Van het paradijseiland Trinidad over de grauwe havenstad Portsmouth naar het rustige Zulte Waregem. Khaleem Hyland (21) bikkelt zich een weg naar zijn droom: de absolute top van het Europese voetbal. ‘Soms is voetbal een agressieve sport.’

Wanneer Khaleem Hyland in het voorjaar van 2009 aan Zulte Waregem wordt uitgeleend, laat hij in dat eerste halfjaar meteen van zich spreken. De voetballer uit Trinidad en Tobago, een piepkleine eilandrepubliek in de Caraïbische Zee, speelt bij Zulte Waregem alle resterende wedstrijden van het seizoen, op twee na. Niet slecht voor een nieuwkomer, die daarvoor nog geen enkele wedstrijd met inzet in Europa achter de rug had.

In het tussenseizoen keert de middenvelder niet terug naar Portsmouth, waar hij geen arbeidsvergunning krijgt, maar tekent een driejarig profcontract bij Zulte Waregem. Ironisch genoeg verliest Hyland na die zomer zijn statuut als titularis. Slechts in de helft van alle competitiewedstrijden (19 van de 40) kwam hij vorig seizoen aan de aftrap: enkel tijdens play-off 1 kreeg Hyland het volledige vertrouwen van coach Francky Dury.

De verrassend oprechte Hyland steekt dan ook niet weg dat hij weinig tot geen moeite had met de recente trainerswissel in het Regenboogstadion: ” Life goes on … Ik had niet dezelfde band met Dury zoals sommige van de oudere spelers. Met Bart De Roover waait er nu een nieuwe wind en voor sommige spelers was het juist leuk om met een propere lei te herbeginnen.” Dit seizoen is Hyland namelijk wél opnieuw basisspeler.

‘Little Brazil’

Opgroeien doet Khaleem Hyland in het rustige badstadje Carenage, gelegen in het uiterste noordwesten van Trinidad. Aangestoken door het nabijgelegen Zuid-Amerikaanse continent, vormt voetbal op Trinidad en Tobago sport nummer één. Intussen is het land weggezakt naar de 97e plaats op de FIFA-ranking, maar amper een jaar terug stond de eilandnatie nog op 63, toen vijf plaatsen boven onze Rode Duivels.

“Na school deden we maar één ding”, zo vertelt Hyland over zijn jeugd, “en dat was voetballen. En na onze wedstrijdjes doken mijn vrienden en ik samen in de zee om wat af te koelen. Men noemt Trinidad en Tobago soms little Brazil: niet alleen voor de relaxte sfeer en de paradijselijke stranden, maar ook omwille van de voetbalcultuur.”

Khaleem groeide op in een hecht gezin, samen met vier broers en één zus. Over zijn vader, een politieagent, spreekt hij liever niet, want eigenlijk stond vooral zijn moeder centraal bij het bereiken van zijn droom. “Ik ben altijd een momma’s boy geweest”, aldus Hyland. “Mijn moeder had een job als geriatrisch verpleegster en werkte lange uren om onze opvoeding te kunnen betalen. Ze heeft me altijd ten volle gesteund, ook toen ik bleef doordrammen over mijn ambitie om profvoetballer te worden.”

Omdat de moeder van Hyland wou dat de jonge Khaleem in zijn jeugd ook wat structuur en discipline meekreeg, liet ze haar zoon op zijn dertiende aansluiten bij de jeugdelftallen van de Trinidad and Tobago Defence Force, het leger. Hyland leerde er zich schikken naar hiërarchie en gezag. “We kregen er na schooltijd training van voetballers die als militairen aangesloten waren bij het leger. Het nakomen van afspraken was erg belangrijk, want voor soldaten moet je respect hebben.” Op zijn zeventiende maakte Hyland de overstap naar de profclub San Juan Jabloteh, waar hij in eerste instantie aansloot bij de beloftekern. Niet lang daarna debuteerde hij in het eerste elftal.

Vervangen door Dwight Yorke

In de zomer van 2007 neemt het Engelse Milwall FC deel aan een voorbereidingstoernooi op Trinidad en Tobago. In het zog van de derdeklasser komt ook een aantal Engelse scouts en makelaars naar het eiland. Een van hen, Steve Davies, spreekt Hyland en zijn beste vriend Lester Peltier aan en belooft hen een carrière in Europa. Nog diezelfde zomer mag Hyland testen bij Celtic Glasgow en wordt hem een contract voor één jaar aangeboden. De Schotten haken echter af als ze de vraagprijs van San Juan Jabloteh horen, zo’n 520.000 euro. “De twee weken dat ik er kon testen, waren een droom. Ik had tranen in mijn ogen toen de deal afsprong”, vertelt Hyland.

De ambitieuze Khaleem blijft gefrustreerd achter en onder impuls van zijn manager weigert hij in december 2007 zijn contract te verlengen bij San Juan Jabloteh. Vanaf januari 2008 is hij een vrije speler, maar Hyland zit ruim zeven maanden zonder club. Intussen wordt hij gelukkig wel opgeroepen voor de nationale ploeg, waarmee hij in zes maanden tijd maar liefst zestien (voornamelijk vriendschappelijke) wedstrijden speelt. Tijdens de wedstrijd tegen Engeland, in juni 2008, wordt Hyland na 75 minuten vervangen door zijn grote voorbeeld en idool, Dwight Yorke (ex-Manchester United). Hyland: “Ik keek bij de nationale ploeg altijd vol bewondering naar hem. Af en toe heeft hij me ook wat advies gegeven.”

Na wat geleur van zijn manager krijgt Hyland in augustus 2008 nog eens de kans om te testen, dit keer bij Portsmouth. Harry Redknapp, op dat moment manager bij de Engelse eersteklasser, geeft aan dat hij Hyland erg graag wil inlijven. Het Britse Home Office steekt echter stokken in de wielen en weigert een arbeidsvergunning af te leveren. Pas in de winterstop wordt er een oplossing gevonden: de Engelse staartclub leent Hyland voor een halfjaar uit aan Zulte Waregem, in het kader van het samenwerkingsverband tussen de twee clubs. In België kan Hyland wel zonder problemen wedstrijden met inzet spelen.

“Het was tricky om naar België te komen”, blikt Hyland terug. “Ik trainde intussen al een halfjaar mee met Portsmouth en was gewend geraakt aan de manier van leven ginder. Toch heb ik geen spijt van mijn keuze, want in de Premier League mocht ik toch geen wedstrijden spelen. De Belgische competitie is een ideaal opstapje naar een grotere club.”

Robbertje vechten met Vadis

In België maakt Hyland vrij snel naam als een beloftevolle speler. In zijn debuut op Racing Genk in 2009 (1-2-winst) worden zijn sterke punten snel duidelijk: Hyland is een blok graniet met veel duelkracht, maar trekt zich ook technisch uit de slag, met beide voeten. Die eigenschappen gekoppeld aan zijn grote actieradius en zuivere passing, maken van hem een ‘moderne middenvelder’ en een van de revelaties van de terugronde in 2009. Wanneer blijkt dat hij in Engeland nog steeds geen arbeidsvergunning krijgt, neemt Zulte Waregem Hyland definitief over van Portsmouth.

Toch kreeg Hyland de voorbije jaren niet alleen lof toegezwaaid. Zijn speelstijl is soms heel viriel en balanceert op het randje. ” In the heat of the game kan voetbal een agressieve sport zijn”, zegt Hyland resoluut. “Maar ik stap nooit het veld op met de intentie om iemand te blesseren. Dugary van Genk, die geblesseerd raakte door een van mijn tackles vorig seizoen, heb ik dezelfde dag nog opgebeld om mij te verontschuldigen. Ik heb hem gezegd dat ik wou dat ik de klok kon terugdraaien. Sindsdien hebben we een goed contact.”

Hyland beseft nochtans dat hij moet oppassen met zijn ruwe speelstijl. “Bijna alle trainers met wie ik heb gewerkt, gaven me er opmerkingen over. Ik hoop dat ik intussen geen negatieve reputatie heb gekregen. Maar voetbal blijft een contactsport en ik gebruik mijn lichaam nu eenmaal om de bal af te schermen, maar ook om hem te veroveren.”

Vrijdag komt Club Brugge op bezoek aan de Gaverbeek. Het wordt de eerste confrontatie tussen de twee teams sinds de wedstrijd uit play-off 1 in mei, die ontaardde in een ordinaire knokpartij. Hyland werd er met een tweede geel uitgesloten na een schermutseling met Vadis Odjidja. “Ik wilde niet vechten, maar nadat ik hem per ongeluk had geraakt met mijn elleboog, kwam hij woest naar mij toegelopen en duwde me in de rug. Zulke dingen gebeuren als je allebei met adrenaline in je bloed rondloopt. Als ik onrecht ervaar, bijvoorbeeld door een foute beslissing van de scheidsrechter, dan kan ik moeilijk rustig blijven. Er komen dan woorden uit mijn mond die ik normaal niet zou zeggen. Maar het incident met Vadis is voor mij afgesloten. Ik ga hem vriendelijk begroeten. Als hij daar niet op ingaat, so be it.”

Zingen en bidden

Naast het voetbalveld is Hyland een gemoedelijke en beleefde kerel. Het gastgezin uit Deerlijk waar hij de eerste zes maanden in België verbleef, krijgt nog tweemaal per week bezoek. “Het zijn mijn tweede vader en moeder”, zegt Hyland enthousiast.

Op een handvol Fransen na begrijpt en spreekt iedereen in de Waregemse kleedkamer behoorlijk Engels. Hyland is als buitenlander dus zeker niet geïsoleerd en ontpopte zich integendeel zelfs tot een van de sfeermakers. Muziek speelt een belangrijke rol in zijn leven en dat vertaalt zich niet alleen in de opzwepende Caraïbische socaritmes die uit zijn Mercedes komen. Ook de supporters entertainen hoort erbij. “Vorige zomer heb ik onder druk van een paar ploegmaats en van de trainer een nummertje gezongen op de fandag: Bump N’ Grind van R. Kelly. Om de trainer terug te pakken, had ik er de naam van Francky Dury in verwerkt.” ( lacht)

De goedlachse Hyland heeft echter ook een andere kant. Hij is namelijk erg gelovig en maakt veel tijd vrij om thuis te bidden. “Sinds de moord op mijn broer vorig jaar in Trinidad, heb ik nog meer steun nodig van God”, mompelt hij. “Ik bid elke dag. God helpt me om te focussen en geeft me kracht in moeilijke momenten.” Via het internet en zijn gsm staat Hyland ook bijna dagelijks in contact met het thuisfront.

Zijn droom is ooit terug te keren naar de Premier League. “Zulte Waregem is een opstapje en mijn ambitie is om op het hoogste niveau te spelen. Afgelopen zomer was er onder meer interesse van Tottenham, maar ik heb mijn contract hier verlengd. Ik voel me hier goed en het moment was nog niet gekomen om weg te gaan, ik ben tenslotte nog maar 21. Maar het doet me wel deugd dat iemand als Harry Redknapp me blijft volgen. Het is belangrijk om op het juiste moment de stap hogerop te zetten. What’s for me, will be for me.”

door bregt vermeulen – beelden: belga

“Het incident met Vadis is voor mij afgesloten. Ik ga hem vrijdag vriendelijk begroeten.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content