Een eeuwige belofte is Jurgen Cavens (28) al lang niet meer. Een stuk rustiger dan vroeger kijkt hij naar zichzelf. Een blik in de spiegel.

J urgen Cavens : “Sluit ik straks mijn carrière af met het gevoel dat er meer in zat of heeft men op basis van mijn aangeboren talent te veel van me verwacht ? Als ik terugkijk, besef ik dat ik bepaalde keuzes verkeerd heb gemaakt. Ik had meer op mijn strepen moeten staan, had niet zo braaf mogen zijn. Vroeger was ik mentaal erg broos. Dat wist iedereen. Nu voel ik me mentaal sterker. Dat komt omdat ik zo veel zaken heb meegemaakt waar ik niet blij mee was, dat ik besefte : nu is het genoeg. Gedaan om met mij te leuren of te sollen. Het werd tijd dat ik zelf mijn keuzes maakte.

“Drie jaar werd ik bij Standard geleefd. Het heeft me mee mijn huwelijk gekost. Nu weet ik : ik had veel duidelijker moeten zijn. Toen ik bij Gent arriveerde en hoorde dat ze mij erbij hadden gekregen, had ik moeten terugkeren en gewoon bij Standard mijn geld moeten opstrijken. Ik had me niet zo mogen laten doen. Nu werd ik bij de directie van Standard geroepen : ‘We hebben een akkoord met Gent, jij gaat morgen naar daar.’ Marseille lag toch enigszins anders. Toen ik met Standard onderhandelde, kon ik daar een vijfjarig contract krijgen, maar daar stond in dat altijd de mogelijkheid bestond dat ik voor een jaar verhuurd zou worden aan Mar- seille. Eigenlijk werd ik door Lierse gepusht om naar Luik te gaan. Zij kregen 66 miljoen frank voor mij. Ik had toen het gevoel dat als ik nee zou zeggen, ik mezelf in een situatie als die van Carl Hoefkens zou duwen. Die belandde in de B-kern. Men zegt wel eens : spelers bepalen waar ze gaan, maar zo voelde ik het nooit. Twee jaar eerder wilde Dortmund 4,5 miljoen euro voor mij betalen toen ik negentien was, net na de bekerwinst. Bij Lierse raadde men me dat af : men zag me nog niet samen in de kleedkamer zitten met Jürgen Kohler. Misschien was ik daar nog te fragiel voor, maar even goed had het kunnen meevallen. In die periode volgde Ajax me ook tien matchen en ik kreeg acht keer een positief rapport. Maar dat resulteerde niet in een contract.”

Eigen keuzes

Jurgen Cavens : “Mijn eigen keuze was het toen ik tweeënhalf jaar voor Germinal Beerschot koos terwijl ik nog twee jaar contract had bij Standard. Hier verdiende ik drie keer minder dan in Luik. Ik stond voor de keuze : kiezen voor voetbalplezier of voor het geld ? Dat plezier heb ik hier teruggevonden. Ik werk nu ook harder dan vroeger. Voetbal is niet meer als vroeger, toen ik dacht te kunnen teren op mijn talent. Daarmee haal je het niet meer.

“Het is logisch dat een spits die niet scoort, kritiek krijgt. Zeker in Antwerpen kan die keihard zijn. Maar ik ga de mensen niet uit de weg. Ik rij niet direct na de wedstrijd naar huis. Vroeger deed ik dat wel, sinds ik weer bij Germinal Beerschot zit niet meer. Sommige spelers zonderen zich af. Ik kom graag onder de mensen, ga ook regelmatig in provinciale naar het voetbal. Dat men me dan aanklampt om over voetbal te praten, stoort me niet. Ook als het me niet goed gaat, moet ik me laten zien en erover durven praten. Dat heb ik geleerd toen mijn huwelijk stukging.

“Toen ik hier drie jaar geleden tekende, was het de bedoeling via Germinal Beerschot weer hogerop te raken. Maar de eerste twee seizoenen was ik in de heenronde geblesseerd. Dit was de eerste keer dat ik de voorbereiding zonder blessure doormaakte. Misschien trainde ik te hard. In elk geval scoorde ik in de voorbereiding het meest van al, twaalf goals, en nu niets meer. Eén ding heb ik goed onthouden : als je maar hard werkt en je helemaal geeft, waarderen ze je hier. Ik kan me voorstellen dat ik nog een paar jaar bij deze club voetbal.

“Welke aanbiedingen ik het afgelopen jaar nog kreeg ? Lierse, Beveren, Westerlo, een paar Nederlandse ploegen. Als je je ergens goed voelt, moet je niet van lucht veranderen, tenzij je je echt op alle vlakken kan verbeteren. Dat was niet het geval. Lierse informeerde twee keer. Dat blijft de club van mijn hart, maar mijn gevoel zei me : niet doen.”

Buitenland

Jurgen Cavens : “Zou ik ooit nog naar het buitenland willen ? Onlangs hadden mijn managers sinds jaar en dag, Veyt en Mortelmans, een aanbieding uit Israël, maar ik zie dat nu niet zitten. Ik heb een zoontje dat ik na de scheiding om de twee weken een week bij me heb, en mijn grootmoeder is erg ziek. Zij was er om mij op te vangen toen ik het moeilijk had, ik wil er nu voor haar zijn. Mijn zoontje is alles voor mij. Sommige mensen zeggen : ‘Ga toch, denk aan jezelf ! Binnen twintig jaar is hij toch het huis uit.’ Maar alleen al voor hem zie ik mezelf nu niet naar het buitenland gaan. Mijn leven speelt zich af rond Broechem, waar ik opgroeide. Ik heb graag iedereen die me dierbaar is dicht bij mij.

“In Marseille was ik niet gelukkig, maar die ervaring heeft me wel gesterkt. Twente in Nederland was tof. In de voorbereiding speelden we tegen Sparta, kwamen we met twee spitsen man tegen man. Dat maak je in België nooit meer mee. De discussies waren er heel fel, maar eenmaal in de kleedkamer was alles vergeten. Je kon er iets zeggen, dat werd aanvaard. In België wordt veel te weinig aanvaard. Ik durf al eens een opmerking maken, dat heb ik in Nederland geleerd.”

Trainers

Jurgen Cavens : “Hoe zou ik zelf met Jurgen Cavens omgaan als ik trainer was ? Ik zou hem af en toe heel hard aanpakken en veel zalven. Moeten trainers veel met mij praten ? Ik denk het wel, ik heb menselijk contact nodig, ook buiten het veld. Soms heb ik nog behoefte aan rust, maar veel minder dan vroeger. Toen had ik de neiging om, als het verkeerd liep, me te verstoppen in een hoekje. Dat heb ik nu niet meer.

“Weet je wat het is met trainers ? Ze hebben je graag of ze hebben je niet graag. Soms heb je een schitterende speler, maar het komt er niet uit omdat er met zijn trainer geen chemie is. Ik vind mezelf geen moeilijke jongen. Als je op een rustige manier de juiste woorden zegt, ben ik al vertrokken. Voor ik hier tekende, belde Brys me op. Afsluitend zei hij : ‘Je weet : je nummer negen ligt al klaar.’ Die opmerking deed het hem.

“Ik heb het af en toe nodig, dat de trainer me prikkelt. Vroeger had ik dat bijna elke week nodig. Mijn beste halfuur bij Beerschot was tegen Lierse thuis. De dag voor de match merkte ik dat ik niet in de ploeg zou staan, ik had de twee dagen daarvoor niet getraind. Na de training vroeg Brys me of ik niet wilde spelen. Toch wel, zei ik. Dat was er niet aan te zien, vond hij. Ik hield me een beetje in, zei ik, om mijn krachten te sparen. ‘Ik zal je opstellen, maar als het niet goed is, haal ik je na tien minuten naar de kant’, waarschuwde hij. Toen heb ik het beste halfuur van mijn carrière gespeeld.”

Vader-zoon

Jurgen Cavens : “Mijn vader zei vroeger dat hij niet wist wat er in mijn hoofd omging. Dat klopte. Ik had als jonge snaak periodes dat ik gewoon dichtklapte, de deur achter me dichtgooide en op stap ging. Dan ging ik vaak op die bingokaskes spelen, mijn frustratie afreageren. Nu doe ik dat niet meer. De belangrijkste les is dat ik me niet meer verstop, maar praat als me iets dwars zit. Na mijn echtscheiding ben ik veel opener geworden.

“Mijn vader is nu minder kritisch dan vroeger. Iedereen herinnert zich die gewonnen bekerfinale met Lierse, toen we in elkaars armen vielen. Nu gaan we samen biljarten. Wij zijn twee dezelfde karakters. Dat botst vaak. Ik merk dat soms als ik met mijn vader naar mijn broer ga kijken in tweede provinciale, bij Ranst. Als hij dan langs de lijn staat te roepen, denk ik : hij is nog geen haar veranderd. Mijn broer kan daar makkelijker mee om, hij trekt het zich veel minder aan. Ik trok het me wel aan. Pa vond dat het me te gemakkelijk ging, dat iemand af en toe kritisch moest zijn. Maar hij was altijd kritisch. Het gevolg was dat ik altijd maar alles en mezelf in vraag stelde, bleef piekeren.

“Ik vind niet dat ik te vroeg in het eerste elftal ben gedropt. Maar we hadden wel anders begeleid kunnen worden. Wij hadden gewoon té veel vrije tijd. Ik ben toen ook voortijdig gestopt met school. Wat doe je dan, als jonge prof ? Kaarten, snookeren, noem maar op. Omdat je na één training als jonge speler niet moe bent. Dus deden we maar op. Wij hadden zo veel energie. Er waren momenten dat ik me verveelde. We waren ook verwend. Eerst kregen we een Daewoo A-klasse, dan een Saab. Of ik dat normaal vond op mijn achttiende ? Alle spelers kregen zo’n auto, dat stond in het contract. Mijn vader vond dat maar niets. Die zei : ‘Geef hem een fiets in plaats van een auto, hij woont op amper tien kilometer van Lier.'”

Geen moderne man

Jurgen Cavens : “Het vaderschap heeft me veranderd. Vroeger ging ik graag op stap. Ik was ook voor niemand verantwoordelijk. Een paar jaar geleden heb ik een goeie vriend verloren in een auto-ongeval. Dat zet je wel aan het denken. Bij Lierse gingen we elke week stappen. Naar Barclays, dat was onze wekelijkse stek. Zeker als we wonnen, werd het wel eens laat. Als ik nu eens in ’t stad – in Antwerpen, bedoel ik – iets ga drinken, pak ik wel een taxi. Liever vijftig euro geven dan iets tegenkomen.

“Een moderne man ben ik nog niet. Ik woon nog steeds bij mijn grootmoeder. Zij ving me op bij mijn echtscheiding. Op dat moment was dat voor mij de beste oplossing. Mezelf op een flatje afzonderen was voor mij in die moeilijke periode niet de juiste keuze geweest. Dan was ik er helemaal onderdoor gegaan.”

GEERT FOUTRé

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content