‘Het profvoetbal is een jungle’

© inge kinnet

Hij praat met Club Brugge over een nieuw contract, maar het kan ook nog tot een transfer komen. Clinton Mata (27) over het leven en de moeilijke weg naar de top. ‘Wie naar de oorlog trekt, doet dat om te doden. De vijand ga je toch niet strelen?’

Juan Mata vs. Clinton Mata. Het duel van Club Brugge tegen Manchester United dit voorjaar was er ook een tussen de beide naamgenoten. Na de match spraken ze mekaar en maakten een ploegmaat van Juan wijs dat ze broers waren – de moeder van Clinton had haar zoon alleen lang verborgen gehouden. Het tekent de Brugse verdediger; altijd in voor een grap. Hardnekkig op het terrein, ontspannen ernaast. Interviewer en geïnterviewde blijken iets gemeen te hebben. Eén van onze favoriete looptochten in Wallonië was de 4 cimes van Battice. Loodzwaar, geen meter vlak, meer dan 30 km lang. Blijkt dat net de omgeving te zijn waar Mata opgroeide…

Je kan me passeren, maar dan kom ik terug.’ Clinton Mata

Ligt er in Battice een terrein dat niet afhelt?

Clinton Mata: ‘Het hoofdveld van Battice valt nog mee, maar in de buurt liggen velden die een drama zijn. Bij de toss vochten we altijd om in de eerste helft bergop te spelen, om na de rust het verschil te maken. Dribbelen moest nooit, de bal vooruit duwen volstond, om dan snelheid te maken. Heerlijke tijden. Ik word geregeld overvallen door buien van nostalgie. Dan zit ik wat te denken en me zaken af te vragen. Wat als ik die ene coach niet had gehad, of een andere keuze had gemaakt? Hoe zou er dan nu over mij worden gepraat? Weiger ik op een gegeven moment Anderlecht niet, dan spreken ze in Brugge nooit over Clinton Mata. Waar kom je dan uit? Maar ik betreur niks, ik ben hier zéér gelukkig. Dat zien mensen aan mij. Ik heb al veel donkere momenten gehad, maar hier beleef ik mooie.’

Vertel.

Mata: ‘Mijn papa, die me altijd begeleidde, en ik… We zagen al die jongeren in eerste klasse bezig; daarin spelen was ook mijn droom, maar die kans leek ik nooit te krijgen. Op mijn twintigste zat ik nog in tweede klasse. Ik veroordeel niemand, maar blijkbaar zien die scoutingscellen toch nog een pak talent over het hoofd. Scout wat intenser in de lagere afdelingen, zeg ik. Slagen in het voetbal is vaak een kwestie van geluk, er net staan op het goeie moment. Ik ken veel talenten, waarvan je zou zeggen: ‘Wauw, als je die in eerste klasse bezig zou kunnen zien…”

Talent is één, werklust vaak nog wat anders. Maakt dat niet het verschil?

Mata: ‘Mee eens. Tot U16, U17 kun je drijven op je talent. Daarna is het hard werken. Tenzij je Messi heet en er elk jaar twintig of meer binnentrapt. Of Hans Vanaken. Bij hem ziet het er nooit uit als werken, die is geboren met talent. ( droomt) Als ik vroeger, toen ik nog klein was, hoorde dat iemand voor Standard mocht tekenen… ( rolt met de ogen) Alleen al voor de uitrusting wilde ik dat. In onze buurt was je dan een star. Maar mijn vader zei altijd: ‘Het is niet omdat ze een trein vroeger nemen, dat ze eerder op hun bestemming raken. Hun trein kan ook vertraging oplopen terwijl die van jou misschien de vrije baan krijgt.’ Ik denk dat mijn parcours meer tijd vroeg, maar we zijn op dezelfde bestemming geraakt. Het was mijn lot, en dat moet ik accepteren.’

Clinton Mata: 'Ik dans en ben vrolijk; ik denk dat ik de enige ben die je tijdens het ontbijt hoort, maar eens we beginnen, switch ik over naar een werkmodus.'
Clinton Mata: ‘Ik dans en ben vrolijk; ik denk dat ik de enige ben die je tijdens het ontbijt hoort, maar eens we beginnen, switch ik over naar een werkmodus.’© inge kinnet

Haan

Je vader was Angolees international, maar hij is vroeg gestopt.

Mata: ‘Ja, door een knieletsel. Hij was international, voor hem was mijn doorbraak ook ergens een soort fierheid. Al heeft hij me nooit ingeschreven bij een club met het doel dat ik profvoetballer zou worden. Ik was jong, had veel te veel energie en zo kon ik mijn energie kanaliseren. Ik was hyperactief. Er was vlak bij ons huis een grote muur en na school stond ik daar uren aan een stuk een bal tegen te trappen. Op mijn eentje. Controle, links. Controle, rechts. Soms tekende ik met krijt een doel en probeerde ik de bal te plaatsen. Ik maakte zelfs mijn huiswerk niet, zo verslaafd was ik aan die muur.’

Veel spelers haten de voetballer Mata, omdat ik nooit loslaat, zelfs al ben ik doodmoe.’ Clinton Mata

Hoe zijn je ouders in België beland?

Mata: ‘Gevlucht voor de burgeroorlog. Mijn vader is eerst nog in Portugal gepasseerd om er te werken, en kwam dan naar België. Daar heeft hij mijn moeder ontmoet. We woonden eerst in Verviers, op mijn zesde ben ik naar Battice verhuisd. Ik ga niet zeggen dat we rijk waren, maar we misten niks. Ik kan nog steeds met weinig heel gelukkig zijn. Het is leuk als je je veel materiële dingen kunt veroorloven, maar het maakt niet gelukkig. De ploegmaats zeggen altijd: ‘Allez, kom toch in Knokke wonen bij ons, dat is veel leuker.’ Laat mij maar in Maldegem genieten van de rust. Knokke is stad, lawaai, piep, boem, auto’s… In Maldegem is niks, zoals in Battice, en dat heb ik nodig. Alleen die haan, die me nu al een tijdje elke dag om vijf uur wakker maakt… Als ik die ooit tegen kom, wring ik hem de nek om. ( lacht)

( dan peinzend) ‘Wie had ooit gedacht dat ik in Brugge zou schitteren… Met mijn neef heb ik het er nog wel eens over; van hoe ver ik kom. De ellende van Visé, bij Eupen… Soms mocht ik niet eens meedoen bij de reserven. Choix du coach. Ik hoor het ze nog zo zeggen. Begrijp dat maar, als je voelt en ziet, dat je talent hebt.’

De soldaat

Was je wel serieus toen je jong was, of een losbol?

Mata: ‘Ik lach veel, maar eens we beginnen, switch ik over naar een werkmodus. Altijd gehad, ook als tiener. Ik ben nooit iemand geweest die iets deed aan 60 procent. Ik geef altijd 100 procent. Toen ik bij Charleroi in mijn eerste jaar niet mocht meedoen, was dat mentaal een klap, maar ik betaalde uit eigen zak trainers om mijn fysieke conditie te onderhouden. Omdat ik voelde dat ik iets tekortkwam.’

Felice Mazzu lanceerde je, maar liet je ook zeer lang wachten. Choix du coach…

Mata: ‘Elke coach heeft een stukje bijgedragen tot de voetballer die ik nu ben. Ik kruis af en toe nog het pad van een coach die me vroeger zei: ‘Jij haalt nooit eerste klasse. Nooit!’ We praten dan met elkaar, maar hij wéét dat hij dat ooit gezegd heeft en dat ik dat nog weet. Ik ben daar niet kwaad om. Dat eerste jaar in Charleroi herinner ik me nog levendig, o ja… De eerste keer op eigen benen, alleen thuis, denkend. Ik sloot me in die periode op, nam alles op mezelf, deelde niks. Dat maakte dat ik enervé was als ik op training kwam. Zeer opgewonden.’

Clinton Mata: 'Ik word geregeld overvallen door buien van nostalgie.'
Clinton Mata: ‘Ik word geregeld overvallen door buien van nostalgie.’© inge kinnet

Kan een trainer ooit goed uitleggen waarom iemand niet speelt?

Mata: ‘Moeilijk. Het is fijner om exact te weten waarom je niet mag meedoen, maar die uitleg krijg je zelden. Je moet gewoon denken: werk harder, zodat de coach niet naast je kan. Dat is de reden waarom ik sinds Charleroi zoveel vooruitgang boekte. Ik heb altijd geprobeerd om twee, drie keer harder te werken dan mijn rechtstreekse concurrent. De coach moet op het keuzemoment denken: ik wil die andere wel zetten, maar het verschil met Mata is te groot. Vandaag ben ik geprogrammeerd als een robot.’

Le soldat, la machine…

Mata: ‘Zo noemen ze me. Wie bij Brugge zit, moet een vechtmachine zijn. Un soldat. Naar het front trek je om te doden. Je gaat de vijand toch niet strelen? Na de oorlog zijn we vrienden, maar niet tijdens. Zelfs al ken ik de tegenstander, tijdens de match zal ik die nooit goeiendag zeggen. Hooguit een hoofdknikje. Vroeger was ik niet zo: wanneer ik tegenover een vriend stond, hield ik me in terwijl hij wel 100 procent gaf. Dan verlies je. Op dit niveau heb je geen keuze: het is hij of ik. Dat is de jungle. Ook intern. Op training ben je de hele week met 22, 23, soms meer. Iedereen wil spelen, maar slechts elf komen aan de aftrap. Dat is hard.’

Nu zie je wie de echte mannen zijn. Je door het publiek laten opjutten, is makkelijk.’ Clinton Mata

Wie haalt het dan?

Mata: ‘Degene die mentaal de sterkste is.’

Snap je dat spitsen jaloers zijn op verdedigers? Die mogen altijd blijven staan.

Mata: ‘Ik snap dat een aanvaller het daarmee niet makkelijk heeft, maar je basis bouw je vanuit een verdediging. Niet op de aanval. Daar speelt creativiteit, frisheid, variatie. Het gebeurt zelden, tenzij je Hans Vanaken heet, dat een offensieve speler van de eerste tot de laatste minuut speelt, een heel seizoen lang. Een spits zal nooit veertig goeie matchen na mekaar spelen.’

Waarom kan een verdediger dat wel?

Mata: ‘Je hebt niet dezelfde verwachtingen. Een verdediger mag geen steek laten vallen, maar moet eigenlijk gewoon zijn werk doen. Van een spits wordt toch meer creativiteit verwacht; verrassing, genialiteit. Als een spits niet scoort of geen assist geeft, heeft hij zijn werk niet gedaan. Omgekeerd geldt dat ook wel, hoor: een spits die niets gedaan krijgt tijdens de match, maar op het einde scoort, krijgt alle lof. En maak als verdediger eens één fout… die betaal je cash. Een spits wordt het missen van kansen nog vergeven, een verdediger zelden.’

Vriendschap

David Okereke keek wat nostalgisch terug op zijn periode in Italië, toen ze op woensdag met de ploeg karaoke gingen zingen en daar goeie banden smeedden. Op zondag bleek dat uit de resultaten en de teamspirit.

Mata: ‘Ik denk dat ze bij een ploeg als Barça of Real geen tijd hebben voor dat soort dingen. Wij af en toe… Als je dat soort dingen belangrijk vindt, moet je een niveautje lager voetballen. Daar zal je altijd meer vrienden hebben, zal het leuker zijn en kun je samen zingen. Profvoetbal is: werk, werk, werk. Onophoudelijk. Jezelf altijd in vraag stellen. Ik kan veel lof oogsten voor een match en daar achteraf zeer blij mee zijn, maar ‘ s anderendaags zal ik weer een van de eersten zijn in de gym. Omdat ik goed weet wat me op dit niveau heeft gebracht.’

Nooit zin om los te laten?

Mata: ‘ Non. Veel spelers haten de voetballer Mata, omdat ik nooit loslaat, zelfs al ben ik doodmoe. Niet schoppen, wel vervelend zijn: hangen, trekken, sleuren. En dan oprukken, dat doe ik ook graag. Soms te graag. Dan verlies ik een bal en kan het goal zijn. ( lacht)’

Of volgt er een slechte voorzet.

Mata: ‘Soms. Dat besef ik. Als we 3-5-2 spelen, staat in de box onze spits vaak tegenover drie verdedigers. Dan moet je echt wel De Bruyne heten om een zeer precieze bal te geven, zodat de spits die slechts moet aanraken. Vaak probeer ik een opening te vinden, maar als dat niet lukt, klinkt het snel: wat een slechte voorzet!’

Je bent geen De Bruyne.

Mata: ‘Helaas, ik ken er maar eentje ter wereld. Klasse, niemand mag zich met hem vergelijken. Linker, rechter. Ik ben een grote fan. Je kunt daar op trainen, denk ik, maar die kwaliteit aan de bal toonde hij al in Genk. Dat is aangeboren, denk ik.’

Mata vs. Mbappé

Felice Mazzu lanceerde je, Ivan Leko vond de ideale plaats voor jou.

Mata: ‘Ja. Daar zal ik hem altijd dankbaar voor zijn. Philippe Clement heeft ook een belangrijke rol gespeeld, hij gaf me bij Genk veel vertrouwen na mijn blessure. Maar Ivan heeft inderdaad mijn leven helemaal veranderd. Door me één stapje achteruit te zetten, is iedereen me anders gaan bekijken. Ik ben nog steeds dezelfde voetballer, maar de impact die ik op een veld heb, is totaal veranderd.

‘En Felice… Hij liet me los bij Charleroi… Twee jaar heb ik non-stop gevoetbald. Mijn concurrent Stergos Marinos was vaak wat twijfelachtig: last hier, pijntje daar, maar als het match was, speelde hij altijd. Toen ik mijn kans kreeg, dacht ik: zo word ik ook. Pijn? Doorbijten! Mentaal sterk zijn. Ik zou zelfs op één been hebben gespeeld, om mijn plaats niet te hoeven afstaan. Zo is profvoetbal: de dag dat je een kans krijgt, moet je die nemen. En je vastbijten. Non-stop.’

De Mata in een verdediging met drie kan overal spelen. Zelfs hoger dan Club Brugge.

Mata: ‘Duel, kracht, anticipatie, intelligentie, een tegen een… Ik ben in zo’n situaties niet bang, neen. Je kan me passeren, maar dan kom ik terug. In de Champions League heb ik al ervaring hogerop kunnen opdoen. Fouten gemaakt ook, ja. Oprukken met de bal, die verspelen en voor ik was omgedraaid, was het al goal. Toen Mbappé een dubbelpas opzette, liepen we naast mekaar de diepte in. De eerste vijf meter liet hij me achter, maar nadien kwam ik terug en kon ik hem nog een beetje hinderen bij zijn schot. Van onze fysiektrainer hoorde ik dat ik 37,7 km per uur had gehaald. De zaterdag erop tegen Standard sprintte ik opnieuw. Claque. Spierletsel. Mijn lichaam was die vorige spurt duidelijk niet gewend. Moraal van het verhaal: ga je nog een niveau hoger, dan moet je nog harder werken. Daarom heb ik Eddie Rob de voorbije maanden gezegd: geef me oefeningen, want mijn VO2 max moet omhoog. Ik geloof dat ik nu aan 56 of 57 zit, met mijn lichaam moet ik 60 kunnen halen. Dat zijn vreselijke oefeningen, je ziet enorm af, maar voor mij is dat geen opoffering. Tijdens de coronaperiode heb ik hard gewerkt aan volume, omdat je als centrale verdediger minder afstanden aflegt. Dat voel ik nu op het veld.’

Metser

Raak je gewend aan voetballen zonder publiek?

Mata: ‘Het is moeilijker. Nu zie je wie de echte mannen zijn. Je door het publiek laten opjutten, is makkelijk. Nu moet je het tonen, op momenten dat het tegenzit. Het volk kan je energie geven, maar de afwezigheid ervan geeft je niet de toestemming om slecht te spelen.’

Niet topschutter Vanaken, niet Mignolet, maar Clinton Mata was voor de fans de man van het seizoen.

Mata: ‘Daar ben ik dankbaar voor. Ik geef me altijd helemaal en dat appreciëren ze. De dag na een match zou je me moeten zien. Rugpijn, ik word oud man. ( lacht) Maar het kan altijd erger. Weet je wat ik wilde worden, was het niet gelukt als voetballer? Metser. Huizen bouwen. Dat zou pas iets voor de rug zijn geweest…’

Je bent hier ook het cement tussen wit en zwart.

Mata: ‘Ik heb de mentaliteit van beide, denk ik. Ik dans en ben vrolijk; ik denk dat ik de enige ben die je tijdens het ontbijt hoort. Maar tegelijk heb ik ook de rigeur van de Vlaming. Werken, werken, werken. In de kleedkamer appreciëren ze dat allemaal. Ik ben geen man van conflicten, zal altijd proberen bemiddelen als er probleempjes zijn. Noem me een brug, ja. Ik heb niet graag dat iemand in zijn hoekje blijft zitten. Een kaarsje dat langzaam wordt opgebruikt… ( lacht) Ik denk dat ik een goeie aanvoerder zou kunnen zijn.’

Klopt het dat je ooit kandidaat was voor de PS bij de verkiezingen?

Mata: ‘Ik kom uit de regio van Herve en was daar fier op. De PS vroeg me, vandaar. Maar ik denk niet dat er een politicus schuilt in Clinton Mata. Je moet bezig zijn met wat je kan. Daarna… Ik heb misschien wel ideeën die ik kan delen met zij die in de politiek actief zijn.’

Heb je een engagement genomen in de beweging tegen racisme?

Mata: ‘Neen. Omdat racisme niet van vandaag dateert, maar al eeuwen oud is. Ik snap dat wij als voetballer een rolmodel zijn, maar als ik zie hoe de protesten zijn geëindigd, met geweld en vernielingen… Mensen zijn daar aan het pleiten voor de goeie zaak, maar opnieuw geeft een kleine minderheid een slecht beeld. Van een goeie zaak profiteren om te vernielen is onaanvaardbaar. Voor mij is dat een gebrek aan opvoeding. Agenten aanvallen, vernielen… Dan heb je een probleem en moet je naar de psycholoog.’

Heeft Clinton Mata een stichting zoals veel profvoetballers?

Mata: ‘Neen. Ik hélp mensen, maar zonder dat anderen het weten. Waarom zou ik daar ruchtbaarheid aan geven? Dat is iets tussen mij en mijn geweten. Niet voor de buitenwereld.’

Wel of geen transfer?

Clinton Mata: Er zijn wat clubs geïnteresseerd, dat steek ik niet weg. Ik ben 27, ambitieus en geïnteresseerd. Tegelijk ben ik hier heel graag, bij Club, en praten we over een verlenging van mijn contract. Daarna zien we wel: komen alle partijen eruit en ligt er een mooi project, dan kunnen we wat mij betreft rond de tafel zitten. Corona heeft een en ander complexer gemaakt en de deadline voor een transfer ligt op 5 oktober, ook dat is heel laat; ik denk dat wij hier haast halverwege het kampioenschap zitten. We zien wel.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content