Professioneel voetbal is waarschijnlijk gedaan voor de 31-jarige Thomas Chatelle. Hij is ontgoocheld, maar niet verbitterd. En toch: ‘Ik zou niet graag vandaag mijn carrière moeten starten.’

In juni kreeg Thomas Chatelle (uitgeleend aan Sint-Truiden) nog een loonfiche van Anderlecht. Vandaag is hij op zichzelf aangewezen om zijn conditie te onderhouden. Af en toe traint hij mee bij een kleine club. Te rechtvaardig? Te oud? Op z’n 31e hoopt hij nog steeds terug te keren in het voetbal.

Thomas Chatelle heeft nooit echt zijn draai gevonden in de voetbalwereld. Hij is een welopgevoede en doordachte man, die ook graag over andere dingen praat dan penalty’s en hoekschoppen. Na veertien jaar bij de profs heeft hij genoeg ervaring om zijn licht te laten schijnen over de huidige voetbalwereld. Een openhartige analyse.

Is dit het einde van je professionele voetbalcarrière?

Thomas Chatelle: “Ik heb momenteel niets in het vooruitzicht. Ik heb geen enkele concrete aanbieding gekregen sinds juni, zelfs niet uit tweede klasse.”

Vanwaar het gebrek aan interesse?

( lacht) “Ik heb er ook geen verklaring voor. Ik heb meerdere clubs en trainers gecontacteerd maar er kwam niets uit de bus. In de meeste gevallen kreeg ik zelfs geen antwoord.”

Verrast je dat ?

“Dat is toch een vorm van elementaire beleefdheid?

“In het begin was ik inderdaad verbaasd. Nu is het me duidelijk dat dit eigen is aan de voetbalwereld. Ik laat het over me heen gaan.”

Wat houdt de clubs tegen?

“Er zijn verschillende redenen. Ik hoor soms dat ik te veeleisend zou zijn, hoewel ik nog met niemand over het financiële plaatje heb gesproken. Bovendien ben ik transfervrij. Ik weet ook wel dat ik niet te veel eisen kan stellen, ook in het voetbal heerst de crisis.

“Maar ik ben zeker niet de enige die moeilijkheden ondervindt om een nieuwe club te vinden. Kijk maar naar Wesley Sonck of Gill Swerts. En zo kan ik er nog een paar noemen. Mijn leeftijd speelt uiteraard in mijn nadeel: clubs willen enkel nog spelers waaruit ze op termijn winst kunnen halen. Dat kan niet met iemand die ouder is dan dertig.

“Bovendien werk ik zonder makelaar, en die hebben tegenwoordig bijna evenveel te zeggen als het bestuur van een club bij de samenstelling van een kern. Het is één groot netwerk: sommigen zijn verbonden aan een of andere club, de een heeft schulden bij de ander en omgekeerd.”

Waarom neem je geen makelaar onder de arm ?

“Ik heb drie jaar samengewerkt met Serge Trimpont. Toen hij stopte, hoefde ik geen makelaar meer. Ik vond geen enkele makelaar die bij me paste.”

Wat ga je doen als je niets vindt?

“Daar heb ik nog niet echt over nagedacht. Ik koester nog hoop. Ondertussen werk ik als consultant voor Belgacom en Sud Presse. Misschien verdiep ik mij daar wel in in de toekomst. Ik doe dat graag.”

Geen leider zoals Wilmots

Je beleefde je beste dagen als aanvoerder van een sterk Genk. Waarom koos men voor jou, een Franstalige voetballer?

“Die vraag zou je eigenlijk aan Hugo Broos moeten stellen. Ik was een van de meer ervaren spelers en Genk kende een overgangsjaar. Bob Peeters, Koen Daerden en Steven Defour verlieten de club en enkele sterkhouders zoals Jan Moons en Orlando Engelaar waren fin de carrière. Broos was op zoek naar nieuwe leiders. Op het einde van de voorbereiding stelde hij me voor om kapitein te worden terwijl hij ook kon kiezen voor mannen als Hans Cornelis, Wim De Decker of Tom Soetaers. Alles liep op wieltjes! Genk werd tweede dat jaar.”

Welke aanvoerder maakt tegenwoordig indruk op je ?

Vincent Kompany bij de Rode Duivels. Hij dwingt respect af bij iedereen. In eerste klasse… ( denkt na). Ik zie niet meteen iemand die erboven uitsteekt, toch niet op het eerste gezicht.”

En tijdens je carrière ?

“Wat Josip Skoko bij Genk toonde tijdens het jaar van de titel, was straf. Hij had niet zo’n sterke persoonlijkheid als Wilmots, maar compenseerde dat met talent en présence.”

Een goede kapitein moet z’n mond durven opentrekken?

“Niet noodzakelijk. Iemand als Wilmots was enorm aanwezig, maar ik was helemaal anders. Het is belangrijker om jezelf te blijven. Als je je anders voordoet dan je eigenlijk bent, verlies je al snel je krediet.”

De aanvoerdersband wekt ook jaloezie op in de groep.

“Uiteraard. Het dragen van de aanvoerdersband is niet altijd eenvoudig. Zodra er een probleem is, kijkt iedereen naar jou. Als je dan niet mentaal sterk staat, wordt het alleen maar moeilijker.”

Geen PlayStation

Je draagt het imago mee van een welopgevoede rijkeluiszoon met een vlotte tong en een verleden zonder uitspattingen. Niet echt het typische profiel van een voetballer. Een voor- of nadeel?

“In het begin schrikt mijn profiel de mensen misschien wat af en gaan ze zich defensief opstellen. Ze hebben zoiets van: die gedraagt zich niet zoals alle anderen, we houden hem beter in de gaten!”

Bedoel je dan je medespelers, trainers, bestuursleden of supporters?

“Iedereen… Een afwijkend profiel, in vergelijking met 90 à 95 % van de voetballers, veroorzaakt een zekere angst. Maar dat gevoel vervaagt snel wanneer je goede matchen speelt. Wanneer ze zich bewust worden van je kwaliteiten als speler en als mens, sluiten ze je in de armen. Dat heb ik vaak genoeg meegemaakt.”

Een concreet voorbeeld?

“Het eerste contact met mijn coaches verliep vaak moeizaam. Ze hadden wat tijd nodig om me te doorgronden, om het ijs te breken. In het begin beschouwden ze me wellicht als een gast die te veel nadacht. Daarna zagen ze in dat ik oprecht was, iemand die geen rolletje speelde. Ik bleef altijd dezelfde Thomas, zowel in de kleedkamer als voor de camera’s. Veel voetballers gedragen zich anders in de media en spreken vooral naar de mond van de journalisten.”

Vroeg je je nooit af wat je deed in een kleedkamer met mensen die niet dezelfde prioriteiten hadden en vooral bezig waren met hun iPod, koptelefoons, uurwerken en dure wagens?

“Gedurende heel mijn carrière was dat een last! Maar opgelet, niet alles was negatief op menselijk vlak. Ik heb ook heel veel mooie momenten beleefd en leuke mensen ontmoet.”

Een last? Wat bedoel je daarmee?

“Ik had niet dezelfde interesses als het merendeel van mijn ploegmaats. Ik heb bijvoorbeeld nooit met PlayStation gespeeld. Heel uitzonderlijk voor een voetballer…”

Geld, wagens en vrouwen: zijn dat de favoriete gespreksonderwerpen?

“Het is een cliché, maar het klopt voor een groot stuk. En voeg er misschien nog voetbal aan toe. Maar goed, ook in andere sporten zie je dat vaak.”

Dit soort onderwerpen komt toch minder aan bod onder hockeyspelers?

“Misschien… Maar ik geloof niet dat hockeyspelers het eerder hebben over het laatste nieuwe boek of theaterstuk. Ook zij praten over vrouwen en wagens, denk ik.”

Spaanse voetballers

Je bent nooit verkocht geweest voor een grote som geld.

“Dat komt door de omstandigheden. Bij mijn transfer van Gent naar Genk, en van Genk naar Anderlecht, was ik bijna einde contract. De transfersom schommelde telkens rond de 250.000 of 300.000 euro, zogoed als gratis dus! Toen ik naar Anderlecht verhuisde, kwam ik net terug na een operatie aan de kruisbanden. Dat heeft de prijs zeker beïnvloed.”

Eden Hazard en Axel Witsel zijn verkocht voor 40 miljoen. Hoe sta jij daartegenover?

“Dat zijn overdreven bedragen die elk gevoel voor realiteit missen. Het toont ook aan dat we almaar meer in een verdeelde situatie terechtkomen: een klein aantal clubs en spelers bevindt zich op een andere planeet terwijl het overgrote deel moet harken om de eindjes aan elkaar te knopen. Dit financieel geïnspireerde voetbal is onhoudbaar. Zelfs Spanje heeft een probleem: Real Madrid en Barcelona kunnen hun levensstijl behouden maar de andere clubs kreunen onder de schulden. Je ziet ook meer en meer Spaanse voetballers in de Belgische competitie. Dit was enkele jaren geleden nog ondenkbaar.”

Geloof je in de financiële fair play van de UEFA?

“Er zullen altijd clubs zijn die trucjes vinden om de regels te omzeilen of Russische of Qatarese investeerders die hun geld in de club blijven pompen zonder na te denken. Het stoort me enorm dat clubs zoals PSG in één jaar omgebouwd kunnen worden van middenmoter tot kandidaat-winnaar van de Champions League. Met grof geld stelt men in enkele maanden tijd een wereldploeg samen zonder iets op te bouwen, dat smaakt zuur. Maar de groep van superrijken wordt almaar kleiner. Dit zegt misschien iets over hetgeen we de komende jaren mogen verwachten.”

Legt een transfersom van 30 of 40 miljoen euro extra druk op een speler? Denk je dat Witsel en Hazard hieronder kunnen lijden?

“Zeker en vast. Er is zowel druk van de media als van de investeerders. Ze moeten ook kunnen omgaan met de reacties van de man in de straat: zulke salarissen in tijden van crisis? Schandalig!

Heb je samen gespeeld met spelers die onder zo’n druk stonden ?

“Natuurlijk. Met Tom De Sutter bijvoorbeeld, toen hij naar Anderlecht kwam. Er was een aanzienlijke transfersom mee gemoeid en de verwachtingen waren hooggespannen.”

En wat vind je van de salarissen die de vedetten tegenwoordig opstrijken?

“Daar geldt hetzelfde als voor de transferbedragen: het voetbal heeft twee gezichten. Er is een minderheid die zwemt in het geld, maar het overgrote deel moet harken om zijn boterham te verdienen. Die basis wordt steeds groter…”

Maar je vindt niet dat je tien jaar te vroeg bent geboren ?

“Helemaal niet. Integendeel zelfs…”

Verklaar.

“Ik heb veel geluk gehad. Ik heb mooie contracten kunnen afsluiten op de juiste momenten én bij gezonde clubs. Ik ben blij dat ik vandaag niet aan het begin van mijn carrière sta. Nu is er veel meer instabiliteit, een gebrek aan projecten op lange termijn. Men spreekt enkel nog op korte termijn, op heel korte termijn zelfs. Kijk naar Anderlecht. Als ze zich niet hadden gekwalificeerd voor de Champions League, zouden ze spelers verkopen. Bij kwalificatie zouden ze nieuwe spelers aantrekken. Als dat niet impulsief is… En overal primeert de financiële boven de sportieve rentabiliteit. De clubs zullen sneller een speler aantrekken van wie men vermoedt dat hij de club later nog een aardige duit zal opbrengen.”

Schandalig rijk?

Zou je andere aanbiedingen krijgen, mocht je vandaag aan de top staan?

“Misschien, maar ik zou vriendelijk bedanken! Ik wil niet zeggen dat vroeger alles beter was, maar het huidige voetbal trekt me niet meer op dezelfde manier aan zoals vroeger. Naarmate de jaren verstrijken, heb ik steeds meer het gevoel dat het menselijk aspect wordt vergeten.”

Heb je je nooit geschaamd ten opzichte van de gewone werkmens? Nooit het gevoel gehad dat je schandalig rijk aan het worden was?

“Nee, in geen geval! Ik heb nooit grof geld verdiend. Ik heb een rustig geweten omdat ik veel heb moeten opofferen om er te raken: ik heb een kruis gemaakt over mijn studie, veel opofferingen gedaan, vijf operaties ondergaan. Voetballer zijn is een leuk beroep maar je mag niet enkel oog hebben voor de leuke aspecten. Sommige voetballers verlaten hun familie en hun continent en torsen een enorme druk mee die hen nooit met rust laat.”

Zorgt het loonverschil niet voor spanningen in de kleedkamer?

“Dat is nogal dubbel. Er doen heel wat geruchten de ronde, maar over het algemeen weet je eigenlijk niet hoeveel je ploegmaats verdienen. Maar het spreekt voor zich dat dat spanningen kan veroorzaken.”

Heb je veel gokkers leren kennen?

“Er waren inderdaad ploegmaats die er een levensstijl op nahielden die ze niet voor eeuwig konden behouden. Ze wilden steeds meer: de laatste nieuwe koptelefoon, computer, sportwagen,… Dat waren hun statussymbolen en ze wilden niet onderdoen voor elkaar.”

Heb je jouw titels bij Genk en Anderlecht op dezelfde manier beleefd ?

“Het was anders. Bij Genk was het een complete verrassing. Bij Anderlecht was het normaal, een verplichting zelfs. Ook het feestgedruis achteraf was erg verschillend. Bij onze terugkeer werden we in Genk opgewacht door een enthousiaste menigte aan het stadion. Bij Anderlecht was er meer een gevoel van opluchting, een spanning die wegviel. Alsof de mensen dachten: het is gelukt, weer een titel erbij.”

Ga je anders door het leven als er meer druk is? Lijden de spelers daaronder?

“Dat verschilt van dag tot dag. Op sommige momenten voel je je verstikt. Je voelt de spanning overal: in de pers, in de kleedkamer, bij het bestuur. Je ziet overal gespannen gezichten en je beseft dat wanneer je de volgende match verliest, de crisis compleet is. Maar er zijn ook mooie kanten uiteraard. Je speelt vrijwel om de drie dagen, waaronder mooie Europese confrontaties.”

Jouw avontuur bij Anderlecht verliep eerder moeizaam aangezien Ariël Jacobs het niet voor je had. Kende je hetzelfde probleem met andere trainers?

“Nee. Bij andere coaches heb ik soms ook moeite gehad om mijn wil op te leggen, misschien door mijn afwijkend profiel of door blessures die hen wantrouwig maakten. Maar het is altijd in orde gekomen, zowel met Hugo Broos als met Sef Vergoossen of nog anderen. Maar niet met Jacobs. Ik ben er nooit in geslaagd om contact met hem te leggen of om hem te begrijpen. Ik heb ook nooit geweten wat hij van me vond.”

Had je dat gevoel van meet af aan?

“Mijn eerste jaar bij Anderlecht was heel goed. Ik heb mooie dingen laten zien in de Europa League, zoals tegen Bordeaux. En met een goede invalbeurt heb ik de finale van de beker van België doen kantelen. Maar daarna kwam BATE Borisov. Al het goede was snel vergeten en Jacobs kreeg zijn twijfels over mij, hoewel ik niet minder was dan de anderen in die matchen. Maar ik heb die mindere prestatie duur, heel duur betaald. Ik werd invaller en speelde meer niet dan wel.”

Geloofde je dat je relatie met Jacobs zou verbeteren ?

“Ja, ik was ervan overtuigd dat ik zou doorbreken bij Anderlecht. Tot op het moment dat ik werd uitgeleend aan NEC: de onduidelijkheid en de non-communicatie werden me op de duur te veel.”

Sleutelmoment

Vier ernstige blessures in veertien jaar, een mooi gemiddelde…

“Ja… de schouder bij Gent, daarna drie serieuze tegenvallers bij Genk: een blessure aan het schaambeen, een fractuur aan het kuitbeen met gevolgen aan de enkel door de tackle van Stephen Laybutt en gescheurde kruisbanden. Ik heb elke keer hard gewerkt om terug te komen.”

De tackle van Laybutt is iedereen bijgebleven.

“Ongelooflijk dat hij slechts geel kreeg voor die overtreding. Die tackle heeft mij acht maanden revalidatie gekost, heel wat premies en een plaats bij de Rode Duivels nadat ik was opgeroepen door Aimé Anthuenis. Dat was een sleutelmoment in mijn carrière.”

Zijn er bepaalde gevaarlijke spelers die je liever in je team hebt dan tegen hen te spelen?

“Ja.”

Een Poolse verdediger?

( lacht)

Hoe heb je de confrontatie Witsel – Wasilewski beleefd?

“Die avond speelde ik een van mijn beste matchen voor Anderlecht, maar dat bleef ietwat onopgemerkt…”

Was dat niet het logische gevolg van de verbeten strijd tussen Standard en Anderlecht?

“Na alles wat in de maanden ervoor gebeurd was, moest Wasilewski eigenlijk op de vingers getikt worden door de coach en het bestuur. Die match werd gespeeld op een kruitvat, je voelde de spanning. Na enkele minuten kreeg ik een elleboogstoot van Cédric Collet toen ik op weg was naar het doel. Eigenlijk had hij toen al rood moeten krijgen om iedereen te kalmeren.”

DOOR PIERRE DANVOYE

“Ik was ervan overtuigd dat ik ging doorbreken bij Anderlecht.”

“Het financieel geïnspireerde voetbal is onhoudbaar.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier