Sinds 2013 speelt de 11-jarige Thomas Gogne bij de Young Boys, een G-voetbalploeg van KSV Roeselare. Zijn vader Koen is er trainer. Reportage over het G-voetbal, een thema dat in België nog te veel in de taboesfeer zit.

Torhout, een koude zondag in november. Thomas Gogne is om 6.30 uur wakker, een halfuur vroeger dan gewoonlijk. De zoon van mama Caroline en papa Koen is altijd vroeger op als hij moet voetballen. Het is een teken dat hij zenuwachtig is. Voor hij aan de ontbijttafel komt, kijkt hij eerst nog naar een tekenfilm op tv, om zijn gedachten te verzetten.

Al van jongs af bleek dat Thomas geen kind was zoals de meeste anderen. Zijn motoriek was anders en in de kleuterschool had hij moeite om aan te pikken. Het was een moeilijke periode voor Caroline en Koen. En dat is het nog altijd. Caroline: ‘Het is soms schrijnend hoe er hier in België met mensen met een beperking wordt omgegaan. Een aanspreekpunt waar je terechtkan met je vragen, is er niet. Wij hebben als ouders zelf onze weg moeten zoeken en zijn vooral veel te weten gekomen door uitwisseling van informatie met ouders die in hetzelfde schuitje zitten. Wij volgen nu bijvoorbeeld één keer per week een workshop voor ‘ouders met een zorgenkind’. Die workshop gaat uit van… een moeder die in dezelfde situatie zit en aan de KU Leuven werkt.’

Koen: ‘In die workshop hebben we een A4’tje gekregen met websites en adressen waar je terechtkan voor vragen over de gezond- heid van je kind, over eventuele tegemoetkomingen waar je recht op hebt, enzovoort. Wel, negentig procent van de informatie op dat blad hadden wij nog nooit eerder gezien.’

GOED GEVOEL

Door veel van de mensen die ze op hun weg tegenkwamen, voelden Caroline en Koen zich niet begrepen. Want het is zoals zo vaak in het leven: als je het zelf niet meemaakt, weet je niet wat het is. De ouders die ze nu kennen via het G-voetbal, zijn wél mensen met wie ze hun ervaringen kunnen delen. Caroline: ‘Daarom hadden we er direct ook een goed gevoel bij.’

Ook Thomas vond in het G-voetbal meteen zijn draai. Caroline: ‘Het was dan ook de eerste positieve ervaring in zijn leven. Daarvoor had hij alleen maar negatieve ervaringen gekend: de kleuterschool, zijn nieuwe school (een school voor kinderen met een handicap, nvdr),… Eindelijk had hij iets gevonden waarbij hij zich onmiddellijk goed voelde.’ Koen: ‘Hij wordt er door iedereen aanvaard. Er is veel onderling respect. Pas op, ze kunnen elkaar ook weleens plagen of de duivel aandoen, maar echt persoonlijk wordt dat nooit. Als we de verhalen horen waarmee onze dochter Astrid (9 jaar, nvdr) van school thuiskomt… Dat is soms echt om te kwetsen. En dat is iets wat de jongens en meisjes van het G-voetbal nooit zouden doen.’

Zelf veel praten over het voetbal doet Thomas niet, maar zijn ouders merken wel aan hem dat hij helemaal verslingerd geraakt is aan het spelletje. Koen: ‘Het meest blij was Thomas toen hij zijn eerste doelpunt had gemaakt, in een toernooi op Club Brugge. In de auto op de terugweg – nochtans maar een kwartiertje rijden – wilde hij per se al naar zijn mama bellen om het te vertellen.’ Caroline: ‘Thomas heeft er heel veel moeite mee om iets in chronologische volgorde te vertellen, maar toen hij dat doelpunt beschreef, was dat geen enkel probleem.’ Waarom lukt dat dan wel en anders niet? Caroline: ‘Ten dele ook omdat het een succeservaring is. Dat is zo belangrijk voor Thomas en voor al die andere spelertjes. Het is een van de zeldzame keren dat ze ervaren dat ze goed zijn in iets.’

IEDEREEN DOET MEE

Voetballen doet Thomas bij de Young Boys, een van de G-jeugdvoetbalploegen van KSV Roeselare. Koen is er trainer, maar dat is hij nog niet zo lang. Nadat de vorige coach er anderhalf seizoen geleden mee stopte, kreeg hij een telefoontje van de voorzitter van de G-voetbalafdeling van KSV Roeselare: ‘Of ik niet wou overnemen? Had ik het niet gedaan, dan waren die jeugdploegen misschien een stille dood gestorven, omdat er niet meteen andere kandidaten waren. Dat was voor mij geen optie. Al die kinderen doen dat zo graag. Thomas ook. Het is een van de weinige sporten die hij kan en het is de enige die hij beoefent. Ook omdat het aanbod van G-sport hier in de streek niet zo groot is. Thomas zou bijvoorbeeld ook graag leren tennissen, maar er wordt hier in de buurt nergens aan G-tennis gedaan.’

Elke vrijdag komen de Young Boys samen om te trainen op de terreinen van KSV Roeselare. Koen: ‘We beginnen altijd met hetzelfde: een rondje lopen rond het veld. Waarom doe ik dat? Omdat ze qua mobiliteit allemaal verschillend zijn. De eerste keer dat ze dat deden, was bij wijze van spreken de eerste al aangekomen op het moment dat de laatste nog moest vertrekken. Dus de regel is nu: jullie vertrekken allemaal samen en komen allemaal samen toe. Dat sterkt het groepsgevoel en zo weten ze ook dat ze rekening moeten houden met elkaar. Als ze nu aankomen op training, vraag ik altijd: en wat gaan we eerst doen? ‘Rondje lopen, trainer.’ En wat is daarbij belangrijk? ‘Samenblijven.’ Voor een kind met autisme is dat bijvoorbeeld niet evident, omdat het zich moeilijk kan verplaatsen in de leefwereld van een ander.

‘Na het lopen doen we dan een half uur conditieoefeningen. Dat kan van alles zijn: stretchen, sprintjes trekken, door hoepels stappen,… Kortom, oefeningen zoals in het reguliere voetbal. Soms geef ik er wel een draai aan als ik merk dat er iemand niet meekan. Daarna laat ik hen aan hun balvaardigheid werken: balcontrole, trappen op doel, passen naar elkaar,… En dan eindigen we met een wedstrijdje, wat ze uiteraard het liefst doen.’

De regels in het G-voetbal zijn ietwat anders dan in het reguliere voetbal. Het speelveld is wat kleiner, er staan maar zeven spelers per ploeg op het veld, ingooien wordt vervangen door intrappen, buitenspel bestaat niet en er mag zoveel als nodig gewisseld worden en gewisselde spelers kunnen later ook nog terug op het veld komen. Koen: ‘Ik vind het belangrijk dat iedereen evenveel aan de bak komt. Daarom stel ik soms mijn horloge zo in dat er om de vijf minuten een alarm afgaat. Dan weet ik: het is tijd om te wisselen.’

MESSI NAAR CLUB BRUGGE

Er is die dag een toernooi in Stasegem, ten zuiden van Harelbeke. Ook Zulte Waregem, KFC Poperinge en KOG Stasegem zullen van de partij zijn. ‘Voor een echte competitie hebben we te weinig ploegen’, zegt Koen. ‘Vandaar dat we een aantal toernooitjes op een jaar organiseren.’

Aan de ontbijttafel eet Thomas twee sandwiches met een laagje smeerkaas en een laagje confituur, zijn favoriete beleg. Hij is in een opperbeste stemming, want Club Brugge heeft de avond ervoor Zulte Waregem geklopt met 3-0. Thomas raakte in de ban van blauw-zwart toen zijn vader hem een aantal jaar geleden voor de eerste keer meenam naar Jan Breydel. Sindsdien is hij een hevige supporter en staat zijn slaapkamer vol met Clubattributen. De pronkstukken in zijn collectie zijn een gesigneerde bal van Víctor Vázquez en een gehandtekend shirt van Mathew Ryan. Koen: ‘Nog geen maand nadat Thomas dat shirt had, werd bekendgemaakt dat Ryan naar Valencia zou vertrekken. Dat begreep hij niet: Ryan hoorde voor hem bij Club Brugge. Niet dat hij het verraad vond, maar het plaatje klopte plots niet meer en dat hield hem bezig. Soms vraagt hij nu nog: waarom is Ryan eigenlijk naar een andere club gegaan? In zijn leefwereld hoor je bij een ploeg en dan is dat voor altijd. Behalve op de Nintendo. Als hij FIFA 15 speelt, dan transfereert hij zelfs Lionel Messi naar Club Brugge’, lacht Koen.

‘Als er een match van Club Brugge of de Rode Duivels op tv is op een schappelijk uur, dan mag hij kijken’, gaat Koen verder. ‘De andere spelertjes van de Young Boys spiegelen zich ook aan de grote vedetten. Diegene die in doel staat, is Thibaut Courtois, een verdediger is Vincent Kompany, een middenvelder is Vázquez en een spits is Messi. In aanloop naar het WK werden er op het G-voetbal ook druk Paninistickers uitgewisseld. Ze zijn er allemaal heel erg mee bezig.’

Ondertussen is het tijd om alles klaar te maken voor het vertrek. In de keuken overloopt Koen met Thomas wat er allemaal in zijn voetbalzak moet: kousen, schoenen, scheenlappen,… Onderweg naar Stasegem valt de regen met bakken uit de lucht, even later verandert de neerslag zelfs in smeltende sneeuw. ‘Het wordt vandaag niet warmer dan 4 graden’, zegt Roos Van Acker op Studio Brussel. Thomas laat het niet aan zijn hart komen en vraagt aan zijn papa om nog eens Ta Fête van Stromae – het officiële Rode Duivelslied voor het WK in Brazilië – op te zetten. Stilletjes zingt hij mee.

GEEN STRAFTRAININGEN MEER

De terreinen van KOG Stasegem liggen er heel drassig bij en de hemelsluizen blijven maar openstaan. ‘Heb je je zwembroek meegenomen?’, grapt Koen, terwijl hij de deur van de kleedkamer opent om een spelertje van de Young Boys binnen te laten. ‘Ik keek vanmorgen direct op mijn gsm om te zien of er geen sms’je van Koen was’, zegt een vader die diep in zijn binnenste had gehoopt dat het toernooi afgelast zou worden. Maar weer of geen weer, de Young Boys hebben er duidelijk zin in. Er staan vandaag vier wedstrijden van twintig minuten voor hen op het programma.

Een moeder van een van de Young Boys verschuilt zich aan de zijlijn onder een paraplu. Ze trekt aan een sigaret en zegt: ‘Mijn zoontje Kjarno heeft het eerst geprobeerd in het reguliere voetbal, maar daar kon hij zijn draai niet vinden. Hij had een coach die een straftraining inlaste elke keer als de ploeg verloren had. Dat begreep hij totaal niet. Bij de Young Boys is de benadering altijd positief. Dat gaf voor hem de doorslag.’

Het valt inderdaad op dat er geen onvertogen woord valt op en naast het veld. De ouders langs de zijlijn volgen geboeid en moedigen hun zoon of dochter aan. Ook de scheidsrechter voelt zich duidelijk in zijn nopjes en maakt zelfs grapjes met de toeschouwers. En op het veld zie je alleen maar veel intens spelplezier. Er wordt gewonnen en verloren, maar uiteindelijk draait het niet om de score. Hier primeert de liefde voor het spelletje. Hier overheerst het gevoel er echt bij te horen, ondanks alle hindernissen die het leven moeilijker maakt. Hier komt een bekende slogan pas echt tot zijn recht zonder hol te klinken: voetbal, een feest!

DOOR STEVE VAN HERPE – FOTO’S BELGAIMAGE – JAMES ARTHUR GEKIERE

‘Het is soms schrijnend hoe er hier in België met mensen met een beperking wordt omgegaan.’ MAMA CAROLINE

‘Was ik er geen trainer geworden, dan was Thomas’ ploeg misschien een stille dood gestorven.’ PAPA KOEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content