Spanje nam na het nemen van strafschoppen tegen Italië eindelijk nog een keer de klip van de kwartfinales. Dat is te danken aan een gouden middenveld, waar Xavi Hernández de boel dirigeert.

Een portret.

P or fin! Eindelijk zijn de Spanjaarden van hun zwarte schaap – de kwartfinales – verlost. Sinds ze in Frankrijk op het EK in 1984 de finale verloren, was het de Selección nooit meer gelukt verder te komen dan die verdomde kwartfinales. Niet op een EK, niet op een WK. Een paar keer zaten ze er dicht bij. In 1994 op het WK in Amerika tegen Italië, bijvoorbeeld. Maar in de slotminuten wisten de Italianen te scoren, nadat Luis Enrique met een neusbreuk was uitgevallen. Incident dat hier naar aanleiding van het duel van zondagavond nog druk werd becommentarieerd, tenslotte was het al 88 jaar geleden dat Spanje op een toernooi nog Italië wist te kloppen. Ook tijdens Euro 2000 waren de Spanjaarden er bijna. Toen kreeg Raúl een strafschop, bij een 1-2 stand tegen Frankrijk, in de voorlaatste minuut. De Madrileen wist helaas geen verlengingen af te dwingen, hij schoot naast. Spanje mocht naar huis.

Ze kunnen er tegenwoordig zelfs een beetje om lachen. Naar aanleiding van dit EK bracht de rockgroep Pignoise een voetballied uit, iets zoals: iedereen achter de selección, wat we willen worden, is campeón. Geen Nobelprijs literatuur waard. Maar halverwege het liedje wel dit zinnetje: pasar de cuartos, ya estamoshartos. Vertaald: en ga nu een keer verder dan die kwartfinales, we zijn het beu!

Het was geen thema binnen de groep, zei Iniesta voor de wedstrijd tegen Italië op de officiële persconferentie. Xavi bevestigde dat, er werd niet over gepraat. Neen, dan hebben de Spanjaarden het vooraf liever over die serie van negentien wedstrijden op rij zonder nederlaag, iets wat hen onoverwinnelijk leek te maken.

Samen met Silva, Senna en vooral Xavi Hernández vormt Iniesta het Spaanse middenveld, de sleutel tot het succes. En van die vier bepalen hij en Xavi het ritme van het spel, de twee spelers van Barcelona, die elkaar zo door en door kennen dat een talent als Cesc Fàbregas op de bank op zijn kans moet wachten. Lang probeerde Luis Aragonés om Fàbregas een plaats tussen Iniesta en Xavi te geven, maar dat lukte niet. De Arsenalmiddenvelder wist niet waar hij moest lopen: telkens als hij zich draaide, stond er een ploegmaat in de weg. En over het talent van Xavi, wegdraaien met de bal en snel doorspelen, daar beschikte hij nog onvoldoende over, gaf Cesc hier zelf al toe. Dus is hij de luxe-invaller.

De discussie of hij met Cesc in één ploeg kan, doet Xavi terugdenken aan zijn beginperiode bij Barcelona, toen ‘ Pep Guardiola er de dienst uitmaakte op het middenveld. Toen heette het ook dat de twee in mekaars weg liepen. Uiteindelijk kon het toch, alleen brak Xavi wel volledig door toen Guardiola, straks de nieuwe trainer van Barça, eerst geblesseerd raakte en daarna naar Italië verhuisde. En is hij de chef? Xavi: “Voor mij hoeft er geen patron op het middenveld te zijn. Iedereen heeft zijn rol. Als elk zijn rol vervult en we spelen goed samen, dan moet het ooit lukken.”

Zijn rol in de nationale ploeg? Xavi: “De bal houden. De pressing opvangen en in balbezit blijven. Eerst denken wat je gaat doen, nog voor je de bal krijgt, dan die bewaren en vervolgens een opening zoeken. Klinkt ingewikkeld, maar dat is het niet, zoiets is normaal voor mij.”

Perpetuum mobile

Xavier Hernández Creus, afgekort Xavi, is hier bezig aan zijn vierde toernooi en wil zijn inspanningen nu eindelijk eens zien renderen. Japan-Korea kwam nog iets te vroeg, op het EK in Portugal kreeg hij van bondscoach Iñaki Sáez geen enkele speelkans en voor het WK in Duitsland was hij maar net tijdig fit. Zes maanden voordien had hij immers op training de kruisbanden van de rechterknie gescheurd. Hij miste vrijwel de hele terugronde en kwam ook niet in actie toen Barcelona in Parijs de finale van de Champions League won.

Maar in Duitsland rekende Aragonés toch op hem, voor hem hoefde Xavi niet eens 100 procent fit te zijn om te renderen op het middenveld. Het lukte in de eerste ronde, maar tegen de Fransen ging Spanje er nadien wel uit.

Het spel van Aragonés is Xavi op het lijf geschreven. Waarnemers omschrijven het hier als een soort perpetuum mobile, tiktak, tiktak. Steeds heen en weer, met Xavi en Iniesta als bepalende figuren op een balvast middenveld. “Met zo veel mogelijk balbezit op het middenveld laten we de tegenstander niet toe ons pijn te doen”, zegt Xavi. En het doel is uiteindelijk door veel balbezit kansen af te dwingen en te winnen.

Spanjaarden vinden hem meer dominant bij de nationale ploeg dan bij Barcelona, maar dat bestrijdt hij. “Bij Barcelona zijn er gewoon meer sterren. Die vallen op en dan gaat de rest automatisch wat meer in de schaduw spelen.”

Dat het Spaanse middenveld vooral uit kleine lichtgewichtjes bestaat, hoeft geen nadeel te zijn, vindt hij. Hij ziet het eerder als een voordeel. “Wij moeten het hebben van een snelle balcirculatie, dus heb je spelers nodig die dat kunnen. Balvaste spelers die heel behendig zijn. Anderen zorgen wel voor de fysieke balans in de ploeg.”

Dat hij voor Barcelona zou voetballen, ploeg waar hij op zijn elfde voor tekende, stond quasi direct vast. Xavi groeide op in een huis van Barçasupporters, zijn grootvader Jaime noemt hij “een vurige Barçafan”, en zijn vader Joaquín, die trainer was, “gek van voetbal.” Xavi: “Als die ging wandelen met de hond en hij zag op straat vier kinderen voetballen, dan kon hij ze een half-uur observeren. En het eerste wat mijn moeder en mijn grootmoeder deden thuis, was de televisie afzappen op zoek naar voetbal. Weet je hoe mijn zus de hond thuis noemde? Shoot. Zijn favoriete spel was in de tuin achter een bal aan hollen.”

Op zijn elfde tekende hij voor Barcelona, toen hij achttien was liet Louis vanGaal hem debuteren, vanaf 1999 is hij vaste waarde. In 2003 debuteerde hij voor de nationale ploeg. Alleen prijzen daar ontbreken op zijn palmares, vindt hij.

Waarbij de vraag rijst: vanwaar de grote traditie van goeie Barçaspelers op het middenveld?

Xavi: “Dat stamt nog uit de periode van Cruijff, denk ik. We moesten 3-4-3 spelen bij de jeugd en het spel moest steeds sneller gaan. Ook hij zei toen al: als je in balbezit bent, loop je geen gevaar. Guardiola was voor mij de beste middenvelder ooit, hij beheerste dat perfect.”

Voor Aragonés is hij een sleutelfiguur, maar wat is de coach voor hem? “Heel veeleisend, hij weet precies wat hij van elke speler verwacht. Luis is 24 uur op 24 met voetbal bezig. Zijn voetbalfilosofie sluit perfect aan bij de groep. Hij is iemand die ons het verschil wil laten maken door techniek en balbezit.”

Waarom haalt Spanje eigenlijk nu wél rendement en anders niet? Xavi: “We spelen met een andere mentaliteit. Die van een winnaar. Er is een enorme dynamiek die ik nooit eerder in de Spaanse selectie heb gevoeld. Iedereen wil ervoor gaan en cijfert zich weg voor het gemeenschappelijke doel.” Catalaan, Bask of Andalusiër, allen trekken ze aan één zeel. Ook hij. Xavi: “Catalaan ben ik, voel ik me, ik juich ook de steeds groter wordende onafhankelijkheid toe, maar als ik het shirt van de nationale ploeg draag, dan telt dat niet, dan voel ik me Spanjaard. Voor mij is een Catalaanse ploeg dan ook geen onderwerp.” S

door peter t’kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content