De winnaar van de 95ste Tour de France zal de naam Alberto Contador vaker horen dan hem lief is.

De heren die wel aan de start staan, kunnen er natuurlijk niets aan doen, maar de vaststelling blijft: de Tour de France van 2008 is nog voor aanvang onthoofd. Want eigenlijk had nu jaar twee van het tijdperk Contador moeten ingaan. De Spanjaard was vorige zomer samen met Michael Rasmussen overduidelijk de sterkste man in koers en gaat dit seizoen onverminderd op dat elan door. Overal waar Contador aan de start staat, blaast hij de concurrentie weg. Komt nog bij dat geen enkele rondeploeg team Astana aankan. Als hij had mogen koersen, dan was Alberto Contador absoluut ieders favoriet geweest. De vraag is nu dus: wie wordt de tussenpaus die Contadors scepter in bewaring houdt tot de Spanjaard in 2009 terugkeert?

Cadel Evans is dan de logische kandidaat. Akkoord, hij laat weinig harten sneller slaan, maar de Australiër is wel een coureur waar je een huis op kan bouwen. Hij kent zelden een slechte dag, en als hij eens in de hoek zit waar de klappen vallen, dan buigt hij misschien, maar helemaal breken is er zelden bij. Evans zou deze Tour trouwens best wel eens een aanvallender gezicht kunnen tonen dan we van hem gewend zijn. Dat moet ook, het peloton beseft dat zijn ploeg de koers niet op slot kan leggen. Evans weet dat zelf goed genoeg.

Het Caisse d’Epargne van Alejandro Valverde is daar wel toe in staat. Dit team parkeerde vorig jaar vier (!) renners in de top vijftien. Maar kan Valverde die weelde verzilveren? In het verleden nam niet iedereen de Tourdromen van El Imbatido serieus. Meer een renner voor de Ardennen, niet onkreukbaar genoeg voor een drie weken durende slooptocht, luidde de kritiek. Maar de tijden zijn, zeker wat dat betreft, veranderd. Je moet niet langer een beestachtige klimmer-zonder-limiet zijn om mee te spelen in de Tour. Met klasse bergop, inhoud, een betrouwbaar team en een gedegen voorbereiding kom je ook al ver; en dan komen de mannen voor de Ardense klassiekers inderdaad meer en meer in beeld. Enkele jaren geleden zouden types als Kim Kirchen en Damiano Cunego nooit hebben durven dromen van een Tourpodium. Nu denken zij voor winst te kunnen gaan, en binnen dit peloton kán dat ook – als de omstandigheden meezitten.

Luxemburgs plan

Toch blijft een renner uit een sterk blok nog steeds in het voordeel. Dan denken we onder meer aan CSC. Carlos Sastre is er de verwachte kopman, maar de Spanjaard maakte in 2008 nog geen verpletterende indruk. Wie weet speelt hij verstoppertje, maar indien niet, dan zal men bij CSC vlug op een Luxemburgs plan B overschakelen dat Andy Schleck heet. De jongste Schleck heeft van moeder natuur alles meegekregen, maar staat wel pas voor zijn eerste Ronde van Frankrijk. Schleck nu al in een favorietenrol duwen zou de onvergelijkbare lastigheidsgraad van de Tour tekortdoen.

Wellicht geldt hetzelfde voor Roman Kreuziger. De Tsjech maakte erg veel indruk in de Ronde van Zwitserland en wordt ongetwijfeld ooit een grote klassementsrenner. Maar tussen Zwitserland en de lastigste ritten van de Tour liggen drie, vier weken; hoe krijgt zo’n onervaren coureur dat conditioneel overbrugd?

Kreuziger zou een verrassing van formaat zijn, maar de omstandigheden lenen zich ook wel voor een onverwachte winnaar. We voorspellen een rare, onoverzichtelijke koers. De hamvraag wordt: wie mag je nog laten wegrijden? Geef een subtopper à la Juan José Cobo van Saunier Duval geen kwartier cadeau of hij wint de Tour. En zo kunnen we er nog vijftien anderen opnoemen. Maar je kan ook niet héél het peloton onder de knoet houden natuurlijk. Dit zou een Tour kunnen worden waarin de best puzzelende ploegleider een belangrijkere rol speelt dan de sterkste coureur.

En zo zou het, pervers genoeg, wel eens een nadeel kunnen zijn om met een groot palmares aan de start te komen. Dat geldt bijvoorbeeld voor Denis Menchov, samen met Cunego en Óscar Pereiro Sio de enige op de deelnemerslijst die al een grote ronde won. Met Menchovs kandidatuur is echter iets vreemds aan de hand. Zijn ploeg Rabobank laat met Thomas Dekker en Robert Gesink zijn twee sterkste helpers thuis. Je zou bijna denken dat de Nederlanders niet in de kansen van Menchov geloven.

Ene Riccardo Riccòhoopt alvast dat het een Tour voor aanvallers wordt. De Cobra verklaarde eerder dat een renner zoals hij in de Ronde van Frankrijk niets kan gaan doen, maar nu lijkt hij op die beslissing terug te komen. Omdat er dit jaar geen Alberto Contador meerijdt die de koers versmacht?

door jef van baelen