Bart Raes, chef sport bij Woestijnvis, is tevreden met hoe zijn equipe het Belgische topvoetbal de voorbije drie jaar in beeld bracht. Voortaan moet het met minder geld, minder camera’s en minder personeel.

Op het eerste gezicht verandert er niets. Belgacom kocht de uitzendrechten van het Belgische eersteklassevoetbal, VRT en RTBf blijven de partnerzenders en Woestijnvis staat nog steeds in voor de productie. Maar vanzelfsprekend ging het allemaal niet. Het begon met de competitiehervorming. Eindeloos lang duurde het voor de clubs het hierover eens raakten, wat leidde tot uitstel omdat het consequenties had voor de bieding. Vervolgens twijfelden ze lang over het bod van Belgacom, het enige nochtans dat was binnengekomen. Waarna Belgacom nog een offerteaanvraag uitschreef voor de productierechten en er weer een maand overheen ging vooraleer met de aanduiding van Woestijnvis het laatste stukje van de puzzel werd gelegd.

Opvallend was dat Belgacom niet automatisch weer in zee ging met Woestijnvis. Dat leek de geruchten te bevestigen dat het telecombedrijf van hen af wilde wegens te duur.

“Dat zal wel hebben geleefd bij Belgacom”, wil Bart Raes, chef sport bij het productiehuis, dit niet ontkennen. “Ons budget is in ieder geval minder groot dan drie jaar geleden. Die procedure echter was normaal. Belgacom is voor de helft een overheidsbedrijf en is dus verplicht om competities uit te schrijven. Begin juni zijn wij in die procedure gestapt, samen met een aantal andere productiehuizen. Ik ben heel blij dat we daar als beste zijn uitgekomen. Dat betekent dat wij prijs-kwaliteit de beste deal waren.”

Het kader waarin het akkoord tot stand kwam, was dit keer helemaal anders dan drie jaar geleden. Raes werkte nog voor VTM toen helemaal uit het niets de mededeling kwam dat Belgacom en de VRT samen voor 36 miljoen euro de rechten hadden verworven. Belgacom, herinnert Raes zich, was naar de liga gestapt met een groots opgezet productieverhaal. “Het had op voorhand met de VRT het aantal camera’s afgesproken waarmee ze de wedstrijden aantrekkelijker in beeld zouden brengen. Bij VTM deden we de meeste matchen nog met één camera. Plots sloeg de slinger door naar de andere kant. Dat ambitieuze plan maakte integraal deel uit van hun bod.”

Omdat Belgacom de knowhow niet had en de VRT die op dat moment niet kon leveren, klopte de openbare omroep voor de productie aan bij Woestijnvis. Niet verwonderlijk gezien hun relatie én het feit dat Wouter Vandenhaute achter de schermen al een sleutelrol had gespeeld in de contacten tussen Belgacom, VRT en profliga. Woestijnvis werkte de volgende drie jaar in onderaanneming voor de openbare omroep.

Dat is anders nu. Belgacom maakte dit keer rechtstreeks met Woestijnvis een contract. Door verschillende gegadigden tegen elkaar uit te spelen, drukte het de prijs aanzienlijk. Eveneens uit kostenbesparende overwegingen verkoos het zich te houden aan de minimumvereisten uit het productie-handboek dat de profliga dit keer zelf opstelde. Raes: “Belgacom heeft er nu voor gekozen om het minder ambitieus aan te pakken. Het investeerde zwaarder in het rechtenbedrag en bespaart daarom op het productiecontract. Dat is een strategische keuze, waar wij ons niet mee te bemoeien hebben.”

Minder reportages, meer live

De keuze van Belgacom heeft consequenties, waarvan de voornaamste is dat er vanaf dit seizoen minder camera’s zullen worden ingezet. “Bij VTM deden we de meeste wedstrijden met één camera en de grote matchen met vier of vijf”, zegt Raes, die eind juni 2005 de overstap naar Woestijnvis maakte en eerder op de sportredacties van de VRT, Filmnet, Supersport en Canal + werkte. “De voorbije drie jaar zetten we minimaal zes camera’s in, tot maximaal achttien voor de toppers. Nu zakt het minimum naar vijf camera’s, wat al bij al niet spectaculair veel minder is. De vrijdagmatch en de twee wedstrijden op zondag zullen we met twaalf camera’s doen. Daar komen we van dertien.”

Bekend is het voorbeeld van een competitieduel vorig seizoen dat slechts door drie abonnees op Belgacom 11, de digitale voetbalzender van Belgacom TV, werd bekeken. Dan betekent zes camera’s een te zware logistiek en dito kost. “Ik snap die redenering wel”, zegt Raes, die het vanuit journalistiek oogpunt aanvankelijk moeilijker had met de beslissing van Belgacom om minder reportages te maken. “We hebben de opdracht gekregen om veel meer live te gaan doen.”

Maar ook dat biedt weer nieuwe uitdagingen, gelooft hij. “Er is genoeg te rapen in de stadions, wat we voordien niet of minder deden. Zoals quotes van spelers twee uur voor de wedstrijd wanneer ze het veld komen inspecteren. Die korte interviewtjes, bijvoorbeeld met een speler die op bezoek is bij zijn ex-club, zenden we dan uit in de voorbeschouwing. Of we plukken een bekende figuur à la Wilfried Van Moer uit de tribune voor wat commentaar. Het blijft dus journalistiek, maar het verschuift naar wat er live gebeurt. Ik zie dat ook wel zitten.”

Het nieuwe contract bleef niettemin niet zonder gevolgen voor de personeelsbezetting bij Woestijnvis. “In april hadden we een aantal mensen in vooropzeg gezet omdat we niet wisten wat er met de rechten ging gebeuren. Daarvan hebben we er maar enkelen kunnen recupereren. Wij staken heel veel energie en mensen in die rustreportages. Doordat die wegvallen, is er nu minder werk tijdens de week.”

Radio met beeld

Nog een kostenbesparende ingreep is dat de voorbeschouwingen voortaan korter zullen zijn: een kwartier nog maar, en geen twintig minuten of (zoals voor de klassiekers) een halfuur. Ook het voortzetten van de reclameblokken, iets waar de laatste drie maanden van vorig seizoen al mee was begonnen, maakt dat er minder ruimte overblijft voor reportagewerk. Raes: “Positief is dan weer dat onze analyses in de rust iets langer zullen zijn. We maken die uitzendingen voor de echte liefhebbers, dus wij kunnen ons dat permitteren. In het verleden moesten we ons soms haasten.”

Het paradepaardje van Woestijnvis blijft ook nu de zogenaamde ‘multi live’, iets wat het afkeek van Frankrijk en vorig jaar hier lanceerde. “Behalve dat je op zaterdagavond elke wedstrijd apart kan bekijken, kan je ze ook allemaal tegelijk volgen op één kanaal”, legt Raes uit. “Stel dat je dat zelf zou regisseren van bij je thuis, garandeer ik je dat je tachtig procent van de hoogtepunten mist. Dus wij houden dat in het oog. Als er wordt gescoord op een ander veld, gaan we daar direct naartoe of we zetten het even opzij. Tegen het eind van het programma om tien over tien heb je álles gezien. Eigenlijk is het radio, maar met beeld erbij. Wim De Coninck levert het co-commentaar. Wim is de rapste: hij zit in een commentaarhok met zeven schermen, maar heeft altijd alles direct gezien.”

Dat Belgacom alles wat strakker regisseert, blijkt verder ook uit het feit dat voortaan nog slechts één wedstrijd per weekend door alle abonnees van Belgacom TV (dus ook die zonder abonnement op Belgacom 11) kan worden bekeken. De voorbije drie jaar waren dat er twee. En voor de samenvattingen op VRT en RTBf is het vanaf volgende zaterdag wachten tot ten vroegste een uur na afloop van de wedstrijden. Daarmee wordt de exclusiviteit van de rechtenhouder iets beter beschermd dan in het vorige contract het geval was.

Weg met herhalingsdiarree

Of Woestijnvis innoverend is geweest de voorbije drie jaar in de manier waarop het voetbal in beeld is gebracht, zegt Raes niet te weten. “Wat ik wel weet, is dat we op een zeer hoog niveau zitten in Europa. Dé grote revolutie voor mij waren de middelen. Nooit eerder werden er zoveel camera’s ingezet. Maar het belangrijkste blijft: het juiste gebruik van die camera’s.

“Ik was niet tevreden over de manier waarop tv-commentatoren en techniek met elkaar samenwerkten, of net níét. Wij zijn vertrokken vanuit een inhoudelijke visie. De inhoud stuurt de techniek volledig. Samengevat betekent dat: de livebeelden primeren. Ik heb een hekel aan herhalingen op verkeerde momenten of herhalingen die niet in de juiste volgorde komen. Wij zaten met mensen uit het Canal +-tijdperk die wel eens last hadden van herhalingsdiarree. Dat moest eruit. Daarom zijn we de regisseurs heel hard gaan aansturen. Zij moeten immers de inhoud vertalen naar het beeld. En we zijn zelf technici gaan opleiden. Bij ons is er één lijn en iedereen moet in dezelfde richting mee marcheren.

“Toen we drie jaar geleden begonnen, heb ik gezegd: het voetbal gaat er veel beter uitzien. Daar is van gemaakt dat ik zei dat we beter voetbal zouden krijgen. Dat is niet zo, maar het zíét er wel aantrekkelijker uit. Een tackle die op één camera niks lijkt, wordt direct een gespreksonderwerp bij Frank Raes op zondagavond als je hem vanuit twee of drie hoeken kan laten zien. Alles komt veel dichterbij. Ik zeg niet dat we het aantrekkelijker voorstellen dan het is, maar als er dan eens een geweldig hakje is of een actie als die van Dahmane, dan wil ik dat niet één keer zien, maar uit álle mogelijke hoeken. Vanaf dit seizoen zit hij trouwens in onze generiek. Onze regisseurs krijgen ook de opdracht om de beleving maximaal in beeld te brengen, waardoor je als kijker goesting krijgt om er ook bij te zijn. Maar we blijven eerlijk met ons publiek: als een wedstrijd slecht is, zeg ik het ook.

“Iedereen zegt: het voetbal wordt slechter en slechter. Maar stadions zitten steeds voller. Ik denk dat onze rol daarin niet te onderschatten is. Ik heb hier al vaak discussies over gehad met collega’s, die vinden dat wij te bescheiden zijn. Wij zijn niet van de daken gaan schreeuwen hoe goed we wel waren. Wij hebben dit werk in alle stilte gedaan en ik was heel tevreden over ons niveau van het laatste jaar. Alleen stel ik me soms de vraag: wie zíét het verschil?”

Naar Mekka

Volgens Raes heeft de profliga met bijna 45 miljoen euro uit de markt gehaald wat eruit te halen was. “Ik herinner me een uitspraak van Eric Goens(hoofdredacteur VTM-nieuws, nvdr) drie jaar geleden: ’36 miljoen? Als de rechten over drie jaar voor nog meer geld worden verkocht, ga ik op mijn hoofd naar Mekka.’ Mij hoor je zo’n uitspraak niet doen. Wat ik wel zie, is dat het rechtenbedrag in het buitenland stagneert. En toch zijn wij van 36 naar bijna 45 miljoen gegaan. Ik vind dat een mooie verhoging. Het heeft een tijdje geduurd voor ze dat bij de liga inzagen, maar inmiddels zijn ze daar heel tevreden.

“Ik weet niet of er nog veel rek in zit. Dat heeft niks met de kwaliteit van ons voetbal te maken, maar louter met strategische keuzes. Ik weet niet hoe het zal zijn over drie jaar als volgens mij de posities op de digitale televisiemarkt ingenomen zullen zijn. De meeste mensen zullen dan digitale tv in huis hebben en dan wil ik nog wel zien wie er zoveel geld zal overhebben voor het voetbal.

“In Nederland hopen ze 70 miljoen op te halen. Omgerekend naar geïnvesteerd bedrag per hoofd zitten wij nu ongeveer op gelijke hoogte. Het is dus echt een goeie deal. Ik vind dat de Belgische clubs Belgacom heel dankbaar moeten zijn. Belgacom is de grootste sponsor uit de geschiedenis van het Belgische voetbal.” S

door jan hauspie

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content