Het Pozzo-netwerk

© GF

Eerder nog dan Roland Duchâtelet ontdekte de Italiaanse familie Pozzo het belang van een voetbalnetwerk.

In augustus 2011 trok Steven Defour van Standard naar Porto. Hij kon ook naar Lokomotiv Moskou en Udinese. ‘Alleen moest ik daar minder verdienen dan in Moskou en werd ik eerst uitgeleend aan Granada.’

Bij Granada zal Sven Kums wellicht niet meer belanden. Op 23 mei van dit jaar verkocht de familie Pozzo de Spaanse eersteklasser voor 37 miljoen euro aan het Chinese sportmarketingbedrijf Desports, na bemiddeling via voetbalmakelaar Pere Guardiola, broer van Pep.

Eerder kochten de Pozzo’s in 2009 het zogoed als failliete Granada, nadat ze eerder geprobeerd hadden Espanyol over te nemen. De Italiaanse familie, die een residentie in Catalonië had, bracht de toenmalige derdeklasser na twee jaar naar La Liga met liefst twaalf van Udinese gehuurde spelers.

Een jaar later kochten de Pozzo’s de Engelse tweedeklasser Watford, die in 2015 promoveerde naar de Premier League. Daardoor heeft Watford dankzij de immense tv-inkomsten zowat het dubbele van het budget van Udinese.

De club uit Friulië is ook de thuis van de eigenaarsfamilie. Giampaolo Pozzo kocht in 1986 de noodlijdende club uit zijn geboortestad en zou na een decennium kwakkelvoetbal met drie degradaties een stabiele eersteklasser uitbouwen. Hij gaat er prat op nooit één speler of één rekening één dag te laat betaald te hebben, een uitzondering in het Italiaanse voetbal. Sinds 1995/96 speelt Udinese onafgebroken in de Serie A, sedert 2004/05 legt het als een van de weinige Italiaanse eersteklassers jaarlijks een positieve financiële balans voor. Sinds Giampaolo’s zoon Gino in 1993 in de club stapte, hanteert Udinese twee principes: scouting en internationale contacten. Het had begin deze eeuw al vijf scouts in Zuid-Amerika, vijf in Afrika en vijf in Zwitserland. Het investeerde in 2014 zowat 23 miljoen in scouting, terwijl de loonlast 32 miljoen bedroeg. Het resultaat? 32 miljoen winst.

Het motto van de Pozzo’s is simpel: goedkoop buitenlands talent vroeg inkopen en het verkopen voor tien keer de prijs van de oorspronkelijke investering. Zo haalde het Juan Cuadrado gratis bij Medellin weg en verkocht hem drie jaar later voor 21 miljoen aan Fiorentina. Alexis Sánchez (nu bij Arsenal) kostte 3 miljoen en werd voor 27 miljoen verkocht aan Barcelona.

Voorlopig geldt Udinese, dat afgelopen seizoen wel ternauwernood de degradatie vermeed, nog steeds als de club waar de beste spelers uit het Pozzo-imperium belanden. In maart werd nog de fonkelnieuwe Dacia Arena geopend, het eerste gesponsorde clubstadion in Italië en na het Juventus Stadium het tweede privéstadion. De onoverdekte zitplaatsen en de atletiekpiste maakten er plaats voor een fonkelnieuwe gezellige voetbalarena met skyboxen, een bowlingzaal en restaurants. De Dacia Arena wordt de nieuwe voetbaltempel van Sven Kums, die door Watford uitgeleend wordt aan Udinese, nadat een transfer naar Napoli niet doorging toen centrale middenvelder Mirko Valdifiori, die in mei nog leek te vertrekken, toch bleef en bijtekende. Eerder bracht Mogi Bayat al Cyril Théréau naar Udinese, waar hij een goed contact heeft met Gino Pozzo.

DOOR GEERT FOUTRÉ

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content