Als het zich vanavond kwalificeert voor de halve finales van de beker van België, sluit RB Antwerpen een moeilijke periode af. ‘Dat we een mindere start zouden kennen, was ingecalculeerd’, zegt RBA-coach Ronny Bayer.

Vorig seizoen verbaasde RB Antwerpen in jaar één onder debuterend coach Ronny Bayer. De Sinjoren serveerden fris basketbal, speelden met vijf Belgen in de kern en hadden met Len Matela een van de smaakmakers in onze competitie in de rangen. Maar de Amerikaanse kolos Matela blesseerde zich in maart 2004 zwaar aan de knie en de machine stokte. RBA finishte uiteindelijk op een gedeelde zesde plaats en miste de play-offs. Iedereen was het er echter over eens dat de basis voor een gouden toekomst was gelegd. Bayer kon het fel gesmaakte buitenlandse duo Matela- Ed Norvell in Antwerpen houden en kreeg er met Ron Ellis, Piet De Bel en broer Paul Bayer ervaring bij.

Maar dan draait het niet en de lof maakt plaats voor kritiek. Terecht ?

Ronny Bayer : “Neen, omdat die mindere heenronde een bewuste keuze was. We wisten dat Len Matela de eerste vier maanden van het nieuwe seizoen zou missen door die knieblessure van vorig seizoen. We begonnen aan deze competitie met negen Belgen en slechts één Amerikaan, dat vergeten de mensen. We namen nochtans een goede start, maar daarna speelden we kort na elkaar tegen Charleroi, Luik, Oostende en Bergen en dat was te veel van het goede. De spelers begonnen te twijfelen, de kritiek barstte los. Onterecht, vind ik. Je moet die mindere resultaten door een andere bril bekijken : we hadden geen zin in een financieel avontuur en dus besloten we te wachten op het herstel van Matela zonder een vervanger aan te trekken. Kijk, het is de job van een coach om met kritiek te leren leven, maar er zijn verschillende manieren om kritiek te uiten. Op het internet kan je tegenwoordig schrijven wat je wil. Meestal zijn het dan nog mensen die weinig van basketbal kennen.”

Had je zelf toch ook niet beter verwacht dan amper vijf overwinningen na vijftien speeldagen ?

“Neen, ik verwachtte wel dat het beter zou gaan vanaf het moment dat Matela erbij zou lopen. Maar de voorbereiding verliep goed en we startten met drie overwinningen op vier wedstrijden. Als het daarna dan wat minder loopt – tegen de topploegen nota bene -, heeft een stad als Antwerpen niet veel nodig om te ontploffen. Je moet ook kunnen toegeven dat de competitie dit seizoen veel opener is dan vorig seizoen. Wij kunnen nog evengoed meestrijden voor de play-offs als vechten tegen de degradatie, het is niet moeilijk mijn spelers te motiveren. Onze ambitie was beter doen dan vorig seizoen, een plaats in de topzes. Over play-offs heb ik nooit gesproken. Als ik daar echt voor wilde gaan, had ik die eerste vier maanden zeker een vervanger voor Matela geëist.”

Had je ook toen de storm van kritiek losbarstte de onvoorwaardelijke steun van het bestuur ?

“Ik denk dat wij dat zeer sereen hebben opgelost door intern goed te communiceren. Ik heb op geen enkel moment een gebrek aan steun gevoeld. Ook met de spelers voerde ik enkele gesprekken. We wisten waaraan de mindere gang van zaken lag. Kijk naar alle ploegen die het met een minder budget moeten rooien : Hoei, Vilvoorde, Leuven en Pepinster. Die ploegen kennen allemaal ups en downs, omdat ze niet de middelen hebben om eventuele tegenvallers op te vangen. Charleroi, Oostende en Luik kunnen meteen ingrijpen als een speler niet voldoet.”

Akkoord, maar vorig seizoen zei je dat RBA nog ervaring tekortkwam, tijdens de zomer kreeg je er Ron Ellis en je broer, Paul Bayer, bij. Dat zijn twee gereputeerde en ervaren mannen.

“Inderdaad, en zij waren die eerste maanden ook de uitblinkers in de ploeg. Sinds december, sinds Matela weer conditioneel in orde is, spelen we een stuk beter. De meeste ploegen komen hier in de Arena in zone verdedigen, omdat ze ons man tegen man niet kunnen afstoppen. Zelfs Charleroi moet hier twintig minuten in zone spelen. Dat beschouw ik als een groot compliment. Sinds de winterstop spelen we weer even fris als vorig seizoen : door de dominantie van Matela onder de ring krijgt de rest van de ploeg meer ruimte om te scoren. Maar met een Volkswagen ga je nooit Francorchamps winnen, hoor. Daar moeten we nuchter in zijn.”

Met Pieter Loridon, Paul Bayer, Ed Norvell, Len Matela en Ron Ellis beschik je in principe ook over een mooie basisvijf.

“Akkoord, maar het blijft niet te vergelijken met een Charleroi waar Kris Sergeant, vorig seizoen een van de steunpilaren van Pepinster, als twaalfde man op de bank zit. Of met Oostende, dat lange tijd drie Amerikanen in de kern had. Of met Bergen, dat tegen ons aantrad zonder Belgen in de ploeg.”

Een opvallende beslissing was het om Loridon op de bank te laten starten. Waarom ?

“Sinds Sam Rotsaert in de basis staat, starten we onze partijen met meer pit. Hij offert zich op ten gunste van de ploeg en dat straalt af op zijn ploeggenoten. Trouwens, Loridon valt telkens schitterend in en geeft ons een meerwaarde vanop de bank. Ellis heb ik de eerste maanden ook vanaf de bank laten starten, maar na een tijdje heb ik ingezien dat we zijn rust nodig hebben in de aanvangsfase. Dat is ook het werk van een coach : schuiven en sleutelen aan je ploeg.”

Was je niet bang voor nog meer kritiek ? Loridon is hier publiekslieveling. Pieter Loridon ís RBA.

“Neen. RBA is RBA ! Loridon krijgt momenteel minder minuten, maar hij benut die nu optimaal. Een speler kan in mijn ogen niet eisen dat hij 35 minuten per wedstrijd mag spelen, want dan wijs ik hem heel snel de deur. Bij mij krijgt iedereen zijn kans. Starten vanop de bank is ook geen straf, hé. De hele ploeg zat in een neerwaartse spiraal, maar daar komen we nu stilaan uit. Ook Pieter.”

Juist omdat jij een geboren winnaar bent, verbaasde het dat de ploeg en jijzelf enkele maanden geleden zo’n geslagen indruk gaven.

“Misschien, maar als een sportman in de hoek ligt waar de klappen vallen, is het heel moeilijk daaruit te geraken. Zeker in een ploegsport, want het heeft geen zin dat er zeven spelers met vertrouwen spelen en drie anderen niet. Op die moeilijke momenten probeer je als coach op je gasten in te praten, maar in feite was het wachten op een déclic. Die is er gekomen in de winterstop tijdens onze minitrip naar Frankrijk. Ik ben tevreden met hoe de ploeg nu speelt, bovendien zijn we sterker uit die moeilijke periode gekomen.”

Volgende week moeten jullie naar Oostende, nog altijd iets speciaals voor jou ?

“Jazeker, ik heb daar tien jaar met liefde gespeeld. Oostende kent een wisselvallig seizoen, ik vind dat ze gezien hun budget geen maximaal rendement halen. Geld maakt veel gemakkelijker. Kijk naar het klassement, daar wordt de logica van het grootste budget gerespecteerd. Enige uitschieter is Bree. In principe zou dat zo niet mogen zijn, maar in basketbal, meer dan in voetbal, wordt je klassement bepaald door het geld. In voetbal draait een wedstrijd rond momentopnames. Er zijn maar een paar beslissende situaties. Basketbal gaat veel vlugger en spelers krijgen veel meer gelegenheid om bepalend te zijn. In basketbal kan je bovendien constant wisselen en ingrijpen, het belang om over een complete kern van tien of twaalf evenwaardige spelers te beschikken, is veel groter.”

door Matthias Stockmans

‘Het is niet moeilijk mijn spelers te motiveren, zowel play-offs als degradatie zijn nog mogelijk.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content