van Genk kan zijn. Hij beging misschien twee, drie flatertjes, maar over heel het seizoen was Jan gewoon goed. Echt waar. Op sommige momenten ons recht gehouden en punten gepakt.”

De verdediging

Thijs : “Ondanks alle kritiek staat ze er. Roumani is een goeie linksachter. Verdedigend heel sterk, aanvallend soms nog iets te onbezonnen. Te vaak is niet erg, maar je moet goed de momenten kiezen. Anders zorg je alleen maar voor een gat in je rug. Op dat vlak heeft hij veel bijgeleerd, de trainer kijkt er goed op toe. Hij accepteert ook veel meer dan vorig jaar. Het is misschien hun cultuur, die jongens zijn trotser.

“Dan hebben we MaestroZokora -, een schitterende speler. Qua verdediger in België het grootste talent. Alles zo makkelijk, zo snel, klaarkijkend, versnelling met de bal aan de voet, kan een man terughalen. Echt een topper, met een flair die leuk is voor het publiek. De schaarse foutjes hebben met de leeftijd te maken, maar dat gaat er wel uit, echt waar.

Leenders was centrale middenvelder, werd hier altijd uitgespeeld als verdediger. Hij maakte veel progressie, ook in het uitvoetballen. Hij heeft minder kwaliteiten dan Zokora, maar trekt enorm zijn plan. Eigenlijk is dit zijn doorbraak.

“Op rechts stond eerst Vanbeuren, nu Justice Wamfor. Vanbeuren zit nu weer beter in het ritme, Justice noemen we Jerommeke, omdat hij zo sterk op zijn benen staat. Goeie mentaliteit, goeie instelling. Het uitvoetballen kan nog beter, de concentratie ook, maar eigenlijk is het een middenvelder die ze tot rechtsachter omschoolden. Dus, met wat geduld…

“Onder druk maken ze nog foutjes, ja, maar druk maakt het voor iedere verdediger moeilijker. Onze jonge mannen hebben niet de ervaring om de rust te bewaren. Iedereen noemt het ons zwakste punt, maar we staan toch mooi eerste en als je een zwakke verdediging hebt, kan dat niet. Maar het uitvoetballen moet zuiverder. Op Sint-Truiden zochten ze ons iets te weinig, kozen voor de lange bal en dan komt die rap terug.”

Het middenveld

Thijs : ” Thomas ( Chatelle, nvdr) en Mirsad ( Beslija, nvdr) hebben elkaar op rechts wat afgewisseld. Thomas is iets alerter in het spel, voert verdedigend zijn taak ook iets beter uit dan Mirsad, die je toch wat moet wakker houden. Hij brengt misschien iets meer dreiging naar voor, met zijn acties, scoort ook iets makkelijker. In elk geval zijn het twee valabele alternatieven.

“Op links speelt Koen ( Daerden, nvdr) een heel goed seizoen, hij maakt zijn actie, maar doet tegelijk verdedigend zijn werk. Hij knijpt goed naar binnen en helpt ons centraal heel veel. Als vervanger hebben we daar Marco Ingrao. Heel veel kwaliteiten, snel, technisch goed, dribbel, maar nog jong en soms niet goed het overzicht behoudend. Maar een talent.

“Centraal gaat het heel goed tussen mij en Josip ( Skoko, nvdr). Ook vorig seizoen al, in de laatste twee maanden, en die lijn trokken we door. De beterschap kwam er sinds we langs elkaar gingen spelen in plaats van achter elkaar. In dat geval was de ruimte haast niet te belopen. Nu wel, al was het af en toen harken, omdat we in het centrum bijna altijd tegen drie mensen staan. De tegenstander zet altijd iemand voor de verdediging, om de inspeelpass naar de spitsen af te snijden en om opbouwend iemand te hebben. Op sommige momenten hebben we daardoor serieus inspanningen moeten leveren, maar het is gelukt. We doen het voor de ploeg, en de trainers appreciëren dat.

“De problemen kwamen er als onze spitsen die man niet goed bespeelden, hem niet onder druk zetten. De trainer had daar een heel simpel recept voor, hij zei ons : blijven lopen, dan komt het wel goed. Soms vloek je dan wel eens, het is vuil werk, maar je helpt er de ploeg mee. En dus doen we het.”

De aanval

Thijs : “Twee heel sterke spitsen. Moumou die het met een actie kan forceren, of die een bal kan bijhouden; Wesley die diepte kan maken, heel sterk en een neus voor de goal. Ik was dus heel verrast dat Moumou zo fit terugkeerde uit Afrika, ik had me aan een wrak verwacht, iemand die het verdedigende werk zou verloochenen, maar hij pakte het allemaal direct weer heel goed op.

“Wesley scoorde in die periode niet, dat werd snel gelinkt aan de afwezigheid van Moumou. Maar ook dan deed Wesley zijn werk voor de ploeg goed. Wesley is Wesley, mét zijn karakter, een winnaarsmentaliteit. Zelf heb ik er geen problemen mee, want als hij iets verkeerd doet, schijt ik hem ook uit. Wij kunnen het naast het veld heel goed samen vinden, maar erop is het soms hard tegen hard. Natuurlijk hadden die jongere gasten het daar wat moeilijker mee, zeker in het begin van het seizoen. Maar ik vind het goed van Wesley dat hij zijn karakter behoudt. Ook als hij zelf niet scoort. In de ogen van de pers of de supporters lijkt hij dan een dikke nek, maar ik vind van niet. Kansen missen is menselijk, het wil niet zeggen dat hij daarom moet ophouden met kritiek te uiten. Als hij iets verkeerd ziet lopen en hij zegt het niet, dàn pas is hij slecht bezig.

“De vergelijking met Strupar en Oulare ? Moumou en Oulare zijn goed te vergelijken : allebei sterk, allebei snel, allebei een beslissende actie in huis en een hard schot. Goed met de kop ook. Wesley en Branko zijn vergelijkbaar qua scorend vermogen, maar Branko bracht toch minder diepgang dan Wesley, die sneller en wendbaarder is. Beiden haken heel goed af. Wesley is iets beter in de diepte, is iets vinniger in de zestien meter.”

De trainer(s)

Thijs : “Hele grote verdienste. We zijn begonnen met regels, afspraken en de discipline die terugkeerde. Vervolgens werd er gezocht naar een passend spelsysteem. Alleen kan de trainer het niet. Minstens twee, soms drie keer per week, trainen we afzonderlijk in specifieke groepen. Aanvallers op afwerken, afhaken en op het juiste moment blind afspelen. Wij middenvelders op het verplaatsen van het spel, het defensieve werk en het diep gaan. De achterspelers op het verdedigen in zone en het uitverdedigen over de flanken.”

Het systeem

Thijs : “Wij pasten ons geen enkele keer aan aan de tegenstander. Iedereen weet wat hij moet doen, zowel verdedigend als aanvallend. Dat maakt het makkelijker qua afspraken, ook voor de invallers want zij voetballen op dezelfde manier. Iedereen wordt op zijn beste positie uitgespeeld, er wordt ook niet geschoven. Dat is zijn manier van werken. Als je het goed uitvoert, is een systeem een kracht; als je het slecht uitvoert, misschien een zwakte. De trainer zegt het ook : wij kunnen van iedereen winnen, maar ook verliezen als we het niet goed uitvoeren. Tegen Beveren winnen we met 1-6, maar voor de rust hadden we het moeilijk, omdat sommige mensen hun taken niet goed uitvoerden. Dan hebben wij het zelfs tegen de laatste moeilijk. Je lacht nu, maar misschien zullen zij die nu het systeem bejubelen, ons volgend seizoen om datzelfde bekritiseren. Wacht maar, tot we twee keer verliezen ! Dan volgt de kritiek wel op het systeem. Als niet iedereen zijn taken uitvoert, zijn we kwetsbaar. Dat weten wij. Maar anders zijn we heel sterk.”

De uittocht

Thijs : “Die kans zit er in. Als iemand in het buitenland drie tot vier miljoen ( frank, nvdr) per maand kan verdienen, is de kans groot dat hij vertrekt. Maar goed, als we de eerste plaats kunnen vasthouden, blijft iedereen misschien nog een jaartje. Met deze ploeg in de Champions League iets kunnen tonen, lijkt mij een motivatie om te blijven. Het hangt van de aanbiedingen af, Wesley zal niet naar Derby County gaan zoals Branko. Wesley is veel jonger en zegt dat hij geen zin heeft om ergens tegen de degradatie te voetballen. Zokora kan ook, Afrikanen laten zich misschien iets rapper het hoofd op hol brengen door managers. Zij spelen voor het geld, hun familie. Maar het is geen topic in de kleedkamer. Net zomin als de titel, maar dat geloven jullie allicht ook niet.”

Rode Duivels

Thijs : “Slechts één man van Genk op het WK waarschijnlijk, ja. Ik was bij de dertig, maar keerde maandag al terug. Het signaal was fijn, als erkenning voor de prestaties, maar wie opgeroepen wordt, wil ook spelen. En dan heb ik het gevoel dat ik niet de kans kreeg om iets te bewijzen. Maar goed, de bondscoach moet een keuze maken. Hij zei me dat ik goeie punten scoorde en zeker een man voor de toekomst ben. De nabije toekomst ? Ik denk het niet, neen. In zijn hoofd zitten al veel namen, en dan begrijp ik dat Simons en Vanderhaeghe de voorkeur krijgen. Anderzijds zit ik met dat goeie seizoen en rest er me te weinig tijd om nog de concurrentie aan te gaan.”

door Peter T’Kint,

“Met deze ploeg in de Champions League iets kunnen tonen, lijkt mij een motivatie om te blijven.”

“We staan gewoon op twee wedstrijden van de titel, niet langer op drie.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content