Nog één keer blikt Dirk Demol terug op de voor Astana succesvolle maar bewogen Tour. En strijdvaardig kijkt hij ook uit naar hetzelfde hoofddoel bij Radio Shack. ‘We durven de handschoen op te nemen.’

Niet meteen de vlotste babbelaar”, zo omschreef een ervaren journalist zijn geïnterviewde na diens winst in Parijs-Roubaix. Daar is wel even verandering in gekomen. Zonder aarzeling in de stem en scherp analyserend pareert de nu succesvolle ploegleider Dirk Demol (49) elke vraag, zo ook wanneer hij Sport/Voetbal Magazine te woord staat in zijn prachtige tuin in het West-Vlaamse Ardooie. Ziedaar, een goede reden om niet te veel inkt of mooie woorden te verspillen aan een inleiding, maar het woord zonder dralen aan de rechterhand van Johan Bruyneel te geven.

Proficiat, Dirk, met alweer een Touroverwinning voor jullie ploeg, maar…

Dirk Demol: ( pikt onmiddellijk in) “We willen er niet mee opscheppen, maar gezien de samenstelling van onze ploeg vertrokken we met de opdracht ‘verliezen is geen optie.’ Ik had Contador bezig gezien tijdens de verkenning van de Alpenritten en ik was er eigenlijk al van overtuigd dat hij zonder tegenslag de Tour zou winnen. Dan hadden we Armstrong, van wie ik wist: hij start alleen in de Tour als hij goed is. Met ook nog Leipheimer en Klöden móesten we gewoon winnen. We zouden dan wel zien wie de sterkste was, en dat was Contador, overduidelijk.”

… maar het werd desondanks een bijzonder woelige Tour voor Astana.

“Er waren soms serieuze spanningen, dat moeten we niet onder stoelen of banken steken.”

Zoals na de derde rit naar La Grande Motte, waar Contador de goeie waaier miste en Zubeldia en Popovych desondanks mee op kop reden. We kunnen ons inbeelden dat de man die jullie vooraf als kopman nummer één hadden aangeduid daar niet zo opgezet mee was.

“Dat klopt, maar tot we de volledige samenstelling van de kopgroep kenden, gaven we de opdracht om zéker niet op kop te rijden. Toen bleek dat Armstrong de enige klassementsrijder vooraan was, vonden we het logisch om wel ons deel te doen. Alberto heeft daar nadien zijn mening over gegeven. Hij was niet tevreden, maar hij heeft het ook niet gedramatiseerd. Iedereen zat snel weer op dezelfde golflengte.

“Nu, wat het kopmanschap betreft, Contador vertrok als nummer één, maar je kan nooit zeggen dat Armstrong op dezelfde lijn staat als de andere renners. Daarvoor heb je te veel respect voor een zevenvoudige Tourwinnaar. Hij was wisselkopman, hij moest klaarstaan om het zo goed mogelijk over te nemen als er wat zou gebeuren.”

Een volgend conflict kwam er in Arcalis, waar Contador ‘de rangorde herstelde’ door tegen de ploegtactiek in aan te vallen.

“Ik begrijp Contador wel. Doordat er maar drie aankomsten bergop waren en ook nog eens verspreid in de tijd, kreeg hij niet veel mogelijkheden om uit te pakken. Wat Armstrong en ons tegen de borst stootte, was dat Contador een volledig onaangekondigde aanval plaatste. Wij houden altijd een algemene briefing, waarbij we ook de mening van de renners vragen. Contador had voor Arcalis helemaal niets gezegd, dus gingen wij ervan uit dat hij instemde met de vooropgestelde strategie en zelf niet zou aanvallen.”

Waarom mocht hij dat niet, hij reed toch alléén weg?

“Bij een demarrage van Sastre of wie ook, mocht hij uiteraard wel meespringen, maar zelf aanvallen was geen goed idee. Hij had al veel voorsprong op zijn andere tegenstanders. We wilden bovendien zo fris mogelijk aan de laatste week beginnen en wachten tot Verbier om toe te slaan. We hebben het nadien uitgepraat, maar we hadden liever gezien dat er betere afspraken gemaakt waren.”

Op weg naar Le Grand Bornand gebeurde ongeveer hetzelfde. Opnieuw trok Contador tegen de orders in ten aanval.

“Contador beweert dat hij Klöden had meegedeeld dat hij zou aanvallen. Dat kan best kloppen, maar door de joelende mensenmassa had Andreas niet verstaan wat Alberto hem zei. Feit is dat Klöden zonder die versnelling waarschijnlijk niet was gelost. Hij was dan ook bijzonder ontgoocheld dat hij door een eigen ploegmaat van het podium werd gebokst. Contador zag ’s avonds in dat hij zwaar in de fout was gegaan en hij heeft zich oprecht verontschuldigd voor de flater die hij begaan had. ’s Anderdaags heeft hij briljant geantwoord door de tijdrit te winnen en op de voorlaatste dag speelde hij het ploegspel wel en zorgde hij er mee voor dat Lance derde werd.”

Contador vertrouwde de media toe dat het een erg moeilijke Tour was voor hem, “in het bijzonder ’s avonds in het hotel”. Begrijp je het dat hij zich binnen de ploeg onvoldoende gesteund voelde?

“Uit bepaalde hoeken werd gesuggereerd dat hij maar één ploegmaat had, Paulinho. Dat is – excuseer mij het woordgebruik – dikke bullshit. Met één ploegmaat kan je nooit de Ronde van Frankrijk winnen. Zoiets beweren, is afbreuk doen aan de verdiensten van alle anderen, die fantastisch gewerkt hebben. En dat deden ze niet voor Armstrong maar voor de ploeg, ook voor Contador.”

Dat houdt steek, maar Contador voelde het zelf blijkbaar niet zo aan.

“Contador is een heel ambitieuze renner. Vanaf het moment dat Lance zijn comeback aankondigde, werd hij constant geconfronteerd met het fenomeen-Armstrong, een man die boven iedereen uitstijgt. Lance trok werkelijk alle aandacht naar zich toe en ik denk dat Alberto het in de eerste plaats daar moeilijk mee had, maar in zijn binnenste zal hij wel beseffen dat hij de Tour ook wint dankzij de ploeg.”

Op het eindpodium in Parijs viel nochtans op hoe hij de ploeg net níet bedankte voor zijn zege.

“Dat is zo. Ook niet in de bus of in de briefing voor de laatste dag, toen er niet veel meer verteld moest worden en Johan Bruyneel iedereen wél nog een keer feliciteerde en bedankte voor de prachtige prestaties. Contador had zijn ploegmaats ook mogen bedanken, vind ik, zoals hij dat twee jaar geleden wel deed, net als Armstrong bij al zijn Touroverwinningen. Daar speelde wellicht de ontgoocheling dat hij van de media niet het respect kreeg dat een geletruidrager verdient. Ook binnen de eigen ploeg speelde de enorme uitstraling van Armstrong een rol, zijn ploegmaats hebben heel veel bewondering voor hem. Dat ook Paulinho, Contadors vaste maat, al tekende bij Radio Shack geeft aan dat hij niet het lieve bazeke is dat iedereen denkt. Dat moet hard aankomen voor Alberto, en dat ligt dan niet aan de ploeg maar aan hemzelf.”

In welke zin?

“Hij communiceerde moeilijk, mogelijk te wijten aan de frustratie dat hij een stuk onder Lance stond – vanuit de ploeg zeker niet gewild. Hij heeft daar waarschijnlijk meer onder geleden dan hij liet uitschijnen. Anderzijds heeft dat hem zodanig veel motivatie gegeven om te tonen dat hij de beste is. Dat heeft hij schitterend gedaan, want – laat daar geen twijfel over bestaan – voor mij is Contador al drie jaar de beste renner ter wereld.”

Winst maar geen euforie

Het gebrek aan vertrouwen, zoals Contador dat in de Tour aanvoelde, begon al voor de start, met de niet-selectie van Benjamin Noval, Contadors trouwe luitenant.

“Op fysiek vlak was Noval klaar, maar we wisten dat hij geen meter voor iemand anders zou rijden. Toen ik na mijn jaartje bij Quick-Step terug bij de ploeg- Bruyneel kwam, herkende ik Noval niet meer. Op het eerste trainingskamp liep hij al rond met een houding van ‘mij kan hier niets gebeuren, ik ben de persoonlijke helper van Contador, ik doe wat ik wil en ik rijd waar ik wil.’ In de Tourselectie heeft dat finaal de doorslag gegeven, we vreesden dat hij zou beginnen te stoken omdat we dat al verscheidene keren gemerkt hadden dit seizoen. Zo had hij in de Ronde van Castilië en Leon, Armstrong niet eens begroet. Ze hebben een kliekje gemaakt in de ploeg en daar had Alberto even moeten nadenken: ‘Misschien zijn we toch niet zo goed bezig.’

“Maar – dat wil ik nogmaals benadrukken – Contador is een geweldige renner. Ik herinner me nog hoe hij in zijn eerste profjaar bij het toenmalige ONCE opwarmde voor de proloog van Parijs-Nice, een frêle mannetje – hij ziet er nu nog jong uit, maar zes jaar geleden leek hij net een nieuweling. Ik dacht: die ga ik eens in de gaten houden deze week. Het begon met een vierde plaats in die proloog, maar ik raakte vooral onder de indruk van de stunt die hij uithaalde de laatste dag. Anderhalve kilometer voor de klim waar het altijd ontploft, reed hij lek. Ik dacht dat het over was. Wat later stak hij onze volgwagen voorbij, in die typische gezwinde klimmersstijl van hem. Moedig, vond ik. Vervolgens passeerden we bosjes gelosten, de hele klim lang tot er boven nog een twintig man overbleef. En wie zat erbij? Juist, Contador. Na de aankomst bracht ik, zoals dat altijd gebeurt, verslag uit aan Johan: ‘Zoek direct uit hoe het met die Contador zit, want dat is de toekomst.’ Hij bleek vast te zitten bij Manolo Saiz, maar jaren later kwam hij alsnog bij ons terecht.”

Mooi, maar nog even over de niet-selectie van Noval: hoe reageerde Contador toen hij het nieuws vernam?

“Kwaad. ‘Dat kan niet, ik verdien meer respect als winnaar van de laatste drie grote rondes waaraan ik deelnam. Ik vraag maar twee renners mee en dat gaat blijkbaar niet’, zei hij. We moesten een keuze maken, hé. Zes renners waren certitudes en er moest zeker een Kazak mee, hoewel Muravjev in principe maar op de elfde, twaalfde plaats stond in de pikorde. Om het team te vervolledigen, kozen we voor Rast en Paulinho. Horner, toch meer een mannetje van Armstrong, werd ook tot zijn teleurstelling thuisgelaten. Hij reageerde echter sportief, terwijl Noval natrapte. Wat er ook van zij, het verloop van de Tour heeft het gelijk van Bruyneel aangetoond. Alle renners hebben hun selectie waargemaakt, hun opdracht perfect uitgevoerd.”

Laten we toch ook even de acties-/reacties van Armstrong voor en tijdens de Tour onder de loep nemen. Hij liet niet na om geregeld verbale en mentale prikken uit te delen aan Contador, en het slappe handje waarmee hij de Tourwinnaar begroette op het eindpodium leek ook niet echt hartelijk en gemeend.

“Net zoals hij op de manier waarop Contador Parijs-Nice verloor commentaar gaf, was het niet zijn bedoeling om prikken uit te delen, wel om zijn visie te geven. Armstrong geeft toe dat Contador de beste renner is, maar hij durft ook zijn standpunt te verkondigen als Contador steken laat vallen en Bruyneel die moet oprapen. Daar ben ikzelf ook van overtuigd: zonder Bruyneel aan het stuur had Contador geen vier grote rondes gewonnen. Weet je, Lance is iemand die zich altijd aan de afspraken houdt. Hij kon er zich moeilijk mee verzoenen dat de ploeg-orders tot twee keer toe werden genegeerd.”

Mogen we stellen dat het in de Tour ook tot een niet te lijmen breuk kwam tussen Bruyneel en Contador?

“Johan heeft een veel intensere band met Lance. Hij volgde elke wedstrijd in Armstrongs comebackjaar, terwijl hij dit seizoen nauwelijks een koers van Contador volgde. Mogelijk heeft dat ook gestoken bij Contador. Of dat een fout is van Bruyneel? Ik denk het niet, het is gewoon menselijk. Ze zijn beiden groot geworden doordat ze elkaar op het juiste moment gevonden hebben. Maar, om op je vraag te antwoorden, we moeten het niet minimaliseren: het was een koel afscheid in Parijs. We wonnen wel de Tour, maar er heerste niet de euforie die je zou verwachten. Nu, over een definitieve breuk zou ik niet spreken, je weet nooit wat de toekomst brengt, maar je kan op zijn minst stellen dat de twee partijen uit elkaar gegroeid zijn.”

Door en voor Vinokourov

Iets anders dan: wat vind je ervan dat Vinokourov terugkeert bij Astana?

“Iemand die in de fout gegaan is en zijn schorsing heeft uitgezeten, mag voor mij opnieuw koersen. Krijg je je rijbewijs terug nadat het voor een maand is ingetrokken, dan mag je ook opnieuw met de auto rijden. Dat hij terugkeert bij Astana is de logica zelve. Toen hij sprak over een comeback, stond het vast dat daarvoor maar één ploeg in aanmerking kwam: Astana is er gekomen door en voor Vinokourov en ik denk dat ze ook is blijven bestaan voor hem.”

De manier waarop hij zijn comeback aankondigde, maakte jullie allicht iets minder blij?

“Hij organiseerde een persconferentie vlak voor het begin van de Tour en in hetzelfde hotel waar wij logeerden, en dat zonder dat Johan daarvan op de hoogte was. Zo neem je wel een heel slechte start natuurlijk. Het klikt gewoon niet tussen die mensen, laat ik het daarbij houden.”

Met ook nog de laattijdige betalingen, met alle gevolgen van dien, werd het voor jou een zeer bewogen jaar bij Astana. Dat had je allicht niet verwacht toen je overkwam van Quick-Step?

“Twee jaar geleden kon ik al meegaan naar Astana, maar toen had ik er geen goed gevoel bij. Je krijgt een ploeg in de schoot geworpen waarvan je ruim twintig man niet kent. Daardoor heb ik, niet vooraleer ik er nachten van wakker gelegen heb ( lachje), gekozen voor Quick-Step. Ik vond er echter nooit echt mijn draai, ik functioneerde niet zoals ik dat zou willen of kunnen. Ik kreeg er minder verantwoordelijkheid. Bovendien lag het systeem waarbij alle koersen belangrijk zijn me niet zo goed als plannen met een groep en toeleven naar grote afspraken. Maar dat is een ander verhaal. De deur van Johan stond nog steeds open en alles bleek bij Astana behoorlijk vlot te verlopen. Dat slechte voorgevoel was veel minder aanwezig, maar volledig verrast door de gang van zaken was ik nu ook weer niet. Enfin, ik had het anders gehoopt, want ik tekende uiteindelijk een tweejarige verbintenis.”

Jij zit bijgevolg in principe nog vast aan Astana, maar jouw toekomst ligt ook bij Radio Shack?

“Ze zijn iets aan het uitwerken, waardoor we waarschijnlijk weg kunnen, ja. Als we bijna de volledige Tourploeg van dit jaar kunnen samenbrengen met daarbij nog sterke renners als Brajkovic, Vaitkus en Horner, dan hebben we al een mooie kern. Daarnaast komen twee of drie jongens over van de jongerenploeg van Lance, en tien open plaatsen die we later invullen.”

Het is nog vroeg, maar wat zijn de verwachtingen bij het nieuwe team?

“Omdat we toch ook de voorjaarskoersen zo goed mogelijk willen afwerken, zou ik graag enkele versterkingen hebben voor dat werk, liefst Belgen. Namen kan ik nog niet noemen, nee. Devolder? ( lachje) Daar is momenteel geen sprake van, we contacteren geen renners die nog onder contract liggen.

“De Tour wordt hoe dan ook opnieuw het hoofddoel. Tegen de jonge garde met onder meer Contador, Andy Schleck en Nibali zouden de ‘ouderen’ Klöden, Leip-heimer en Armstrong geen schijn van kans meer maken mochten ze alleen in de ploeg zitten. Ze missen daarvoor onder meer het flitsende bergop. ( strijdvaardig) Maar met die drie samen, aangevuld met nog enkele steengoede renners waardoor je een sterk geheel krijgt, kan je wél de handschoen opnemen. We blijven geloven in die combinatie. Mits een perfecte voorbereiding kan Armstrong alvast nog een paar procenten beter dan dit seizoen. We gaan er in elk geval weer volop voor.”

Door roel van den broeck

“Zonder Bruyneel aan het stuur had Contador geen vier

grote rondes gewonnen.”

“Met Leipheimer, Klöden en Armstrong een paar procenten beter, gaan we in 2010 weer volop voor Tourwinst.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content